Spring naar content

Vraag belastbaarheid/trainingsuren jonge sporters

Gouden standaard ontbreekt

Er bestaat geen gouden standaard voor het aantal uren dat jonge sporters wekelijks kunnen trainen. De fysieke en mentale belastbaarheid van sporters is erg individueel bepaald. Ook is de belastbaarheid afhankelijk van het type sport, de intensiteit en de groeifase van de sporter. Hoewel bepaalde richtlijnen aangeven dat sporters het aantal trainingsuren per week zouden moeten beperken tot minder dan hun leeftijd in jaren (bijv. maximaal 15 uur per week voor een 15-jarige) [1], is hier vanuit de literatuur weinig bewijs voor. Er lijkt bijvoorbeeld niet direct een hoger risico op blessures voor sporters die meer uren trainen dan hun leeftijd ten opzichte van sporters die minder trainingsuren maken dan hun leeftijd. Ook lijkt er geen verschil in de mentale belasting; sporters die meer uren trainen dan hun leeftijd rapporteren evenveel symptomen van burn-out, angst en depressie als sporters die minder uren trainen dan hun leeftijd [1]. Het is dus niet gezegd dat het beperken van het aantal trainingsuren op een bepaalde leeftijd leidt tot minder fysieke en mentale problemen.

Belasting sporters

Wat betreft het aantal trainingsuren zijn er grote verschillen tussen landen, sporten en niveaus. Vanuit de literatuur is er weinig bekend over het trainingsvolume van jeugdgolfers. Eén uitzondering is een studie uit 2014; Spaanse topgolfers (gemiddelde leeftijd 18 jaar) trainden gemiddeld 20 uur sport-specifiek en 4,5 uur fysiek per week [2]. In Nederland besteden talentvolle sporters in een opleidingsprogramma vaak meer dan 10 tot 15 uur per week aan hun sport. Een voorbeeld: volleyballers van het Nederlandse talentteam (leeftijd 16 tot 19 jaar) trainen 12 tot 18 uur sport-specifiek en 3 tot 6 uur fysiek [3]. Een ander voorbeeld: in de jeugdtop van het Nederlandse tennis besteden 14-jarige spelers gemiddeld 16 uur per week aan training, waarvan 12 uur tennis-specifiek en 4 uur fysiek [4]. Bij 16-jarige tennissers stijgt het gemiddelde tot 20 uur per week, waarvan 15 uur tennis en 5 uur fysiek.

Hoewel deze voorbeelden een indicatie geven van het trainingsvolume, is vaak niet bekend wát sporters doen in de trainingstijd. Om ontwikkeling en presteren te bevorderen is het raadzaam om niet alleen op de kwantiteit, maar ook op de kwaliteit van de training te focussen. Dit kan bijvoorbeeld met methoden als impliciet leren, differentieel leren en het bevorderen van een externe focus van aandacht. Tot slot is het verstandig om de (interne) belasting van sporters te monitoren, bijvoorbeeld met de zogeheten session rate of perceived exertion (sRPE).

Bronnen

  1. Little CC, Howell DR, Armento AM, Sweeney EA, Walker GA. Training volume recommendations and psychosocial outcomes in adolescent athletes. Phys Sportsmed. 2023 Oct;51(5):420-426.
  2. Torres-Ronda L, Delextrat A, Gonzalez-Badillo JJ. The relationship between golf performance, anthropometrics, muscular strength and power characteristics in young elite players. Int Sport Med J. 2014; 15(2):156-164.
  3. Post, A. Persoonlijke communicatie op 25 april 2024.
  4. Kolman NS, Huijgen BCH, Visscher C, Elferink-Gemser MT. Technical skills in complex tennis situations: Dutch talented players U15 compared to players U17. Front Sports Act Living. 2023 Mar 1;5:1107740.