Spring naar content

Vraag kijkgedrag bij squashers

In Australië zijn studies uitgevoerd waarbij onderzoek is gedaan naar de verschillen tussen expert- en amateursquashers in het voorspellen van de baan van de bal en het kijkgedrag. Experts blijken sneller en beter de baan van de bal te kunnen voorspellen dan amateursquashers. Er blijkt echter geen verschil te zijn in het kijkgedrag. De voorspellingen worden gemaakt op basis van ervaring en het inschatten van de situatie. Het is daarbij zeer aannemelijk, gezien de snelheid van de sport, dat op basis van de voorspellingen van de speler bewegingen worden gemaakt zodat de squasher op tijd bij de bal is.

Squash

Squash is een sport waarbij een snelle inschatting van de baan van de bal noodzakelijk is om op tijd naar de bal te bewegen. De snelheid van de bal is namelijk zo hoog dat het resultaat van de slag wordt beïnvloed door twee aspecten. De snelheid waarmee de baan van de bal kan worden ingeschat is van belang en het plannen van het slaan van de bal. Ondanks dat er veel onderzoek naar kijkgedrag in verschillende sporten wordt gedaan, is het kijkgedrag in het squash niet zo vaak onderzocht. Hieronder volgt eerst een samenvatting van een drietal studies van Abernethy [1-3]. Deze studies focusten zich vooral op de verschillen in het oppikken van relevante informatie om de baan van de bal in te kunnen schatten, tussen expert- en amateursquashers. Deze studies zijn al enige tijd geleden uitgevoerd. Tot slot wordt een zeer recent verschenen onderzoek van Hayhoe et al. [4] toegelicht. Zij hebben onderzocht waar squashers naar kijken tijdens een wedstrijd.

Kijkgedrag bij squash

Door expert- en amateursquashers filmbeelden van spelsituaties te laten zien begon Abernethy [1] zijn onderzoek naar kijkgedrag bij squashers. Experts blijken in staat te zijn om al 160 milliseconde voordat de tegenstander de bal raakt relevante informatie op te pikken om te voorspellen waar een bal terecht gaat komen. Dit geldt voor zowel de afstand van de bal als de richting van de bal. Er bleek tevens een verband te bestaan tussen het niveau van de squasher en het voorspellen van de plek waar de bal terecht zou komen. Hoe beter de squasher, hoe beter de voorspelling. Door gebruik te maken van een camera die de kijkrichting van het oog bepaalt heeft Abernethy [2] onderzocht waar expert- en amateursquashers naar kijken tijdens het squashen. Het kijkgedrag werd onderzocht tijdens het kijken van filmbeelden met spelsituaties en tijdens een squashwedstrijd. Expert- en amateursquashers moesten voorspellen waar de bal terecht zou komen. Tijdens de filmtaak bleken experts langer naar de arm en het hoofd van de tegenstander te kijken, terwijl amateursquashers vooral naar het contactmoment en de bewegingen daarna keken.

Het kijkgedrag tijdens een squashwedstrijd verschilde echter niet tussen expert- en amateursquashers. Toch waren de experts veel beter in staat de baan van de bal in te schatten. Volgens Abernethy [2] zijn experts beter in staat belangrijke informatie te filteren om te kunnen voorspellen waar een bal terechtkomt, in tegenstelling tot amateursquashers.

Er kan, op basis van de hierboven beschreven studies, worden gesteld dat het kijkgedrag tijdens een filmtaak verschilt tussen expert- en amateursquashers. In een wedstrijdsituatie verdwijnt dat verschil in kijkgedrag echter. Er moet dan ook voorzichtig worden omgesprongen met gegevens die zijn verzameld tijdens een filmtaak.

Informatie filteren

Ondanks dat er geen verschillen zijn gevonden in het kijkgedrag tijdens een wedstrijd, zijn experts wel beter in staat om relevante informatie op te pikken, zodat ze beter kunnen voorspellen waar een bal terechtkomt. Ze hebben immers hetzelfde kijkgedrag als amateursquashers, maar experts kunnen veel beter voorspellen waar een bal terecht gaat komen.
In een volgend onderzoek van Abernethy et al. [3] werd wederom het voorspellend vermogen van expert- en amateursquashers onderzocht. Naast filmbeelden kregen de deelnemers ook beelden te zien waarbij een squasher, het racket en de bal alleen door lichtpuntjes waren afgebeeld. Abernethy et al. [3] wilden onderzoeken of met het afbeelden van alleen lichtpuntjes belangrijke informatie verloren gaat die expert- en amateursquashers helpt bij het voorspellen van de baan van de bal. De experts scoorden wederom beter op de taak dan amateursquashers. De nauwkeurigheid van de voorspelling was beter bij de filmtaak dan bij de taak met alleen de lichtpuntjes. Het weghalen van vorm, kleur en contouren zorgt dus voor verlies aan informatie. Experts blijven echter ook bij het afbeelden van lichtpuntjes significant beter presteren dan amateursquashers die de film te zien kregen.
In een ander experiment van Abernethy et al. [3] speelden expert- en amateursquashers een wedstrijd terwijl ze een bril droegen die geblindeerd kon worden. Op het moment dat de bril geblindeerd werd (tussen de 580 ms voor balcontact en 220 ms na balcontact van de tegenstander) moesten de spelers doorlopen naar de plek waar ze de bal verwachtten. Omdat het om een echte wedstrijd ging, moesten de brillen real-time worden geblindeerd. Wederom bleken de experts beter te zijn in het voorspellen van de plek van de bal in zowel de zijwaartse als de voor- en achterwaartse richting. Op basis van de resultaten concluderen de auteurs dat experts kunnen inschatten waar de bal gespeeld gaat worden tijdens een specifieke situatie. Experts halen informatie uit de voorgaande gespeelde ballen om te voorspellen waar de volgende bal gespeeld zou kunnen worden. Ook halen experts informatie uit het bewegingspatroon van de tegenstander voor balcontact [3].

Kijkfases

Hayhoe et al. [4] hebben het kijkgedrag van vier expertsquashers onderzocht door gebruik te maken van een camera die de oogbewegingen opnam, tijdens het spelen van een squashwedstrijd. Uit de studie blijkt dat de spelers bijna de gehele tijd de bal volgen. Er werd alleen naar de tegenstander gekeken als het lichaam van de tegenstander het zicht op de bal belemmerde.

De auteurs benoemen vier fasen in het kijkgedrag:
Fase A: als de tegenstander de bal gaat slaan bewegen de ogen van de ontvangende speler al naar de muur waar de bal verwacht wordt. De ogen maken als het ware een sprong van 100-200 milliseconde naar voren, naar de plek waar de bal nog aan moet komen.
Fase B: de ontvangende speler volgt de bal zodra deze van de muur komt. Het volgen van de bal stopt kort voordat de bal de grond raakt. De bal werd gemiddeld 54 procent van de tijd gevolgd tussen het moment van het raken van de muur en de grond. Hoe beter de speler, hoe beter de bal tijdens hoge snelheden gevolgd kon worden.
Fase C: de ogen van de ontvangende speler springen naar de plek waar de bal verwacht wordt na het stuiteren. Gebeurt dit te vroeg, dan is er te weinig informatie over het traject van de bal en kan de plek waar de bal verwacht wordt minder nauwkeurig worden voorspeld. Wordt te laat een sprong naar voren gemaakt met de ogen, dan is er te weinig informatie over het traject van de bal nadat deze gestuiterd heeft en is de vervolgactie vertraagd.
Fase D: zodra de bal op de verwachte plek komt, wordt de bal weer kort gevolgd. Net voor het slaan van de bal wordt het volgen gestopt (160 ms voor het slaan) en wordt naar een plek in de ruimte gekeken. Zodra de bal wordt geslagen, bewegen de ogen van de speler weer naar de muur, waar ze wachten tot de geslagen bal van de tegenstander weer in zicht komt.

Conclusie

Op basis van de hierboven beschreven studies blijkt dat expert- en amateursquashers hetzelfde kijkgedrag vertonen tijdens een squashwedstrijd. Squashexperts zijn echter in staat om sneller relevante informatie op te pikken over de te verwachten baan van de bal. Dit komt doordat ze patronen herkennen en kansen kunnen inschatten over welke bal gespeeld zal worden en waar deze terechtkomt. Tevens blijkt dat experts in staat zijn snellere ballen te volgen en dat tijdens een wedstrijd vaak gebruikgemaakt wordt van voorspellingen over waar een bal verwacht wordt en dat op basis van die voorspellingen bewegingen worden uitgevoerd.

Auteur: S. (Susan) Vrijkotte

Bronnen

  1. Abernethy B (1990) Anticipation in squash: differences in advance cue utilization between expert and novice players. J. Sports Sci., 8: 17-34.
  2. Abernethy B (1990) Expertise, visual search, and information pick-up in squash. Perception, 19: 63-77.
  3. Abernethy B, Gill DP, Parks SL, Packer ST (2001) Expertise and the perception of kinematic and situational probability information. Perception, 30: 233-252.
  4. Hayhoe MM, McKinney T, Chajka K, Pelz JB (2012) Predictive eye movements in natural vision. Exp. Brain Res., 217: 125-136.