Trainen in de hitte verbetert uithoudingsvermogen in koele omstandigheden
Ook in koele omstandigheden kan hitte-acclimatie zinvol zijn. Na een tiendaags trainingsprogramma in de hitte verhogen wielrenners namelijk hun uithoudingsvermogen bij een temperatuur van twintig graden. Sporters hebben wel een korte hersteltijd nodig, want vier dagen ná de acclimatie bereiken ze pas een hogere VO2max: de maat voor het uithoudingsvermogen.
Dat blijkt uit een recentelijk verschenen artikel in het wetenschappelijke tijdschrift European Journal of Applied Physiology. Dat acclimeren – trainen in een warme omgeving zoals een klimaatkamer – leidt tot betere prestaties in de hitte is al lange tijd bekend. Dat het mogelijk ook prestaties bevordert in koelere omstandigheden, toonden onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk met hun studie aan.
Wat is er al bekend?
- Duursporters presteren slechter in de hitte als zij hier niet gewend aan zijn.
- Door acclimatie kunnen sporters beter presteren in de hitte.
Wat is nieuw?
- Ook in koelere omstandigheden zorgt hitte-acclimatie mogelijk voor betere prestaties.
Na enkele dagen
Een hogere VO2max betekent namelijk dat sporters een inspanning langer kunnen volhouden; ze verzuren minder snel en hebben minder last van vermoeidheid. Deze maat voor het uithoudingsvermogen steeg echter pas enkele dagen ná de acclimatie. Na gemiddeld vier dagen bereikten de wielrenners een hogere VO2max.
Deze bevinding kwam voor de onderzoekers niet als een verrassing; er zou namelijk een periode van herstel nodig zijn – van de hitte, inspanning of beide – om sporters volledig te laten aanpassen. Hoe lang deze herstelperiode duurt om optimaal te profiteren, verschilt echter per persoon.
Vijf procent
De onderzoekers toonden aan dat de VO2max gemiddeld 5 procent toenam. Hiervoor onderzochten ze 22 getrainde wielrenners die waren verdeeld in 2 groepen; een groep die in de hitte trainde bij een temperatuur van 38 graden Celsius en een controlegroep die zich bij 20 graden inspande. Beide groepen fietsten dagelijks – in een klimaatkamer – gedurende 10 dagen een uur op 50 procent van hun VO2max.
Aanpassingen
Naast een hogere VO2max zorgde de trainingen in de warmte voor meer aanpassingen. Zo daalde de kerntemperatuur gedurende de tien dagen van het acclimeren; een teken dat de wielrenners beter konden omgaan met de warmte. Ook nam de hartslag af, en het plasmavolume toe.
Deze aanpassingen kunnen ervoor zorgen dat duursporters – ook bij normale weersomstandigheden – baat hebben bij acclimatie. Hierbij moeten ze er wel rekening mee houden dat een korte herstelperiode nodig is tussen het trainen in de hitte en een duurprestatie.
Bron
- Waldron M, Jeffries O, Tallent J, Patterson S, Nevola V (2019). The time course of adaptations in thermoneutral maximal oxygen consumption following heat acclimation. Eur. J. Appl. Physiol. 119:2391–2399.