Spring naar content

Vraag lichttherapie en float therapie

Kort antwoord

Bij lichttherapie stellen sporters zich bloot aan rood en bijna-infrarood licht. Dit licht stimuleert de productie van adenosinetrifosfaat (ATP), de brandstof voor elke lichaamscel. Ook werkt het antioxidatief: het helpt vrij radicalen te neutraliseren. Hierdoor hebben sporters het idee dat ze sneller herstellen, minder spierpijn ervaren en zelfs sportprestaties verbeteren. Overtuigend wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt echter. Hoewel uit meerdere studies blijkt dat sporters die lichttherapie toepassen minder spierschade ontwikkelen en meer kracht produceren, zijn er ook studies waaruit dit niet blijkt. Omdat daarnaast de langetermijneffecten onbekend zijn, is het op dit moment niet aan te raden deze therapie toe te passen.

Bij float therapie drijven sporters in een groot warm bad gevuld met zout water. Doordat de kamer waarin ze liggen stil en donker is, worden de prikkels voor zintuigen zoals gehoor, zicht en gevoel zo goed als uitgeschakeld. Hierdoor zouden sporters sneller herstellen. Ook voor float therapie als herstelbevorderende methode blijken de resultaten niet eenduidig. De therapie lijkt wél zijn vruchten af te werpen voor stressvermindering. Sporters die even willen ontspannen, kunnen daarom prima na een zware training in het bad drijven. Toch kunnen ze het vóór een wedstrijd beter laten; direct na het badderen produceren sporters namelijk tijdelijk minder kracht.

Voor zover bij Topsport Topics bekend zijn er recent geen herstelmethoden ontwikkeld, die bewezen effectief zijn gebleken.

Uitgebreid antwoord

Rood en Infrarood LED Lichttherapie

Veel mensen gebruiken lichttherapie als behandeling voor huidaandoeningen zoals psoriasis, eczeem en jeuk. Hierbij stellen mensen hun lichaam bloot aan – in de meeste gevallen – rood en bijna-infrarood licht. Verschillende lichtbronnen kunnen deze lichtstralen uitzenden. Hierbij lijkt het niet uit te maken welke lichtbron, zoals een laser of LED, wordt gebruikt [5]. Het licht stimuleert de productie van adenosinetrifosfaat (ATP), de brandstof voor elke lichaamscel [15]. Ook werkt het antioxidatief: het helpt vrij radicalen te neutraliseren [4]. Hiermee zou het spierschade voorkomen. Met dit idee passen sporters ook lichttherapie toe; ze zouden namelijk sneller herstellen, minder spierpijn ervaren en zelfs sportprestaties verbeteren. Overtuigend wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt echter.

Dit komt met name door vele tegenstrijdige resultaten. Sommige studies laten namelijk zien dat sporters profijt kunnen hebben van lichttherapie [8,9,15], terwijl andere studies geen nut van de therapie aantonen [2,10,12,16]. Zo concluderen onderzoekers in een recente overzichtsstudie dat sporters met lichttherapie minder spierschade ontwikkelen [9]. Ze hebben namelijk een lagere concentratie creatinekinase in het bloedplasma, een marker voor spierschade. Een andere overzichtsstudie – ook recent – laat echter wat anders zien; sporters met of zonder lichttherapie hebben evenveel spierschade [16]. Wanneer lichttherapie vergeleken wordt met andere herstelmethoden blijkt hiertussen geen verschil te bestaan. Lichttherapie, actief herstel of een koud water bad: sporters hebben evenveel spierpijn, dezelfde ontstekingswaarden (interleukine-10 en TNF-alfa) en gelijke spierschade [10]. Ook springen ze even hoog; met of zonder lichttherapie [10].

Ook verschillen de resultaten voor piekkracht na de lichttherapie [15,16]. Onderzoeker Vanin en haar collega’s concluderen dat sporters meer piekkracht produceren na lichttherapie, wat zou duiden op minder spiervermoeidheid [15]. Twee Chinese onderzoekers laten echter zien dat sporters evenveel piekkracht genereren [16]. Hetzelfde geldt voor het aantal herhalingen en hoe lang sporters een inspanning kunnen volhouden [15,16]; ook hierbij presenteren onderzoekers tegenstrijdige resultaten.

Onderzoekers lijken het meer eens te zijn over de invloed van lichttherapie op de hoeveelheid melkzuur in het bloed [15,16]. Twee overzichtsstudies laten namelijk zien dat de hoeveelheid melkzuur hetzelfde blijft; met of zonder lichttherapie.

Waarom verschillende overzichtsstudies tegenstrijdige resultaten laten zien, komt waarschijnlijk door andere inclusiecriteria. Hierdoor hebben onderzoekers verschillende artikelen geanalyseerd. Wat verder opvalt: de positieve overzichtsstudie bevat veel studies van een onderzoeksgroep uit Brazilië, waarbij de hoofdonderzoeker financiering krijgt van een bedrijf die lichttherapieapparatuur ontwikkelt [7,8].

Slechts één studie die lichttherapie vergeleek met actief herstel concludeerde dat sporters met lichttherapie niet sneller herstellen dan met actief herstel. Hiermee lijkt het waarschijnlijk dat de therapie – áls sporters al sneller herstellen – niet beter werkt dan andere herstelmethoden. Hetzelfde geldt voor het innemen van stoffen om spierschade te verminderen, zoals antioxidanten. Mogelijk werken polyfenolen uit fruit net zo goed of zelfs beter dan lichttherapie om spierschade tegen te gaan. Dit is echter op basis van de huidige wetenschappelijke literatuur niet te zeggen.

Momenteel bestaat geen eenduidig bewijs voor de effectiviteit van lichttherapie. Hoewel sporters in het algemeen profijt kunnen hebben van herstelbevorderende maatregelen, kan veelvuldig gebruik de trainingsaanpassing hinderen. Met name in trainingsweken moeten sporters dus oppassen met dergelijke methoden.

Float therapie

Float therapie, oftewel flotation Restricted Environmental Technique (REST), is een methode om externe prikkels in de omgeving te minimaliseren. Dit heet ook wel sensorische deprivatie. Bij deze therapie drijven sporters 45 minuten in een groot warm bad gevuld met zout water. Doordat de kamer waarin ze liggen stil en donker is, worden de prikkels voor zintuigen zoals gehoor, zicht en gevoel zo goed als uitgeschakeld [11,14]. Deze therapie ontwikkelde John Lilly in de jaren vijftig van de vorige eeuw om gedrags- en gezondheidsproblemen te behandelen.

Inmiddels heeft deze methode ook zijn intrede gedaan in de sport. Mensen dachten namelijk dat sporters hierdoor sneller zouden herstellen. Weinig literatuur onderbouwt echter deze veronderstelling. Zo laat een studie zien dat sporters de hoeveelheid melkzuur in hun bloed verminderden direct na de float therapie, terwijl een andere studie geen melkzuurreductie vaststelde vergeleken met passief herstel [11,13]. Ook voor de ervaren mate van spierpijn spreken de resultaten van twee onderzoeken elkaar tegen [3,11].

Daarentegen lijkt float therapie wel zijn vruchten af te werpen voor stressvermindering [1,6,14]. Daarnaast ervaren sporters de therapie als prettig en rustgevend [6,14]. Ook voelen ze zich na een sessie optimistischer [6]. Hoe vaker mensen in het warme bad lagen, hoe beter ze zich voelden [14].

Voor float therapie als herstelmethode bestaat er echter geen overtuigend bewijs. Desondanks kunnen sporters weleens baat hebben van de psychologische effecten. Sporters die even willen ontspannen, kunnen daarom prima na een zware training in het bad drijven. Toch kunnen ze het vóór een wedstrijd beter laten; direct na het badderen produceren sporters namelijk tijdelijk minder kracht [11].

Andere herstelmethoden

Voor zover bij Topsport Topics bekend zijn er recent geen herstelmethoden ontwikkeld, die bewezen effectief zijn gebleken.

Bronnen

  1. Börjesson M, Lundqvist C, Gustafsson H, Davis P (2018). Flotation REST as a stress reduction method: the effects on anxiety, muscle tension, and performance. J. Clin. Sport Psychol., 12:333-346.
  2. da Rosa Orssatto LB, Detanico D, Kons RL, Sakugawa RL, da Silva Jr JN, Diefenthaeler F (2019). Photobiomodulation therapy does not attenuate fatigue and muscle damage in judo athletes: a randomized, triple-blind, placebo-controlled trial. Front. Physiol., 10:811.|
  3. Driller MW, Argus CK (2016). Flotation restricted environmental stimulation therapy and napping on mood state and muscle soreness in elite athletes: a novel recovery strategy?. Perform. Enhanc. Health, 5:60-65.
  4. Hamblin MR (2017). Mechanisms and applications of the anti-inflammatory effects of photobiomodulation. AIMS Biophys. 4:337-361.
  5. Heiskanen V, Hamblin MR (2018). Photobiomodulation: lasers vs. light emitting diodes?. Photochem. Photobiol, Sci., 17:1003-1017.
  6. Kjellgren A, Westman J (2014). Beneficial effects of treatment with sensory isolation in flotation-tank as a preventive health-care intervention–a randomized controlled pilot trial. BMC Complement. Altern. Med., 14:417.
  7. Leal-Junior ECP, Lopes-Martins RÁB, Bjordal JM (2018). Clinical and scientific recommendations for the use of photobiomodulation therapy in exercise performance enhancement and post-exercise recovery: current evidence and future directions. Braz. J. Phys. Ther., 23:71-75.
  8. Leal-Junior ECP, Vanin AA, Miranda EF, de Carvalho PDTC, Dal Corso S, Bjordal JM (2015). Effect of phototherapy (low-level laser therapy and light-emitting diode therapy) on exercise performance and markers of exercise recovery: a systematic review with meta-analysis. Laser. Med. Sci., 30:925-939.
  9. Machado AF, Micheletti JK, Lopes JSS, Vanderlei FM, Leal-Junior ECP, Junior JN, Pastre CM (2019). Phototherapy on management of creatine kinase activity in general versus localized exercise: a systematic review and meta-analysis. Clin. J. Sport. Med., Epub ahead of print, doi: 10.1097/JSM.0000000000000606.
  10. Malta ES, Lira FS, Machado FA, Zago AS, Amaral SL, Zagatto AM (2018). Photobiomodulation by led does not alter muscle recovery indicators and presents similar outcomes to cold-water immersion and active recovery. Front. Physiol., 9:1948.
  11. Morgan PM, Salacinski AJ, Stults-Kolehmainen MA (2013). The acute effects of flotation restricted environmental stimulation technique on recovery from maximal eccentric exercise. J. Strength Cond. Res., 27: 3467-3474.|
  12. Nampo FK, Cavalheri V, de Paula Ramos S, Camargo EA (2016). Effect of low-level phototherapy on delayed onset muscle soreness: a systematic review and meta-analysis. Laser. Med. Sci., 31:165-177.
  13. Schulz P, Kaspar CH (1994). Neuroendocrine and psychological effects of restricted environmental stimulation technique in a flotation tank. Biol. Psychol., 37:161-175.
  14. Van Dierendonck D, Te Nijenhuis J (2005). Flotation restricted environmental stimulation therapy (REST) as a stress-management tool: A meta-analysis. Psychol. Health, 20:405-412.