Spring naar content

Topzwemmers presteren niet beter door natriumbicarbonaat

Natriumbicarbonaat (NaHCO3) wordt in de sportpraktijk vaak ingenomen omdat het de pH van het bloed verhoogt. Volgens Joyce et al. zou dit tijdens intensieve inspanningen de vermoeidheid uit kunnen stellen. De gedachte hierachter is dat capaciteit van de bicarbonaatbuffer wordt vergroot. Hierdoor zou onder andere meer lactaat kunnen worden gebufferd, waardoor de spier beter zou kunnen blijven samentrekken hetgeen de prestatie ten goede zou komen.

Wetenschappelijk gezien is men het er nog niet over eens of het innemen van NaHCO3 bij topatleten ook echt tot een betere prestatie leidt. Daarnaast zijn er nog vraagtekens bij de ideale strategie wat betreft NaHCO3-inname; moet de volledige dosis in één keer worden ingenomen of juist verspreid over langere tijd? Deze laatste vraag komt vooral voort uit het feit dat er vaak buikklachten ontstaan als gevolg van het innemen van NaHCO3.

Om zowel het effect als de ideale strategie van NaHCO3-inname te bepalen, heeft een Australische onderzoeksgroep een studie verricht bij een 8-tal mannelijke topzwemmers (gemiddeld 19 jaar; gemiddeld 24,4 uur watertraining/week). Van deze 8 zwemmers waren er 5 gespecialiseerd in de 200 meter vrije slag (gemiddeld pr 1:51,56), 2 in de 200 meter vlinderslag (gemiddeld pr 2:00,10) en, 1 in de 200 meter rugslag (pr 2:04,33). Alle zwemmers zwommen met hun favoriete slag onder 3 omstandigheden 2 keer 200 meter in een 50-meter-bad. Eenmaal werden alleen placebocapsules geslikt. Eenmaal werd de NaHCO3 in capsulevorm in 1 keer ingenomen (0,3 gram/kg lichaamsgewicht) en eenmaal keer werd de NaHCO3 gefaseerd ingenomen (4 x 0,1 gram/kg lichaamsgewicht). In alle omstandigheden werden in ieder geval op dezelfde momenten evenveel capsules ingenomen. Het onderzoek is netjes opgezet, waarbij de volgorde waarin de NaHCO3 of placebo werd ingenomen per zwemmer verschilde. Zowel de onderzoekers als de zwemmers wisten niet welke capsules ze wanneer innamen.

Uit de resultaten blijkt dat de zwemprestatie zowel na een eenmalige als na een gefaseerde NaHCO3-inname niet verbeterde in vergelijking met de zwemprestatie na placebo-inname. Ook was er in geen enkel geval een verschil in prestatie tussen de eerste en de tweede zwemtest. In vergelijking met de andere 2 omstandigheden werd na een gefaseerde NaHCO3-inname wel een verhoogde hoeveelheid bicarbonaat gevonden in het bloedplasma evenals een verhoogde pH. De hoeveelheid lactaat in het bloedplasma was in alle gevallen gelijk. Enkele zwemmers kregen buikklachten van de ingenomen NaHCO3. Het is onwaarschijnlijk dat deze klachten ernstig genoeg waren om de zwemprestatie te beïnvloeden. Tussen de verschillende omstandigheden was geen verschil in de ernst van de buikklachten.

Het innemen van NaHCO3 leidt bij topzwemmers dus niet tot een verbeterde prestatie bij een inspanning die ongeveer 2 minuten duurt. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat volgens Joyce te al. de bicarbonaatbuffer bij topatleten al dusdanig effectief werkt dat het innemen van NaHCO3 de buffercapaciteit niet verder beïnvloedt. Opvallend is wel dat de absolute hoeveelheid NaHCO3, welke in 2 van de 3 omstandigheden werd ingenomen, niet gelijk was tijdens de studie. De auteurs geven geen verklaring waarom de eenmalige NaHCO3-inname 0,3 gram/kg lichaamsgewicht betrof en de gefaseerde inname 4 x 0,1 gram/kg lichaamsgewicht.

Al met al wordt atleten op basis van de goed uitgevoerde studie van Joyce et al. afgeraden NaHCO3 in te nemen als vorm van prestatiebevordering bij een prestatie die ongeveer 2 minuten duurt.

Bron

  1. Joyce S, Minahan C, Anderson M, Osborne M (2012) Acute and chronic loading of sodium bicarbonate in highly trained swimmers. Eur. J. Appl. Physiol.,112: 461-469