Voetballers moeten bij strafschoppen niet naar de keeper kijken
Voetballers presteren minder goed bij het nemen van een strafschop als ze naar de keeper kijken. Spelers die wel naar de keeper kijken, schieten de bal vaker in het midden van het doel. Keepers die de aandacht van de tegenstander trekken, kunnen hierdoor vaker de bal stoppen.
Topvoetballers kunnen er niet aan ontkomen: veel belangrijke voetbalwedstrijden worden met penalty’s beslist. Tijdens het EK in juli 2016 bijvoorbeeld, eindigden twee van de vier kwartfinales met een serie strafschoppen. Zo mocht Duitsland pas de halve finale spelen nadat er 18 keer een zenuwslopend schot op doel was uitgevoerd.
Kijkgedrag
In de meeste team- en balsporten is het van groot belang waar een sporter zijn blik op richt. Studies hebben uitgewezen dat dit zogenoemde kijkgedrag bij strafschoppen of –worpen vaak zelfs prestatiebepalend is. Angst of stress, bijvoorbeeld bij belangrijke wedstrijden, kunnen ervoor zorgen dat het kijkgedrag van sporters verandert. In stressvolle situaties blijken sporters namelijk onbewust te kijken naar wat hen angst aanjaagt; in het geval van voetbal de tegenstander of de keeper.
Strafschoppen
In 2014 was het gedrag van keeper Tim Krul onderwerp van gesprek. Hij leidde de tegenstanders af en probeerde hun zelfvertrouwen te verminderen. Furley en collega’s van de sportuniversiteit van Keulen onderzochten of spelers die naar de keeper keken tijdens de strafschop hierdoor slechter presteerden. Ook probeerden zij antwoord te geven op de vraag of het voor een keeper nut heeft om de aandacht van de tegenstander te trekken om zijn prestatie te beïnvloeden.
Kijk niet naar de keeper
Kijken naar de keeper bleek slecht voor de penalty-prestatie. Als een voetballer bij een strafschop namelijk naar de keeper keek, bleek de bal elf procent vaker door de keeper gestopt te worden.
Dit ontdekten de onderzoekers door alle wereld- en Europese kampioenschappen voetbal tussen 1984 en 2012 te analyseren. Bijna driekwart van de 322 geschoten penalty’s (73,3 procent) tijdens deze toernooien was succesvol. Twee voetbalexperts beoordeelden de kijkrichting en de prestatie van de spelers en het gedrag van de keepers.
Gedrag zoals dat van Tim Krul bleek een uitzondering: bij slechts 48 van de 322 schoppen (15 procent) probeerden de keepers de spelers af te leiden. Dit lijkt echter wel een goede strategie te zijn, omdat zij in die gevallen 25,6 procent in plaats van 13,9 procent van de penalty’s konden stoppen. Volgens de auteurs kwam dit doordat de spelers de bal meer in het midden van het doel schoten als de keepers afleidingsmanoeuvres uitvoerden.
Conclusie
Veldspelers presteren slechter als zij naar de keeper kijken bij het nemen van een strafschop of strafworp. Keepers kunnen waarschijnlijk meer ballen stoppen als het ze lukt om de aandacht van de tegenstander te trekken en deze af te leiden. Het lijkt het proberen waard voor spelers en keepers om van deze kennis gebruik te maken. Er is echter nog geen bewijs dat sporters die hun kijkgedrag aanpassen, daarna ook daadwerkelijk beter presteren.
Bron
- Furley P, Noël B, Memmert D (2016): Attention towards the goalkeeper and distraction during penalty shootouts in association football: a retrospective analysis of penalty shootouts from 1984 to 2012 J. Sports Sci., DOI:10.1080/02640414.2016.1195912