Spring naar content

Van talent tot wereldkampioen roeien

Onderzoekgegevens van wereldtoppers worden zelden gepubliceerd. Als ze al gepubliceerd worden, gaat het vaak om kleine aantallen. Oorzaken hiervan zijn de zeer beperkte omvang van de onderzoekspopulatie en het feit dat deze erg vergankelijk is wat wereldtoppers betreft.

Ook in het kader van hun concurrentiepositie kunnen wereldtoppers bezwaar hebben tegen het publiceren van hun onderzoeksgegevens. Dat neemt niet weg dat deze gegevens erg waardevol kunnen zijn, omdat ze wel eens van doorslaggevend effect kunnen zijn bij het concurreren om de prijzen.

Mikulic heeft gedurende 6 jaar een groep van vier mannelijke roeiers gevolgd in hun ontwikkeling van talent tot uiteindelijk wereldkampioen in de dubbel 4 in 2010. Vanaf 2005, de roeiers waren toen 15 en 16 jaar, is jaarlijks de lichaamslengte, het lichaamsgewicht en de lichaamssamenstelling gemeten. Daarnaast is jaarlijks de maximale zuurstofopname gemeten evenals de anaerobe drempel. Tenslotte zijn jaarlijks de 2000 m en 6000 m tijden gemeten op een roeiergometer. Alle testen werden elk jaar op dezelfde wijze, door dezelfde mensen en in dezelfde periode van het seizoen afgenomen. Het doel van deze meerjarige studie van Mikulic was drieledig. Ten eerste om de fysieke, fysiologische en sportspecifieke eigenschappen van een wereldtop dubbel 4 team te beschrijven. Het tweede doel was het bestuderen van de gevolgen van langdurige roeitraining op de hiervoor genoemde eigenschappen en de onderlinge relaties daartussen. Het laatste doel was om de gevolgen van fysiologische veranderingen op de roeiprestatie te bestuderen.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste variabelen weergegeven die in de loop van de jaren gemeten zijn. Opvallend is dat de ontwikkeling op alle vlakken stagneerde vanaf een leeftijd van ongeveer 20–21 jaar. Een uitzondering hierop was het vermogen dat geleverd kon worden bij de maximale zuurstofopname. Deze bleek de laatste 2 jaar nog wel met 5% gestegen te zijn. Hoewel dit volgens de auteurs kan wijzen op een technisch efficiëntere slag, is over dezelfde periode opmerkelijk genoeg geen prestatieverbetering gevonden op zowel de 2000 m als de 6000 m.

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Leeftijd (jaar)

16,3

17,3

18,2

19,2

20,2

21,1

Lichaamslengte (cm)

186

187

188

188

188

188

Lichaamsgewicht (kg)

87

90

91

95

96

95

Vetpercentage (%)

13,4

12,0

11,2

10,2

9,9

9,4

VO2-max (ml/kg.min)

61,5

61,8

64,9

66,7

69,7

69,7

Vermogen anaerobe drempel (W)

400

431

431

456

459

481

2000-m ergometertijd (min:sec)

6:21

6:12

6:04

5:59

5:54

5:55

6000-m ergometertijd (min:sec)

20:26

19:54

19:31

19:12

19:06

19:02

De hierboven gegeven resultaten geven inzicht in de lichamelijke, fysiologische en sportspecifieke ontwikkeling van een viertal roeiers terwijl zij zich vormden van talent tot wereldkampioen in de dubbel 4 in 2010. Deze vier roeiers hebben blijkbaar met de gehanteerde trainingsomvang en –methode hun top bereikt. Welke van de variabelen nu uiteindelijk de doorslag heeft gegeven bij het behalen van het wereldkampioenschap blijft onduidelijk.

Bron

  1. Mikulic P (2011) Maturation to elite status: a six-year physiological case study of a world champion rowing crew. Eur. J. Appl. Physiol., 111: 2363-2368.