Spring naar content

Vraag mentale ontwikkeling jongens en meisjes

In de wetenschap is geen bewijs te vinden voor verschillen in de mentale ontwikkeling tussen jongens en meisjes. Uit grote overzichtsstudies blijkt dat het geslacht van kinderen en volwassenen niet bepalend is voor hun cognitieve vaardigheden (zoals leervermogen of beslisgedrag). Ook zijn er geen verschillen wat betreft sociale en emotionele vaardigheden (zoals omgaan met emoties en zelfinzicht) en in psychologisch welzijn (zoals optimisme).

Er is geen wetenschappelijk bewijs dat meisjes over het algemeen meer aandacht krijgen dan jongens. Of dit ook geldt voor de populatie jongens en meisjes die zeilen, is echter onbekend. Het is mogelijk dat ouders of coaches zeilende meisjes anders benaderen dan jongens, maar hier is geen onderzoek naar uitgevoerd.

De mentale ontwikkeling is deels te beïnvloeden door de omgeving. Deze bepaalt namelijk mede de doelen en motivatie van kinderen. Bepaalde vaardigheden die belangrijk zijn voor de (zeil-)prestatie zoals het concentratievermogen, het doorzettingsvermogen, zelfinzicht en discipline zijn aan te leren.

De mentale vaardigheden van zowel jongens als meisjes zijn te optimaliseren door bijvoorbeeld te zorgen voor een veilige en stimulerende omgeving. Hierin moeten kinderen voldoende eigen keuzes kunnen maken en nieuwe vaardigheden in het bij hen passende tempo aangeboden krijgen. Of jongens een andere aanpak nodig hebben dan meisjes, is uit de wetenschappelijke literatuur niet op te maken.

Uitgebreid antwoord

Mentale ontwikkeling is een breed begrip. Het omvat veel uiteenlopende vaardigheden die opgroeiende kinderen aanleren en verbeteren zoals complexe situaties begrijpen, plannen, omgaan met de eigen emoties en die van anderen, zelfinzicht en zelfvertrouwen. Sommige onderzoekers verdelen de mentale vaardigheden daarom in drie verschillende domeinen: 1) de cognitieve vaardigheden, 2) sociale en psychologische eigenschappen en 3) psychologisch welzijn [3].

Geen bewijs voor verschillen tussen mannen en vrouwen

Er is geen bewijs dat er op mentaal gebied verschillen zijn tussen mannen en vrouwen of jongens en meisjes [4,11]. In een zeer complete overzichtsstudie van meer dan 300 studies naar verschillen tussen mannen en vrouwen zijn geen of slechts zeer marginale verschillen gevonden op het gebied van vaardigheden, persoonlijkheid of gedrag [11]. In studies naar verschillen tussen de geslachten in eigenschappen zoals risicogedrag, hulpvaardigheid, leiderschapsstijlen, intelligentie, stress en afgunst, zijn veel meer overeenkomsten dan verschillen gevonden [3,11]. Dit is volgens de auteurs een duidelijke aanwijzing dat mannen en vrouwen in wezen grotendeels vergelijkbaar zijn, en dat verschillen tussen individuen verklaard moeten worden door andere factoren dan het geslacht [11].

Factoren die mentale ontwikkeling beïnvloeden

Veel mentale vaardigheden en eigenschappen die belangrijk zijn voor de zeilprestatie, zoals intrinsieke motivatie, optimaal risicogedrag en zelfvertrouwen, zijn deels door de omgeving te beïnvloeden. Meestal is hierbij geen verschil gevonden tussen jongens en meisjes.

In enkele studies zijn wel kleine verschillen gevonden. Meestal lijken jongens hierbij meer goede eigenschappen voor de topsport te bezitten dan meisjes: zo lijken zij sporten leuker te vinden, nemen ze meer risico’s en hebben ze een groter zelfvertrouwen en minder angst [1,2,10]. Deze verschillen zijn volgens sommige onderzoekers te verklaren doordat de omgeving bepaald gedrag bij jongens of meisjes aanmoedigt [5,7].

Hoewel het zeer goed mogelijk is dat positieve aandacht de mentale ontwikkeling bij kinderen stimuleert, zijn er in de literatuur geen aanwijzingen dat meisjes meer aandacht krijgen of beter gestimuleerd worden dan jongens.

Een stimulerende omgeving

Om complexe taken zoals zeilen goed te kunnen uitvoeren moeten jonge talenten zelf leren om na te denken over de uitvoering daarvan [6]. Hierbij moet een zeiler bewust moeite doen om de uitvoering van de taak te begrijpen en na te denken over hoe hij deze kan verbeteren. Dit kan aangeleerd worden door vragen te stellen zoals: Hoe voelde dit? Waarom ging het mis? Wat kan je veranderen zodat het de volgende keer beter gaat? [6].

Ook is het goed om zeilers zelf een strategie te laten kiezen om hun prestatie te verbeteren. Dit zorgt ervoor dat de sporter zich zelfstandig en gerespecteerd voelt, wat een positief effect heeft op het leerproces, de motivatie en het emotionele welzijn [8].

In theorie is het mogelijk dat door een wisselwerking van opvoeding, verwachting en relaties met de coach of bijvoorbeeld ouders, dit proces bij meisjes gemakkelijker gaat dan bij jongens. Hier zijn echter geen bewijzen voor [9,11].

Conclusie

Er zijn geen redenen om aan te nemen dat verschillen in mentale vaardigheden of zeilprestatie bij talenten veroorzaakt worden door het geslacht van het kind. Wel kunnen zeilende meisjes en jongens van elkaar verschillen omdat zij niet dezelfde opvoeding of achtergrond hebben [9]. Voor beide geslachten geldt dat de meeste mentale vaardigheden te optimaliseren zijn door de zeilers een goed aangepaste dosis verantwoordelijkheid voor hun eigen prestatie te geven.

Bronnen

  1. Byrnes JP, Miller DC, Schafer WD (1999) Gender differences in risk taking: A meta-analysis. Psy. Bull., 125: 367-383
  2. Horn T (2000). Intrinsic motivation: Relationships with collegiate athletes’ gender, scholarship status, and perceptions of their coaches’ behavior. J. Sport Exerc. Psy., 22: 63-84
  3. Hyde JS (1990) Meta-analysis and the psychology of gender differences. Signs, 16: 55-73
  4. Klenberg L, Korkman M, Lahti-Nuuttila P (2001) Differential development of attention and executive functions in 3-to 12-year-old Finnish children. Dev. Neuropsy., 20: 407-428
  5. Koivula N (1995) Ratings of gender appropriateness of sports participation: Effects of gender-based schematic processing. Sex Roles, 33: 543-557
  6. Lee TD, Swinnen SP, Serrien DJ (1994) Cognitive effort and motor learning. Quest, 46,328-344
  7. Morrongiello BA, Dawber T (2000) Mothers’ responses to sons and daughters engaging in injury-risk behaviors on a playground: Implications for sex differences in injury rates. J. Exp. Child Psy., 76: 89-103
  8. Patterson JT, Lee TD (2010) Self-regulation of augmented information. Can. J.Exp. Psy., 64:33-40
  9. Roper EA (2012) Gender, Identity, and Sport. The Oxford Handbook of Sport and Performance Psychology, 384-415
  10. Woodman T, Hardy L (2003) The relative impact of cognitive anxiety and self-confidence upon sport performance: A meta-analysis. J. Sports Sci., 21: 443-457
  11. Zell E, Krizan Z, Teeter SR (2015) Evaluating gender similarities and differences using metasynthesis. Am. Psy., 70: 10-20