Spring naar content

Vraag hoogtetraining en werking van schildklier

Sommige Nederlandse sportsters slapen regelmatig (ongeveer acht uur per nacht) in een hoogtetent die zorgt voor een zuurstofpercentage van 15,8 tot zelfs 15,4 procent (wat overeenkomt met 2450 meter hoogte). Dit doen ze twee weken lang, dan een week niet, en daarna weer twee weken. De vraag is of een dergelijke aanpak ook nadelige effecten heeft. Zo vraagt Aart van der Wulp zich af of deze vorm van hoogtetraining de werking van de schildklier kan verstoren.

Er zijn in de literatuur geen aanwijzingen dat slapen in een hoogtetent leidt tot een verstoring van de werking van de schildklier. Ook zijn er bij de geraadpleegde sportartsen in Nederland geen gevallen bekend, of mechanismen waarom dit zou gebeuren.

Schildklierhormonen hebben op verschillende manieren invloed op de sportprestatie. Zo stimuleren ze de aanmaak van rode bloedcellen, en spelen ze een rol bij vaatverwijding en –groei en bij de activatie van bepaalde genen in de spiercellen.

Als sporters aan fysieke stress blootgesteld worden, zoals tijdens een verblijf op grote hoogte, is soms een lichte stijging van de concentratie van de schildklierhormonen in het bloed te zien. Er zijn echter geen aanwijzingen dat deze tijdelijke schommelingen op korte of lange termijn schadelijk zijn.

De meeste studies naar de werking van schildklierhormonen bij sporters tijdens een verblijf op hoogte, zijn uitgevoerd bij mannen. Hierin zijn geen aanwijzingen gevonden dat zware inspanning, een verblijf op (gesimuleerde) hoogte of een combinatie van beide leidt tot een verstoring van de werking van de schildklier of de aanmaak van schildklierhormonen. Er zijn echter maar zeer weinig vergelijkbare studies bij vrouwen gedaan. Het is dus in theorie mogelijk (maar onwaarschijnlijk) dat vrouwen gevoeliger zijn voor schommelingen in de concentraties van de schildklierhormonen. Het ligt echter meer voor de hand dat eventuele schildklierproblemen bij sportsters geheel los staan van de hoogtetrainingen die zij doen.

Hoogtestage

Sporters gaan op hoogtetraining omdat op hoogte de zuurstofspanning lager is. Het lichaam moet zich daaarom aanpassen aan het optredende zuurstofgebrek, ook wel hypoxie genoemd. Dit gebeurt door het transport van zuurstof naar de spieren en organen in het lichaam te verbeteren. Onder andere het hormoon erythropoietine, kortweg EPO, speelt hierbij een belangrijke rol. EPO leidt tot de aanmaak van meer rode bloedlichaampjes, die zuurstof door het bloed vervoeren. Deze aanpassingen kunnen voordelig zijn als een sporter vervolgens op zeeniveau moet presteren.

Nederlandse sporters kunnen een verblijf op hoogte simuleren door bijvoorbeeld te slapen in een tent waarin het percentage zuurstof in de lucht verlaagd is, zodat zij geen verre reis hoeven te maken.

Schildklierhormonen

De schildklier produceert twee hormonen die kortweg T3 en T4 worden genoemd. Deze hormonen zijn meestal gebonden aan aminozuren, maar ze kunnen ook in vrije vorm (fT3 en fT4) voorkomen. Bij gezonde mensen maakt de schildklier voornamelijk T4, dat vervolgens in andere organen omgezet wordt in T3 [4]. Daar kan het cellen stimuleren tot het produceren van bepaalde eiwitten wanneer die nodig zijn [4]. Op deze manier beïnvloeden deze hormonen een groot aantal processen in het lichaam. De aanmaak van T3 en T4 wordt gereguleerd door het hormoon TSH, kort voor “thyroid stimulerend hormoon”. Onvoldoende aanmaak van TSH kan daarom leiden tot een tekort aan schildklierhormonen, maar dit komt slechts zeer zelden voor.

De functie van schildklierhormonen

Schildklierhormonen spelen een sleutelrol bij de stofwisseling en het energiegebruik in het lichaam, en zijn dus cruciaal voor een goede sportprestatie [3]. Op celniveau reguleren T3 en T4 de activatie van genen en eiwitten, en beïnvloeden zo bijvoorbeeld de concentratie van calcium in de spieren die nodig is voor spiersamentrekkingen [4,7]. Ook bewaken ze de zuurstofvoorziening van de spieren. Ze zorgen voor verwijding en groei van bloedvaten, en stimuleren de rode bloedcellen tot het afgeven van zuurstof aan de spieren [4,6]. De hormonen T3 en T4 spelen daarnaast een rol bij de aanmaak van EPO [1,6].

Bij een te grote verstoring van de stofwisseling, bijvoorbeeld door een groot tekort aan voeding of een langdurig te zware inspanning, kunnen sporters overtraind raken en kunnen hormoonprocessen verstoord raken [4]. Er zijn echter geen gevallen bekend van sportsters bij wie de productie van de schildklierhormonen blijvend verstoord raakte [4].

Hoogte en schildklierhormonen

Bij hoogtetraining leidt een lagere zuurstofspanning tot fysieke stress en dit kost het lichaam energie [8,9]. Dit kan zorgen voor een versnelling van de stofwisseling, en daarmee ook voor een kleine, tijdelijke toename van de concentratie schildklierhormonen in het bloed [8,9]. Dat een verblijf op hoogte energie kost, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat sporters op hoogtestage vaak wat gewicht verliezen [1,2].

Andersom zorgt een actievere stofwisseling er ook voor dat de weefsels en organen in het lichaam meer zuurstof nodig hebben [5,6]. In sommige laboratoriumstudies is gevonden dat T3 en T4 de concentratie EPO in het bloed doen toenemen [6]. Ook blijkt dat een verstoorde werking van de schildklier invloed heeft op de EPO-concentratie: zo hebben patiënten met een te snel werkende schildklier vaak meer EPO dan normaal in hun bloed [5].

In studies bij gezonde mensen is echter geen directe relatie gevonden tussen de concentratie schildklierhormonen en de aanmaak van EPO [5]. Ook is er geen verband gevonden tussen de concentratie T3 en T4 en de hoogte waarop mensen verbleven [1,2]. TSH-concentraties, blijkt uit het merendeel van de studies, veranderen helemaal niet, zelfs niet bij intensieve inspanning op hoogte [2,4].

Conclusie

Het is onwaarschijnlijk dat het slapen in een hoogtetent de werking van de schildklier verstoort. Als er bij een sportster toch een verstoring van de schildklierwerking optreedt, staat dit hoogstwaarschijnlijk geheel los van het slapen in een hoogtetent of de intensieve inspanning die zij verricht.

Bronnen

  1. Barnholt KE, Hoffman AR, Rock PB, Muza SR, Fulco CS, Braun B, Holloway L, Mazzeo RS, Cymerman A, Friedlander AL (2006) Endocrine responses to acute and chronic high-altitude exposure (4,300 meters): modulating effects of caloric restriction. Am. J. Physiol.-Endocrin. Met., 290: E1078-E1088
  2. Benso A, Broglio F, Aimaretti G, Lucatello B, Lanfranco F, Ghigo E, Grottoli S (2007) Endocrine and metabolic responses to extreme altitude and physical exercise in climbers. Eur. J. Endocrin. , 157: 733-740
  3. Chicharro JEL, Hoyos JUS, Bandrés F, Terrados NAS, Fernández B, Lucía A (2002) Thyroid hormone levels during a 3-week professional road cycling competition. Horm. Res. Paed., 56: 159-164
  4. Ciloglu F, Peker I, Pehlivan A, Karacabey K, İlhan N, Saygin O, Ozmerdivenli R (2005) Exercise intensity and its effects on thyroid hormones. Neuroendocrin. Lett., 26: 830-834
  5. Gunga HC, Kirsch K, Rocker L, Schobersberger, W (1994) Time course of erythropoietin, triiodothyronine, thyroxine, and thyroid-stimulating hormone at 2,315 m. J. Appl. Physiol., 76: 1068-1072
  6. Ma Y, Freitag P, Zhou J, Brüne B, Frede S, Fandrey J (2004) Thyroid hormone induces erythropoietin gene expression through augmented accumulation of hypoxia-inducible factor-1. Am. J. Physiol.-Reg., Int. Comp. Physiol., 287: R600-R607
  7. Melnikov AA, Vikulov AD (2004) Relationships between thyroid hormones, blood rheology, and lipid profile in athletes. Hum. Physiol., 30: 490-493
  8. Peeri M, Kohanpour MA, Sanavi S, Pazukian M, Jafarabadi MA, Mirsepasi M (2012). Effects of submaximal aerobic exercise on thyroid hormones in hypoxic conditions in trained young men. Thyr. Res. Pract., 9: 88-92
  9. Richalet JP, Letournel M, Souberbielle JC (2010) Effects of high-altitude hypoxia on the hormonal response to hypothalamic factors. Am. J. Physiol.-Reg., Int. Comp. Physiol., 299: R1685-R1692