Spring naar content

Vraag effect van reistijd op paarden

Op de vraag wat het effect is van lange reizen op het prestatievermogen van paarden is geen direct antwoord te geven omdat hier geen gedegen onderzoek naar is gedaan. Er zijn wel aanwijzingen (in niet gepubliceerd onderzoek) dat een lange reis niet tot nauwelijks invloed heeft op het prestatievermogen van een paard [1]. In de vergelijking tussen reizen per trailer of met het vliegtuig lijkt het erop dat paarden minder stress ondervinden van reizen per vliegtuig dan van reizen per trailer [2]. Ongeacht het vervoersmiddel verliezen paarden vocht gedurende de reis [1]. Bij het vervoer per trailer lijkt het niet handig om vaak te stoppen om de paarden water te geven, omdat het stoppen en optrekken van de trailer voor stress kan zorgen. Het is wel belangrijk om de paarden regelmatig van water te voorzien. De beste opties zijn om dit continu of elke 2 tot 4 uur te doen [1].

Paarden slapen ongeveer 3 uur verdeeld over de dag in perioden van 15 minuten. Het dag- en nachtritme, zoals mensen dat kennen, is bij paarden dus veel minder duidelijk aanwezig. Mogelijk is dit ook de reden waarom paarden waarschijnlijk nauwelijks last hebben van een jetlag, maar ook dit is nog te weinig onderzocht om met zekerheid te zeggen [3].

Het lijkt er op dat paarden binnen een dag kunnen herstellen van een lange reis, al dan niet met een tijdsverschil [1]. Daarom valt te overwegen om paarden een dag de tijd te geven om te herstellen van een lange reis. Ook is het aan te bevelen om paarden direct te voorzien van voldoende water en voeding bij aankomst op de bestemming.

Bronnen

  1. Leadon D, Waran N, Herholz C, Klay M (2007) Veterinary management of horse transport. Vet. Italiana, 44: 149-163
  2. Munsters CCBM, de Gooijer JW, van den Broek J, van Oldruitenborgh-Oosterbaan MS (2012) Heart rate, heart rate variability and behaviour of horses during air transport. Vet. Record, vetrec-2012
  3. Murphy BA (2010) Chronobiology and the horse: recent revelations and future directions. The Vet. J., 185: 105-114

Met dank aan C. (Carolien) Munsters