Spring naar content

Vraag functieverlies en rolstoelprestatie

Antwoord

In verschillende studies hebben onderzoekers gekeken naar de relatie tussen functieverlies en rolstoelmobiliteit, zoals snelheid en acceleratievermogen, alleen regelmatig met de classificatie als maat voor functieverlies [1-3]. Hierdoor is het moeilijk te bepalen in hoeverre functieverlies, en specifiek krachtsverlies van de armen en romp, samenhangt met rolstoelmobiliteit.

Functieverlies en rolstoelmobiliteit

In de enkele studies die wel specifiek naar krachtsverlies van de armen en romp hebben gekeken, blijkt dat functieverlies van de armen de rolstoelmobiliteit logischerwijs meer belemmert dan functieverlies van de romp [4,5].

Zo is er een sterkere relatie gevonden tussen armkracht en snelheid (0 tot 15 meter) dan tussen rompkracht en snelheid [4]. Rolstoelrugbyers met een slechtere armfunctie (gemeten met de ‘Manual Muscle Testing’) legden bovendien minder afstand af tijdens een wedstrijd, bereikten lagere pieksnelheden, brachten meer tijd door op lage snelheid en minder tijd op matige tot maximale snelheid [5]. Ook bleek hoe minder kracht rolstoelsporters hadden in de armen en schouders, des te lager hun snelheid was [4,6]. Dat de armen belangrijk zijn voor rolstoelmobiliteit, bleek ook uit een studie waarin functieverlies van de armen tussen de 17 en 47 procent van de variantie in rolstoelmobiliteit verklaarde [4].

Rompfunctie

Studies naar de relatie tussen functieverlies van de romp en rolstoelmobiliteit laten tegenstrijdige resultaten zien. Dit geldt bijvoorbeeld voor het acceleratievermogen. In één studie met internationale rolstoelatleten was er geen verband tussen functieverlies van de romp en het acceleratievermogen [7], terwijl in een andere studie met (inter)nationale basketballers en rugbyers deze relatie wel werd gevonden [8]. Uit de studie van Altman en collega’s kwam naar voren hoe groter de voorwaartse rompkracht van sporters, des te sneller ze waren over een afstand van één meter.

In de studie van Mason en collega’s legden rolstoelrugbyers met een matige tot goede rompfunctie volgens de ‘Trunk Impairment Classification’ meer afstand af dan spelers met volledige verlamming van de rompspieren. Ook brachten ze minder tijd door bij zeer lage snelheden [5]. Voor maximale snelheid was er geen verschil tussen rolstoelrugbyers op basis van rompfunctie. Functieverlies van de romp verklaarde tussen de 11 en 24 procent van de variatie in rolstoelmobiliteit.

Borstfunctie

Functieverlies van spieren betrokken bij bankdrukken (met name borstspieren, maar ook triceps, schouder- en rompspieren) bleek nauwelijks effect te hebben op de rolstoelmobiliteit. Een groep Spaanse onderzoekers vond namelijk geen relatie tussen het maximale gewicht dat een sporter één keer kon bankdrukken en verschillende uitkomstmaten van rolstoelmobiliteit, zoals de 20 meter sprint, herhaalde sprint en draaivaardigheid (505 CODA) [9]. Volgens de onderzoekers zijn waarschijnlijk andere spieren meer actief bij rolstoelmobiliteit dan bij bankdrukken. Ook andere factoren kunnen een rol spelen, waaronder de aandrijvingstechniek van de rolstoel. 

Conclusie

Hoewel er relatief weinig bekend is over het effect van krachtsverlies op rolstoelmobiliteit, lijkt het erop dat zowel krachtsverlies van de armen als de romp (in meer en mindere mate) de rolstoelmobiliteit beperkt.

Bronnen

  1. Altmann VC, Groen BE, Hart AL, Vanlandewijck YC, van Limbeek J, Keijsers NLW. The impact of trunk impairment on performance-determining activities in wheelchair rugby. Scand J Med Sci Sports. 2017 Sep;27(9):1005-1014. doi: 10.1111/sms.12720. Epub 2016 Oct 2. PMID: 27696507.
  2. Gil SM, Yanci J, Otero M, Olasagasti J, Badiola A, Bidaurrazaga-Letona I, Iturricastillo A, Granados C. The Functional Classification and Field Test Performance in Wheelchair Basketball Players. J Hum Kinet. 2015 Jul 10;46:219-30. doi: 10.1515/hukin-2015-0050.
  3. De Groot S, Balvers IJ, Kouwenhoven SM, Janssen TW. Validity and reliability of tests determining performance-related components of wheelchair basketball. J Sports Sci. 2012 May;30(9):879-87. doi: 10.1080/02640414.2012.675082.
  4. Connick MJ, Beckman E, Vanlandewijck Y, Malone LA, Blomqvist S, Tweedy SM. Cluster analysis of novel isometric strength measures produces a valid and evidence-based classification structure for wheelchair track racing. Br J Sports Med. 2018 Sep;52(17):1123-1129. doi: 10.1136/bjsports-2017-097558.
  5. Mason BS, Altmann VC, Goosey-Tolfrey VL. Understanding the Impact of Trunk and Arm Impairments on Wheelchair Rugby Performance During Competition. Int J Sports Physiol Perform. 2019 May 1;14(5):612-619. doi: 10.1123/ijspp.2018-0204.
  6. Soylu Ç, Yıldırım NÜ, Akalan C, Akınoğlu B, Kocahan T. The Relationship Between Athletic Performance and Physiological Characteristics in Wheelchair Basketball Athletes. Res Q Exerc Sport. 2021 Dec;92(4):639-650. doi: 10.1080/02701367.2020.1762834. Epub 2020 Jul 16. PMID: 32674718.
  7. Vanlandewijck YC, Verellen J, Beckman E, Connick M, Tweedy SM. Trunk strength effect on track wheelchair start: implications for classification. Med Sci Sports Exerc. 2011 Dec;43(12):2344-51. doi: 10.1249/MSS.0b013e318223af14.
  8. Altmann VC, Groen BE, Hart AL, Vanlandewijck YC, Keijsers NLW. Classifying trunk strength impairment according to the activity limitation caused in wheelchair rugby performance. Scand J Med Sci Sports. 2018 Feb;28(2):649-657. doi: 10.1111/sms.12921.
  9. Iturricastillo A, Granados C, Reina R, Sarabia JM, Romarate A, Yanci J. Velocity and Power-Load Association of Bench Press Exercise in Wheelchair Basketball Players and Their Relationships With Field-Test Performance. Int J Sports Physiol Perform. 2019 Jul 1;14(7):880-886. doi: 10.1123/ijspp.2018-0123. PMID: 30569792.
  10. Mason BS, Altmann VC, Hutchinson MJ, Petrone N, Bettella F, Goosey-Tolfrey VL. Optimising classification of proximal arm strength impairment in wheelchair rugby: A proof of concept study. J Sports Sci. 2021 Aug;39(sup1):132-139. doi: 10.1080/02640414.2021.1883291.