Spring naar content

Vraag effect bij softbalpitches

Kort antwoord

Als een pitcher een rotatie aan de bal meegeeft, wijkt deze af van het normale paraboolvormige traject van de bal. We noemen dit ook wel ‘effect’. De afwijking hangt af van de rotatiesnelheid en -richting van de bal. De positie van de hand bij het loslaten bepaalt de rotatieas en -richting van de bal.

Er is geen wetenschappelijke literatuur bekend over de beweging van de pols en hand bij softbalpitches. Ook bij bowlen is dit niet bekend. De beweging van de pols en hand tijdens baseballpitches is wel onderzocht: hierbij spelen de elleboog, pols en hand een rol in het bepalen van de rotatieas en -snelheid van de bal, maar ook de rest van het lichaam speelt hier een rol in.  

Uitgebreid antwoord

Effect

Balsporters geven vaak ‘effect’ aan een bal zodat de vlucht van de bal afwijkt van de normale paraboolvorm en daardoor minder voorspelbaar wordt voor de tegenstander. Een pitcher kan de vlucht van de bal beïnvloeden door de snelheid, hoogte en hoek waarmee de bal wordt losgelaten aan te passen, maar ook door rotatie (‘spin’) aan de bal mee te geven. Topspin zorgt voor een neerwaarts baltraject, backspin zorgt voor een stijging, balrotatie met de klok mee voor een afwijking naar rechts en balrotatie tegen de klok in voor een afwijking naar links. Combinaties van rotatie in de voor-achterwaartse en zijwaartse richting zijn ook mogelijk[1].

Softbal

Om te weten of de pols en vingerbeweging bijdragen aan de balrotatie en het baltraject, zou men de gewrichtshoeken in hand en pols tussen verschillende soorten pitches moeten vergelijken. Het liefst zou dan ook de balrotatie moeten worden meegenomen, zodat je weet of de pols- en handbeweging daadwerkelijk effect hebben op de bal. Tot op heden is zo’n onderzoek nog niet gedaan.

Onderzoekers hebben wel gekeken naar de rompbeweging en naar de buiging en strekking van de elleboog bij verschillende typen softbalpitches[2]. De hand en pols zijn in dit onderzoek niet meegenomen. Uit het onderzoek blijkt dat de rompbeweging verschilt per type pitch. Zo leunen pitchers meer achterover met de romp bij een fastball en meer voorover bij een dropball (neerwaartse afwijking). Bij een curveball (zijwaartse afwijking) is er meer rotatie met de romp naar de werparm toe dan bij andere pitchtypes. We weten uit dit onderzoek dus dat de romp invloed heeft op het baltraject, maar niet wat de invloed van de hand en pols is.

Baseball

In baseball is de invloed van de hand en pols wel onderzocht. Omdat de bal bij het loslaten van de handpalm en de vingers afrolt, wordt de rotatieas van de bal bepaald door de oriëntatie van het vlak dat gevormd wordt door de handpalm en de vingers ten opzichte van de wereld[3]. Deze oriëntatie is afhankelijk van de positie van alle ledematen, niet alleen de hand en pols.

Uit onderzoeken die de beweging van alle ledematen tijdens verschillende pitchtypes vergelijken, blijkt dat er wel verschillen zijn in de beweging van de elleboog en pols. Tussen een curveball en een fastball zit het meeste verschil: bij een curveball is de onderarm in supinatie (handpalm draait naar de pitcher toe) en wordt de pols gedurende de hele beweging gebogen gehouden[4,5]. Bij de fastball is de onderarm in pronatie (rug van de hand naar de pitcher toe). Zo zijn er meer verschillen tussen de typen pitches. De auteurs van één van de studies concluderen dat de snelheid van de worp door de grotere gewrichten (schouder, elleboog, romp) bepaald wordt en de pols en hand een rol spelen bij de finetuning van de worp[4]. Daarnaast stellen Jinji en collega’s dat pitchers het moeilijk vinden om de beweging van kleine gewrichten te controleren in de laatste fase van de worp, omdat de bewegingssnelheid daar heel hoog is. Op een eerder moment in de worp kan dat volgens de onderzoekers nog wel[3].

Het is aannemelijk dat deze laatste hypothesen ook voor softbal gelden. We kunnen baseball en softbal echter niet met elkaar vergelijken omdat de werpbeweging heel anders is (bovenhands versus onderhands).

Bowlen

Er is geen wetenschappelijke literatuur beschikbaar waarin wordt onderzocht hoe er effect aan een bowlingbal wordt gegeven. We weten dus niet of er een verschil is in de invloed van polsbewegingen op het baltraject tussen softbal en bowlen.

Bronnen

  1. Lindsay C, Clark B, Middleton K, Crowther R, Spratford W. How do athletes cause ball flight path deviation in high-performance interceptive ball sports? A systematic review. Int J Sport Sci Coach. 2021; DOI: 10.1177/17479541211047360.
  2. Downs JL, Bordelon NM, Friesen KB, Shannon DM, Oliver GD. Kinematic differences exist between the fastball, changeup, curveball, and dropball pitch types in collegiate softball pitchers. Am J Sports Med. 2021;49(4):1065–1072.
  3. Jinji T, Sakurai S, Hirano Y. Factors determining the spin axis of a pitched fastball in baseball. J Sports Sci. 2011;29(7):761–767.
  4. Solomito MJ, Garibay EJ, Woods JR, Õunpuu S, Nissen CW. Evaluation of wrist and forearm motion in college-aged baseball pitchers. Sport Biomech. 2014;13(4):320–331.
  5. Fleisig GS, Laughlin WA, Aune KT, Cain EL, Dugas JR, Andrews JR. Differences among fastball, curveball, and change-up pitching biomechanics across various levels of baseball. Sport Biomech. 2016;15(2):128–138.