Spring naar content

Trainen op hoogte kan tot afwijkende waarden in het bloedpaspoort leiden

De veranderingen die in het bloed kunnen optreden als gevolg van een trainingsstage op hoogte worden in het biologisch paspoort mogelijk als afwijkend aangemerkt. Hierdoor lopen sporters het risico dat de dopingautoriteit ze als verdacht beschouwt. Dit blijkt uit een studie bij Deense zwemmers van Olympisch niveau.

Bloedpaspoort

Het bloedpaspoort dat een onderdeel vormt van het biologisch paspoort, is in 2009 geïntroduceerd en heeft als doel om afwijkende variaties in het bloedprofiel van een sporter te onderscheiden van de normale fluctuaties. Hierbij vormt de sporter zijn eigen referentie aangezien de bloedwaarden van eerdere controles van de betreffende sporter gebruikt worden om de normale variabiliteit vast te stellen. Van bepaalde waarden die in het bloedpaspoort zijn opgenomen, zoals de hemoglobineconcentratie, het percentage reticulocyten (jonge rode bloedcellen) en het hematocriet, is bekend dat die kunnen veranderen als gevolg van een trainingsstage op hoogte. Deense onderzoekers hebben nu onderzocht hoe groot de fluctuaties in het bloed zijn na een hoogtestage en welke gevolgen dat heeft voor de interpretatie van de waardes in het bloedpaspoort.

Topzwemmers

Tien zwemmers uit de Deense nationale selectie, waarvan 5 mannen en 5 vrouwen, zijn 4 weken op trainingsstage gegaan. De eerste week verbleven en trainden 7 van deze 10 zwemmers op een hoogte van bijna 3100 m. De overige 3 zwemmers konden vanwege logistieke redenen alleen de laatste 3 weken aan de trainingsstage deelnemen. Deze is op een hoogte van ruim 2100 m uitgevoerd. Een andere groep van 10 zwemmers (6 vrouwen, 4 mannen) heeft 4 weken op zeeniveau getraind. Deze zwemmers behoorden niet tot de nationale selectie maar zwommen wel internationale wedstrijden. De bondscoach had voor beide groepen een gelijk trainingsschema opgesteld qua omvang en intensiteit, waarbij ongeveer 600 km is gezwommen. Dit was inclusief de 2 weken voor en na de trainingsstage. Voor, tijdens en na de trainingsstage is op meerdere momenten bloed afgenomen aan de hand van de daarvoor geldende richtlijnen. De daaruit verkregen bloedwaarden zijn vervolgens in de individuele bloedpaspoorten ingevoerd.

Daaruit blijkt dat 4 zwemmers die op hoogtestage zijn geweest op enig moment een afwijkende bloedwaarde vertoonden. Drie zwemmers vertoonden een afwijkende OFF-score. Dit is een bepaalde verhouding tussen de hemoglobine- en de reticulocytenconcentratie. Van deze 3 zwemmers vertoonde 1 zwemmer tevens een afwijkend percentage reticulocyten. Tenslotte vertoonde 1 zwemmer een afwijkend ABPS. Dit is een samengestelde score van 12 afzonderlijke bloedwaarden. In de controlegroep zijn geen afwijkende bloedwaarden gevonden.

Tot slot

De resultaten van deze studie laten zien dat de veranderingen die in het bloed kunnen optreden als gevolg van een trainingsstage op hoogte, mogelijk als afwijkend worden beschouwd in het bloedpaspoort. Dit betekent overigens niet automatisch dat het als een positieve test geldt. Bij een afwijkende bloedwaarde moet een expert van de dopingautoriteit het bloedpaspoort namelijk grondig analyseren en beoordelen, mede op basis van de “whereabouts” van de sporter. Dit onderschrijft dus het belang van het nauwkeurig invullen van de “whereabouts”. De resultaten van deze studie laten tevens goed zien dat de effecten van hoogtestages individueel bepaald zijn aangezien maar bij 4 van de 10 zwemmers afwijkende bloedwaarden optraden. De auteurs stellen overigens dat het onwaarschijnlijk is dat de zwemmers tijdens de trainingsstage doping hebben gebruikt aangezien ze geen veranderingen hebben geconstateerd in de gemeten EPO-concentratie.

Bron

  1. Bonne TC, Lundby C, Lundby AK, Sander M, Bejder J, Nordsborg NB (2014) Altitude training causes haematological fluctuations with relevance for the athlete biological passport. Drug Test. Anal., DOI: 10.1002/dta.1757