Spring naar content

Vraag coördinatie volleybal

Door intensieve inspanning raken spieren vermoeid. Een teamsporter verliest door een training tijdelijk gemiddeld tussen de 5 en 15% aan maximale kracht. Dit krachtsverlies kan een negatief effect hebben op bijvoorbeeld de sprong- en armkracht, de coördinatie en de techniek. Dit betekent echter lang niet altijd dat de prestatie ook verslechtert. Kennelijk zijn topatleten in staat om in veel gevallen deze negatieve effecten te compenseren. Vooral topsporters zijn in staat om krachtsverlies in de spieren te compenseren door een ander beweegpatroon te gebruiken. Voor de optimale duur van een volleybaltraining valt geen duidelijk advies te geven. De effecten van een (zware) training op de coördinatie en de prestatie zijn tegenstrijdig. Hoezeer de coördinatie en prestatie verslechteren na een training hangt waarschijnlijk zeer af van de soort training, de hersteltijd tussen de oefeningen en de individuele eigenschappen van de atleet. Het is in ieder geval aan te raden om techniek en coördinatie te trainen als sporters nog niet vermoeid zijn, zodat zij de beste en meest efficiënte beweging kunnen aanleren. Een matig intensieve techniektraining kunnen topsporters waarschijnlijk minstens 2 tot 3 uur volhouden. Voldoende water drinken en koolhydraten innemen helpen de sporters om de coördinatie zo goed mogelijk op peil te houden.

Vermoeidheid en coördinatie

Onder vermoeidheid verstaat men in de sport vaak een combinatie van processen die er samen voor zorgen dat de spierkracht afneemt en de sporter zich vermoeid voelt [4]. Uit onderzoek blijkt dat lange wedstrijden of trainingen bij intervalsporten leiden tot een tijdelijke afname van onder andere de maximale spierkracht van 5 tot 15% [4]. Dit krachtsverlies kan direct en indirect een negatief effect hebben op de sportprestatie. Onder andere de coördinatie van de sporter kan hierdoor verslechteren. Soms worden de termen techniek en coördinatie door elkaar gebruikt. Techniek is de aangeleerde vaardigheid om een bepaalde beweging uit te voeren. De coördinatie is de aansturing van de spieren die nodig is voor het uitoefenen van efficiënte en nauwkeurige bewegingen. Soms kunnen verschillende technieken hetzelfde resultaat opleveren. Dan valt ook niet te zeggen welke techniek “beter” is.

Effect van vermoeidheid op de coördinatie en de techniek

Veranderingen in de techniek treden vaker op naarmate de inspanning langer duurt [4]. Uit onderzoek bij voetbal, tennis, zwemmen en hardlopen blijkt dat ook de coördinatie van sporters in de loop van een wedstrijd afneemt [4,6,9]. Dit betekent dat de spieren in de armen of benen door het krachtsverlies niet meer volgens hetzelfde patroon worden aangespannen als in een niet-vermoeide situatie [6]. De duur van het aanspannen van bepaalde spieren kan veranderd zijn, of de verhouding in geleverde kracht tussen verschillende spieren [3,6]. Meestal gaat men ervan uit dat deze aanpassingen of “compensatie-strategieën” leiden tot minder efficiënte bewegingen [6]. Topatleten lijken echter ook als de beweging minder soepel wordt, nog goed te kunnen presteren. Uit onderzoek bij waterpolo, basketbal en tennis blijkt dat de prestatie (gemeten als snelheid en precisie van de worp of slag) niet afneemt na een (kracht-) training, hoewel er wel veranderingen in de techniek optreden [3,4,8]. Bij tennis is wel een kleine krachtsvermindering (6 tot 11% na 2 uur en 10-13% na 3 uur) waargenomen.

Effect van vermoeidheid op de fysieke prestatie

Het lijkt erop dat een sporter de inspanning als zeer zwaar moet ervaren voordat er prestatie- of coördinatieverlies optreedt [4]. Na een zware tennistraining van 2 uur is bijvoorbeeld een lagere balsnelheid, een verhoogd percentage fouten en verminderde precisie bij de service gevonden [6]. De subjectieve vermoeidheid (RPE) wordt vaak gemeten met een schaal van 6 tot 20, waarbij 20 “maximale inspanning” betekent. Als de training niet als bijzonder zwaar is ervaren (een RPE van 14 of minder), blijkt de precisie bij tennis niet verminderd te zijn [4]. De mate van vermoeidheid lijkt belangrijker te zijn dan de duur van de training of wedstrijd: vermoeide voetballers presteerden in de 2e helft minder goed dan in de 1e helft, maar bij niet-vermoeide voetballers was er geen verschil in prestatie tussen beide helften [5]. Als de inspanning lang en/of intensief genoeg is zal er uiteindelijk wel prestatieverslechtering optreden door vermoeidheid, wanneer de techniek te sterk verandert. Zo is onder andere gevonden dat de prestaties bij werpen, passen en slaan verminderden door vermoeidheid [4]. In deze gevallen was altijd sprake van een slechtere timing en een verslechterde techniek volgens de coach [2,4,6].

Indirect effect van vermoeidheid op de prestatie

Voor een optimale sportprestatie is niet alleen spierkracht en coördinatie nodig. De reactietijd en de fijne motoriek lijken niet af te nemen na een zware training [4]. Wat betreft de cognitieve vaardigheden (zoals beslisvaardigheid en concentratie), heeft spiervermoeidheid volgens sommige onderzoekers geen [4], maar volgens anderen wel een negatief effect [6,7]. Sommige onderzoekers denken dat dit komt doordat sporters bewust meer aandacht besteden aan hun beweging als zij weten dat zij vermoeid zijn [2]. Dit vraagt dus meer concentratie en aandacht voor de beweging (interne focus) [2], wat een negatief effect kan hebben op de prestatie. Spierpijn, een gevoel van krachtsverlies of een verminderde coördinatie kunnen een negatief effect hebben op de cognitieve vaardigheden, de motivatie, het zelfvertrouwen of de concentratie tijdens het sporten en daardoor de prestatie verslechteren [4]. Door langdurige zware inspanning kunnen oververhitting, dehydratie of een tekort aan energie (koolhydraten) ontstaan. Deze kunnen een negatief effect hebben op zowel de cognitieve prestatie als de coördinatie [4]. Uit sommige recente studies blijkt ook dat saaie en vermoeiende mentale taken het subjectieve gevoel van vermoeidheid (RPE) kunnen verhogen, waardoor de fysieke prestatie ook verslechtert [4]. Wel lijkt het erop dat het presteren na saaie en vermoeiende mentale taken te trainen is.

Strategieën om vermindering van de prestatie te voorkomen

De prestatie van experts verslechtert bij vermoeidheid minder dan die van amateurs [6]. Het lijkt dus zo te zijn dat sporters kunnen leren om hun coördinatie aan te passen aan de veranderingen die bij vermoeidheid optreden [6]. Dit betekent echter ook dat trainen met vermoeidheid er toe kan leiden dat sporters een andere techniek aanleren dan zij gebruiken als zij niet vermoeid zijn [6]. De hersteltijd tussen oefeningen is daarnaast van groot belang voor het effect van de training op de vermoeidheid en de prestatie [3]. De techniek van tennissers verslechterde bijvoorbeeld niet als zij 5 minuten hersteltijd kregen, maar wel bij 30 seconden hersteltijd [1]. Ook is het belangrijk om spierschade (door excentrisch of te zwaar trainen) te voorkomen als de spierfunctie behouden moet blijven [3]. Door spierschade blijft de spierkracht namelijk langere tijd verminderd.

Advies

Getrainde atleten kunnen zonder problemen 2 tot 3 uur trainen, mits de training niet continu zeer intensief is. De coördinatie blijkt pas te verslechteren als sporters zelf aangeven dat zij zwaar of zeer zwaar vermoeid zijn. Dit is eenvoudig te meten tijdens de training met behulp van bijvoorbeeld de Borg-schaal (die de RPE meet). Ook is het raadzaam om voldoende hersteltijd in te plannen als de training lang duurt. Dit betekent dat sporters regelmatig enkele minuten hersteltijd moeten krijgen tussen intensieve oefeningen. Voldoende water en koolhydraten zijn ook nodig om een goede prestatie en coördinatie zo lang mogelijk vol te houden. Als techniektraining aan het begin van de training plaatsvindt, kunnen de sporters in een optimale situatie de beste techniek en coördinatie oefenen. Als de kans groot is dat tijdens wedstrijden grote vermoeidheid optreedt, is het misschien ook raadzaam om atleten erop te trainen om met de effecten hiervan om te gaan.

Bronnen

  1. Ferrauti A, Pluim BM, Karl Weber K (2001) The effect of recovery duration on running speed and stroke quality during intermittent training drills in elite tennis players. J. Sports Sci., 19:235-242
  2. Forestier N, Nougier V (1998) The effects of muscular fatigue on the coordination of a multijoint movement in human. Neuroscience letters, 252:187-190
  3. Girard O, Lattier G, Maffiuletti NA, Micallef JP, Millet GP (2008) Neuromuscular fatigue during a prolonged intermittent exercise: application to tennis. J. Electromyogr. Kinesiol., 18:1038-1046
  4. Knicker AJ, Renshaw I, Oldham AR, Cairns SP (2011) Interactive processes link the multiple symptoms of fatigue in sport competition. Sports Med., 41:307-328
  5. Rampinini E, Impellizzeri FM, Castagna C, Coutts AJ, Wisløff U (2009) Technical performance during soccer matches of the Italian Serie A league: Effect of fatigue and competitive level. J. Sci. Med. Sport, 12:227-233
  6. Rota S, Morel B, Saboul D, Rogowski I, Hautier C (2014) Influence of fatigue on upper limb muscle activity and performance in tennis. J. Electromyogr. Kinesiol., 24:90-97
  7. Sesboüé B, Guincestre JY (2006) Muscular fatigue. Ann. Readapt. Med. Phys., 49:257-264
  8. Shoenfelt EL (1991) Immediate effect of weight training as compared to aerobics exercise on free-throw shooting in collegiate basketball players. Percept. Mot. skills, 73:367-370
  9. Trezise J, Bartlett R, Bussey M (2011) Coordination variability changes with fatigue in sprinters. Int. J. Sports Sci. Coach., 6:357-364