Spring naar content

Vraag fitheid testen korfbal

Kort antwoord

Er bestaat geen korfbalspecifieke test waarmee de fitheid van korfbalspelers te bepalen is. Tests bij andere sporten zijn te sportspecifiek om iets te zeggen over de korfbalfitheid. Zo wordt bij tennistests bijvoorbeeld gebruik gemaakt van services of andere racketspecifieke acties.

Met relatief eenvoudige tests is wel een beeld te vormen over hoe korfballers scoren op verschillende fitheidsaspecten die belangrijk zijn bij korfbal. Voorbeelden hiervan zijn wendbaarheid, vermogen om te versnellen en uithoudingsvermogen op basis van een intervalinspanning. Voorbeelden van deze tests zijn beschreven in het uitgebreide antwoord.

Het is wel mogelijk een uitgebreide fitheidstest voor korfbal te bedenken en uit te werken. Of een dergelijke test betrouwbaarheid is en werkelijk meet wat men wil meten zal dan eerst onderzocht moeten worden.

Uitgebreide antwoord

Idealiter zou er één test bestaan waarmee snel en eenvoudig de fitheid van sporters gemeten kan worden op een zo sportspecifiek mogelijke manier. Helaas is fitheid van veel aspecten afhankelijk en bestaat een dergelijke test niet. Korfbal heeft zo’n specifieke arbeid-rust verhouding dat testen die bij andere sporten veel worden gebruikt, niet relevant zijn.

Hoewel er geen korfbalspecifieke tests bestaan, zijn er wel bepaalde aspecten in kaart te brengen die van belang zijn om goed te kunnen presteren bij korfbal. Zo is het vermogen om te versnellen van belang, snel kunnen wenden en keren en het uithoudingsvermogen bij een intervalinspanning. Hieronder staan enkele voorbeelden van tests om deze aspecten in kaart te brengen. Door deze tests verspreid over het seizoen te herhalen is er een goed beeld van de fitheid van de spelers over de tijd te krijgen [3].

Wendbaarheid

Een zogenoemde T-test is een manier om snel een beeld te krijgen over het vermogen om te versnellen en de wendbaarheid van een speler. De test voorspelt ook in grote mate onder andere de beenkracht [2,4].

Een speler moet als het ware een T-circuit lopen, waarbij hij eerst tien meter naar voren sprint, dan vijf meter naar links shufflet, dan tien meter naar rechts, vijf meter naar links en weer tien meter achteruit shufflet. Om betrouwbaar te meten is het verstandig gebruik te maken van poortjes die de tijd registreren (aanwezig op Papendal). Als die niet voorhanden zijn, kan een trainer ook zelf de tijd registreren. De uitgangspositie bij de start is met twee voeten naast elkaar en licht naar voren geleund, zodat de eerste stap meteen voorwaarts is [2]. De blauwe rondjes in figuur 1 stellen kleine pionnetjes voor die aangetikt moeten worden met één hand.

De sporter moet de test viermaal uitvoeren met minimaal drie minuten rust ertussen. De snelste test telt. Tweemaal gaat de test linksom, dus bij het kruispunt eerst naar links, en tweemaal gaat hij rechtsom. De volgorde is dan links-rechts-links-rechts. Op Papendal wordt de test ook vaak met de halve afstand uitgevoerd, alleen is niet bekend of de test nog een valide is in die vorm.

Figuur 1: T-test.

Versnelling

Door tien meter te sprinten is het vermogen om te versnellen te meten. Het is verstandig om dit te doen met behulp van poortjes om de tijd te registreren, omdat anders de meting onbetrouwbaar is. Hier geldt weer driemaal sprinten met een minimale rust van drie minuten, waarbij de snelste test telt [2].

Uithoudingsvermogen

De yo-yo Intermittent Recovery Test is internationaal gezien een van de meest gangbare en toepasbare tests om iets te zeggen over het algemene uithoudingsvermogen van een spelsporter. Hierbij loopt de sporter twee keer twintig meter waarna er een actieve rust (twee keer vijf meter wandelen) van tien seconden volgt (figuur 2). De snelheid waarmee sporter de twee keer twintig meter moet afleggen loopt steeds verder op. Er zijn twee varianten van de test, waarbij bij de één de snelheid langzamer toeneemt dan de ander [1]. Voor een uitgebreide uitleg is deze website te raadplegen: http://www.topendsports.com/testing/yo-yo-intermittent-levels.htm. Hier is ook de test te downloaden als MP3-bestand.

Figuur 2: yo-yo Intermittent Recovery Test

Deze test is ook goed submaximaal uit te voeren. In dat geval is het noodzakelijk om de hartfrequentie te bepalen. Door de sporters gedurende het seizoen telkens tot het zelfde niveau (bijvoorbeeld “level acht”) te laten lopen en daarbij de hartfrequentie te meten, is het verloop in uithoudingsvermogen vast te stellen.

De hierboven beschreven tests zijn voorbeelden, er zijn ook nog andere mogelijkheden. De hier genoemde tests zijn echter (redelijk) representatief voor korfbal en hebben hun waarde in de praktijk bewezen. Ze kunnen prima dienen als een indicatie van de fitheid van een speler over de tijd gemeten, bijvoorbeeld gedurende een seizoen.

Bronnen

  1. Bangsbo J, Iaia FM, Krustrup P (2008) The Yo-Yo intermittent recovery test : a useful tool for evaluation of physical performance in intermittent sports. Sports Med., 38:c37-51
  2. Bloomfield J, Polman R, O’Donoghue P, McNaughton L (2007) Effective speed and agility conditioning methodology for random intermittent dynamic type sports. J. Strength Cond. Res., 21: 1093-1100
  3. Paul DJ, Gabbett TJ, Nassis GP (2016) Agility in team sports: testing, training and factors affecting performance. Sports Med., 46: 421-442
  4. Pauole K, Madole K, Garhammer J, Lacourse M, Rozenek R (2000) Reliability and validity of the T-test as a measure of agility, leg power, and leg speed in college-aged men and women. J. Strength Cond. Res., 14: 443-450