Spring naar content

Vraag invloed van temperatuur op spasticiteit

Spasticiteit

Spasticiteit is een veelvoorkomende aandoening als gevolg van letsel aan de zenuwcellen die spieren aansturen (bovenste motorneuronen) en treft mensen met neurologische aandoeningen zoals een beroerte, multiple sclerose en traumatisch hersen- en ruggenmergletsel. Bij spasticiteit is er een herhaaldelijke of aanhoudende onvrijwillige activatie van spieren die tot immobiliteit en bewegingsmoeilijkheden kan leiden [1].

Spasticiteit beïnvloedt doorgaans vooral de spieren die tegen de zwaartekracht in bewegen. In de armen is de spierspanning (tonus) bijvoorbeeld doorgaans verhoogd in spieren die de arm optillen; de elleboog, pols of vinger buigen; en de onderarm draaien. In de benen komt een hoge spierspanning door spasticiteit met name voor in de spieren die het been naar binnen bewegen, de knie buigen of de enkel strekken.

Temperatuur en spasticiteit

Patiënten met spasticiteit rapporteren doorgaans zelf een verband tussen een koudere omgevingstemperatuur en meer spasticiteit [2-6]. In een onderzoek bij 325 patiënten met erfelijke spastische paraparese gaf bijvoorbeeld 63 procent van de patiënten aan meer spasticiteit te ervaren bij koude temperaturen en juist verlichting te ervaren bij warmere temperaturen [2]. Ook airconditioning kan mogelijk de spasticiteitsklachten verergeren [3,4].

Warmtetherapie en spasticiteit

Hoewel een koudere omgevingstemperatuur in verschillende onderzoeken geassocieerd is met meer spasticiteit zijn zowel kou als warmte toegepast in een poging spasticiteit te verminderen. Het gebruik van koude-temperatuur (cryotherapie) kan spasticiteit verminderen, maar de werkzaamheid is van korte duur (≤2 uur), alleen lokaal voor de gekoelde spieren, en leidt niet altijd tot substantiële verbeteringen in de bewegingsuitslag of de bewegingsuitvoering [3,7,8]. Het is dus twijfelachtig hoe effectief lokale kou is in het verbeteren van de sportprestatie wanneer deze door spasticiteit beperkt wordt.

Warmtetherapie poogt spasticiteit op een tijdelijke manier te verminderen door ontspanning van de spier en een verminderde gevoeligheid van de spierspoel waardoor er minder spanning op de spier zit. Een klein aantal onderzoeken rapporteert inderdaad een verlaagde spierspanning, minder spasticiteit en een verbeterde bewegingsuitslag als gevolg van warmtebehandeling zoals het gebruik van warmte-elementen van 75 graden Celsius gedurende 20 minuten, of een warm bad [3,9].

Praktische richtlijnen

Hoewel er beperkt onderzoek is naar het effect van temperatuur op spasticiteit, kan een hogere omgevingstemperatuur en de daarmee geassocieerde verhoogde lichaams- en spiertemperatuur mogelijk voordelig zijn voor het verminderen van spasticiteit. Er zijn enkele praktische richtlijnen die toegepast kunnen worden om de omgevings-, lichaams-, of spiertemperatuur te verhogen:

  1. Zorg voor een goede warming-up, en een korte periode (<10 min) tussen de warming-up en training of wedstrijd;
  2. Gebruik warmte-elementen zoals hot packs (oppervlakkige opwarming) en eventueel warme drank om ook het lichaam van binnen op te warmen (diepe opwarming);
  3. Draag warmere kleding, vooral over de spiergroepen die het meest aangedaan zijn door spasticiteit om deze warm te houden;
  4. Zet de airco lager, of uit, indien mogelijk.

Belangrijk is wel dat een hogere kerntemperatuur ook nadelen kan hebben, vooral bij duursporten. De mogelijke voordelen op minder spasticiteit dienen daarom te worden afgewogen tegen de mogelijke nadelen van een verhoogde kerntemperatuur. Ook dient opgepast te worden met mogelijke verbrandingen als gevolg van warmte-elementen bij individuen die gedeeltelijk verlamd zijn.

Bronnen

  1. Pandyan A, Gregoric M, Barnes M, et al. Spasticity: clinical perceptions, neurological realities and meaningful measurement. Disabil Rehabil. 2005;27(1-2):2-6.
  2. Lallemant-Dudek P, Parodi L, Coarelli G, et al. Individual perception of environmental factors that influence lower limbs spasticity in inherited spastic paraparesis. Ann Phys Rehabil Med. 2023/09/01/ 2023;66(6):101732.
  3. Smania N, Picelli A, Munari D, et al. Rehabilitation procedures in the management of spasticity. Eur J Phys Rehabil Med. 2010;46(3):423-38.
  4. Phadke CP, Balasubramanian CK, Ismail F, Boulias C. Revisiting physiologic and psychologic triggers that increase spasticity. Am J Phys Med Rehabil. 2013;92(4):357-369.
  5. Handrakis JP, Rosado-Rivera D, Singh K, et al. Self-reported effects of cold temperature exposure in persons with tetraplegia. The Journal of Spinal Cord Medicine. 2017;40(4):389-395.
  6. Zarkou A, Field-Fote EC. The influence of physiologic and atmospheric variables on spasticity after spinal cord injury. NeuroRehabilitation. 2021;48(3):353-363.
  7. Harlaar JTK, AJH Prevo, TW Vogelaar, GJ Lankhorst, J. The effect of cooling on muscle co-ordination in spasticity: assessment with the repetitive movement test. Disabil Rehabil. 2001;23(11):453-461.
  8. Alcantara CC, Blanco J, De Oliveira LM, et al. Cryotherapy reduces muscle hypertonia, but does not affect lower limb strength or gait kinematics post-stroke: a randomized controlled crossover study. Top Stroke Rehabil. 2019;26(4):267-280.
  9. Nowak I, Mraz M, Mraz M. Thermography assessment of spastic lower limb in patients after cerebral stroke undergoing rehabilitation. Journal of Thermal Analysis and Calorimetry. 2020;140:755-762.