Spring naar content

Vraag herstel maximaaltest

Hoewel er geen specifieke studies zijn gedaan naar de benodigde hersteltijd van een maximale interval shuttle run test, is de verwachting dat sporters hier binnen 24 uur weer volledig van hersteld zijn. Deze relatief korte hersteltijd komt doordat dergelijke tests meestal tien tot twintig minuten duren. In zo’n korte tijd spreken sporters de energievoorraad in hun spieren maar gedeeltelijk aan en verliezen ze weinig vocht. Het aanvullen hiervan zal dan ook weinig tijd in beslag nemen.

Daarnaast is er geen reden om aan te nemen dat topsporters door de test veel spierschade op zullen lopen en daar langdurig van moeten herstellen. Zo zijn topsporters ten eerste gewend om op een hoge snelheid te lopen. Ten tweede lopen ze maar een beperkt deel van de test (en dus de tijd) op een relatief hoge snelheid. Ten derde ligt de pieksnelheid die ze tijdens wedstrijden halen hoger dan de maximale snelheid die ze tijdens een test halen.

Of sporters, nadat ze een maximale interval shuttle run test hebben gelopen, eerder geblesseerd raken is niet onderzocht. Echter, aangezien de sporters zich relatief kort hoog intensief inspannen, is het niet te verwachten dat het blessurerisico hierdoor toeneemt. Een dergelijke test kan dan ook zonder problemen worden afgenomen, ook kort voor belangrijke toernooien. Voer uiteraard wel een goede warming-up uit voor de test.

Veruit de meeste topsporters voeren jaarlijks meerdere inspanningstesten uit. Meestal ondergaan zij dergelijke testen om na te gaan op welke intensiteit ze moeten trainen, of om te bepalen hoeveel vooruitgang ze hebben geboekt met het voorgaande trainingsblok. Vooral bij een maximaaltest loopt de intensiteit en daarmee de belasting op de sporters flink op. Het is dan ook de vraag hoe snel sporters van zo’n test herstellen en of het risico op een blessure niet aanzienlijk stijgt door zo’n test uit te voeren.

Yo-Yo Intermittent Recovery Level 1 test

Bij veel teamsporten wordt de zogenoemde Yo-Yo Intermittent Recovery Level 1 test (Yo-Yo IRT1) gebruikt. Deze variant van de welbekende Multistage Shuttle Run Test (MSRT) is ontwikkeld door de Deense sportwetenschapper Jens Bangsbo. Net als tijdens de MSRT moeten sporters tijdens de Yo-Yo-IRT1 telkens twintig meter lopen. Hierbij neemt de snelheid waarmee ze dat moeten doen geleidelijk toe. Het verschil tussen beide tests is dat sporters bij de Yo-Yo IRT1 na elke keer dat ze heen en weer hebben gelopen (dus na twee keer twintig meter), tien seconden actief herstel hebben. Dit patroon van inspanning afgewisseld met actief herstel lijkt voor teamsporters meer op een wedstrijdsituatie dan continue inspanning zoals tijdens de MRST. Voor de meeste sporters duurt de Yo-Yo IRT1 overigens tien tot twintig minuten [1].

Fysiologische respons

Dat de Yo-Yo IRT1 een geschikte test is om het uithoudingsvermogen te bepalen blijkt duidelijk uit de fysiologische respons van sporters die de test ondergaan. Zo bereiken zij onder meer hun maximale hartfrequentie [3]. Daarnaast loopt de concentratie melkzuur in hun bloed tijdens de Yo-Yo IRT1 flink op tot ongeveer tien millimol per liter bloed, en daalt de zuurgraad van het bloed; tekenen van ‘verzuring’.

Tijdens de test gebruiken sporters voornamelijk de glycogeenvoorraad in hun spieren om energie te produceren. Aangezien de test met tien tot twintig minuten relatief kort duurt, wordt deze glycogeenvoorraad maar voor ongeveer een kwart aangesproken. Ook het vochtverlies dat door de test ontstaat blijft met ongeveer een halve liter heel beperkt [3].

Er zijn geen onderzoeksgegevens bekend over de spierschade die optreedt als gevolg van de Yo-Yo IRT1. Hoewel deze test ongetwijfeld enige spierschade met zich mee zal brengen, is er geen reden om te veronderstellen dat deze schade groter zal zijn dan na afloop van een reguliere training. Dit komt omdat sporters gewend zijn om op een hoge snelheid te lopen. Daarnaast lopen ze maar een beperkt deel van de test (en dus de tijd) op een relatief hoge snelheid, waarbij de topsnelheid lager ligt dan de pieksnelheid waarmee ze tijdens een wedstrijd lopen. Dat de sporters moeten lopen totdat ze uitgeput zijn, geeft aan dat de test zeer intensief is. Ook hierbij gaat het argument op dat de tijd dat de sporters zich heel intensief moeten inspannen beperkt is, en er dus ook maar beperkte spierschade zal optreden.

Benodigde hersteltijd

Voor een zo optimaal mogelijk herstel is het belangrijk dat sporters voldoende rust nemen om de spieren te laten herstellen en om het energie- en vochtverlies weer aan te vullen. Voor zover Topsport Topics kan overzien is er geen onderzoek uitgevoerd waaruit valt af te leiden hoe lang sporters moeten herstellen van een maximale inspanningstest, zoals de Yo-Yo IRT1. De verwachting is echter dat het herstel niet langer dan 24 uur in beslag neemt. Zo daalt de hartfrequentie in het eerste kwartier na de test met ongeveer 50 procent van het maximum, en de melkzuurconcentratie met ongeveer 35 procent [3]. Daarnaast valt de spierschade naar verwachting wel mee en zijn de energie- en vochtverliezen beperkt. Ook ander onderzoek laat geen verschil in prestatie zien wanneer sporters binnen 24 uur tweemaal een zware inspanning moeten leveren [2].

Blessurerisico

Ook naar de invloed van een maximale inspanningstest op het blessurerisico is helaas geen onderzoek uitgevoerd. Op basis van de relatief korte duur van de test, de beperkte fysiologische verstoringen en het verwachtte snelle herstel daarvan, lijkt er echter geen aanleiding te zijn om te veronderstellen dat het blessurerisico door de test stijgt.

Tot slot

Hoewel sporters zich tijdens een Yo-Yo IRT1 intensief moeten inspannen, is dat op zich geen reden voor paniek. Topsporters zijn immers gewend aan intensieve inspanning. Het is wel aan te raden om dergelijke inspanningstesten bewust op te nemen in de trainingsplanning en daarmee te zien als volwaardige trainingsprikkel. Zodoende wordt voorkomen dat de test een ‘extra’ trainingsprikkel is en daarmee mogelijk wél tot aanzienlijke spierschade leidt en tot een groter energie- en vochtverlies. In dat geval neemt de benodigde hersteltijd namelijk aanzienlijk toe. Uiteraard is het aan te raden om voorafgaand aan de test een goede warming-up uit te voeren.

Bronnen

  1. Bangsbo J, Iaia FM, Krustrup P (2008) The Yo-Yo intermittent recovery Test. A useful tool for evaluation of physical performance in intermittent sports. Sports Med., 38: 37-51
  2. Hausswirth C, Mujika I (2013) Recovery for performance in sport. Champaign, Human Kinetics
  3. Krustrup P, Mohr M, Amstrup T, Rysgaard T, Johansen J, Steenberg A, Pedersen PK, Bangsbo J (2003) The Yo-Yo intermittent recovery test: physiological response, reliability and validity. Med. Sci. Sports Exerc., 35: 697-705