Spring naar content

Vraag botox

Kort antwoord

Over botuline toxine (ook wel botuline) heerst de opvatting dat het spasticiteit tegen kan gaan bij patiënten met cerebrale parese. Botuline is op de farmaceutische markt onder andere verkrijgbaar als Botox®. Het wetenschappelijke onderzoek naar het effect van botuline-injecties op spasticiteit vindt voornamelijk plaats bij kinderen. Slechts een enkel onderzoek is uitgevoerd bij volwassenen. Subjectieve metingen laten soms positieve resultaten zien, terwijl dit bij objectieve metingen niet het geval is. Er zijn aanwijzingen dat botuline bij volwassenen kan bijdragen aan de afname van de zelf ervaren spasticiteit en spierstijfheid. Uit meer objectieve testen blijkt echter weinig effect te verwachten van het inspuiten van botuline. Zo veranderen de eigenschappen van de looppatronen niet en neemt de maximale wandelsnelheid niet toe na het inspuiten van botuline. De resultaten van de studies bij kinderen komen hier in grote lijnen mee overeen. Nederlandse wetenschappers die werkzaam zijn op dit gebied denken dat het inspuiten van botuline weinig tot geen positief effect heeft op functionele verbeteringen van het lopen. Sterker nog, er kan zelfs sprake zijn van acuut spierkrachtverlies na een botuline-injectie.

Uitgebreid antwoord

Cerebrale parese (CP) is een aandoening van de hersenen waarbij de aansturing van spieren in het lichaam verstoord is. Een van de uitingen van CP zijn spierspasmes in bijvoorbeeld de benen. Dit kan leiden tot een afwijkend looppatroon en mindere sportprestaties. Een van de theorieën die bestaat is dat het inspuiten van botuline in spastische spieren kan bijdragen aan de afname van de spasticiteit en daarmee weleens zou kunnen zorgen voor een verbetering van bijvoorbeeld het lopen. Botuline toxine type A is de werkende stof van botuline. Na inspuiten wordt de spier minder gevoelig voor zenuwprikkels. Hierdoor zou er minder sprake zijn van extreme spieraanspanningen, oftewel spasme.

De vraag is in hoeverre het inspuiten van botuline daadwerkelijk kan bijdragen aan het verbeteren van het uitvoeren van een gecontroleerde beweging. Vanwege praktische voordelen zijn kinderen vaak de onderzoeksgroep in wetenschappelijk onderzoek. Er is meer geld beschikbaar voor kinderonderzoek. Daarnaast zijn kinderen met CP makkelijker te benaderen, aangezien zij geregeld samen op scholen zitten die verbonden zijn aan een revalidatiecentrum. Het weinige onderzoek bij volwassenen maakt het lastig iets te zeggen over de effecten van botuline-injecties bij deze groep mensen, de doelgroep waar de gestelde vraag betrekking op heeft. Er is voor zover bekend maar één goed uitgevoerde studie waarin de effecten van botuline-injecties op de kwaliteit van lopen zijn onderzocht [1]. Het nadeel van deze studie van Maanum en collega’s is dat het hier gaat om volwassenen die zeer weinig bewegen en dus ook niet representatief zijn voor de voetballers van het nationale CP-elftal. Hieronder volgt een opsomming van aangetoonde effecten of het uitblijven daarvan. De beschreven resultaten zijn gebaseerd op studies bij kinderen, een studie bij een groep volwassenen en literatuurstudies. Aan de hand van de beschreven effecten is hierna een ‘best educated guess’ geformuleerd over de te verwachten werking van botuline-injecties bij CP-voetballers. Deze ‘best educated guess’ is getoetst door onderzoekers werkzaam op het gebied van het verbeteren van mobiliteit van CP-patiënten.

De effecten van botuline-injecties op spierniveau zijn niet eenduidig. Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat de spierspanning bij kinderen met CP kan verminderen na het inspuiten van botuline in spastische spieren. Dit is echter zeker niet altijd een gegeven, aangezien er ook studies zijn waarin dit effect niet is gevonden [2,3]. Wel gaven de deelnemers uit de studie bij volwassenen aan dat de zelf ervaren spierstijfheid en spasticiteit afneemt.

Wat zijn vervolgens de effecten van botuline-injecties op het looppatroon? De studie die is uitgevoerd bij volwassenen laat zien dat er geen noemenswaardige veranderingen te zien zijn op het looppatroon na het inspuiten van botuline in spastische beenspieren [1]. Ook bij kinderen met CP is het twijfelachtig of er een positief effect te verwachten valt op de kwaliteit van lopen na botuline-injecties. Ryll en collega’s uit Maastricht laten in een gedegen literatuurstudie zien dat er maar weinig onderzoek is gepubliceerd dat op een nette manier is uitgevoerd bij kinderen [4]. Deze auteurs concluderen dat het inspuiten van botuline geen positief effect heeft op de kwaliteit van lopen.

Tot slot is er nog de loopprestatie. Kan botuline ervoor zorgen dat de loopprestatie verbetert? Het antwoord op deze vraag is wellicht weinig verrassend na het lezen van de bevindingen hierboven. Er is geen aanwijzing dat het injecteren van botuline leidt tot een betere loopprestatie [1,4]. Patiënten met CP gaan bijvoorbeeld niet harder lopen.

Dr. Verschuren, een fysiotherapeut/onderzoeker bij revalidatiecentrum Hoogstraat, bevestigt de bevindingen die hierboven staan. Als dan ook nog blijkt dat de kans op spierkrachtverlies aanwezig is [2] kan het antwoord op de gestelde vraag niet anders zijn dan dat het inspuiten van botuline zeer waarschijnlijk niet bijdraagt aan het verbeteren van de loopprestatie.

Bronnen

  1. Maanum G, Jahnsen R, Stanghelle JK, Sandvik L, Keller A (2011) Effects of botulinium toxin A in ambulant adults with spastic cerebral palsy: a randomized double-blind placebo-controlled trial. J. Rehabil. Med., 43: 338-347.
  2. Lukban MB, Rosales RL, Dressler D (2009) Effectiveness of botuline toxin A for upper and lower limb spasticity in children with cerebral palsy: a summary of evidence. J. Neural. Transm., 116: 319-331.
  3. Koog YH, Min B-I (2010) Effects of botuline toxin A on calf muscles in children with cerebral palsy: a systematic review. Clin. Rehab., 24: 685-700.
  4. Ryll U, Bastiaenen C, De Bie R, Staal B (2011) Effects of leg muscle botulinum toxin A injections on walking in children with spasticity-related cerebral palsy: a systematic review. Develop. Med. Child Neuro., 53: 210-216.