Spring naar content

Vraag meten belastbaarheid zaalsporters

Kort antwoord

Er zijn tegenwoordig draagbare systemen met accelerometers waarmee de positie, snelheid en versnelling van indoorsporters betrouwbaar te meten is. Er zijn veel systemen op de markt en het is belangrijk dat een systeem eerst vergeleken wordt met een zogenoemde gouden standaard. In dit geval zou een systeem vergeleken moeten worden met een geavanceerd camerasysteem, zoals Vicon, om te zien of het desbetreffende systeem werkelijk de juiste positieveranderingen en versnellingen kan meten.

Een voorbeeld van een dergelijk getest systeem is de Optimeye S5. Dit systeem is veelvuldig getest en betrouwbaar bevonden. Het is een systeem dat ook in bijvoorbeeld de NBA wordt gebruikt. Dit betekent overigens niet dat dit het enige systeem is dat betrouwbaar kan meten, maar het bewijst dat de technologie ondertussen zover is ontwikkeld dat fysieke belasting ook in de zaal betrouwbaar te meten is.

Uitgebreide antwoord

Zaalsporters moeten vaak wendbaar en explosief zijn. Versnellen, vertragen, springen en van richting veranderen; allemaal bewegingen die een zaalsporter in zijn repertoire moet hebben. Meestal wordt de gelopen afstand, het aantal sprintmeters, hoe vaak iemand versnelt en afremt, of een combinatie van deze bewegingen gebruikt om de trainingsbelasting te meten [1]. Om deze bewegingen goed in kaart te kunnen brengen is gedegen meetapparatuur essentieel. Alleen betrouwbare apparatuur is echter niet voldoende, het moet ook nog apparatuur zijn die in de sportpraktijk te gebruiken is. Met andere woorden, het moet draagbaar zijn en de sporter niet in de weg zitten.

Mogelijkheden

Waar er bij buitensporten gebruik gemaakt kan worden van GPS-signalen om posities te bepalen, is dat bij binnensporten niet bruikbaar vanwege het slechte GPS-signaal [4]. Dat betekent dat de meetsystemen voor binnen het moeten doen met accelerometers en gyroscopen. Met behulp van de signalen van deze apparatuur is het aan de hand van wiskundige modellen mogelijk om posities te bepalen. Waar in het verleden de betrouwbaarheid van deze meetsystemen in de sportpraktijk nogal eens te wensen overliet, is dit de laatste jaren behoorlijk verbetert [3,4]. Enerzijds zit de positieve ontwikkeling in de accuraatheid van de sensoren, maar anderzijds zit het ook in de ontwikkeling van de onderliggende wiskundige modellen. Het gaat er vooral om dat alleen de signalen gebruikt worden die ook werkelijk iets zeggen over de bewegingen van een sporter en dat alle overige signalen eruit gefilterd worden.

Een voorbeeld van een systeem dat meermalen getest en betrouwbaar is bevonden is de Optimeye S5 [4]. In meerdere sporten wordt dit apparaat gebruikt, waaronder basketbal. Het blijkt niet alleen een betrouwbaar apparaat maar ook valide. Met andere woorden, het meet wat het moet meten. Dat is niet alleen in een labsetting vastgesteld, maar ook in het veld. Zo is vrij nauwkeurig te bepalen hoe veel meter een speler bijvoorbeeld sprint, hoe snel hij afremt of juist versnelt. Uitkomstmaten die iets zeggen over de mechanische belasting, de belasting van spieren en gewrichten.

Zoals de meeste accelerometers kan dit apparaat drie dimensionaal meten: links-rechts, voor-achter en boven-beneden. Dat maakt dat het geschikt is voor basketbal [3], waarbij niet alleen looprichtingen een rol spelen, maar waar ook springen een belangrijk onderdeel uitmaakt van het spel.

Andere systemen

Er zijn ook andere systemen die gelopen afstand en versnellingen kunnen meten, maar niet werken met accelerometers. Deze apparaten werken met sensoren en ontvangers die in een sporthal hangen. Ze lijken minder bruikbaar dan systemen met accelerometers (en gyroscopen). Zo meten ze vaak met een lage frequentie, waardoor er alleen een grove onderverdeling in belasting te maken is, en meten ze maar tweedimensionaal [2]. 

Tot slot

In dit antwoord is de Optimeye genoemd als betrouwbaar apparaat. Het is niet gezegd dat dit het enige betrouwbare apparaat is, maar het is een voorbeeld van een apparaat dat zowel in het lab als op het veld is getest en geschikt is bevonden. Het is goed mogelijk dat er ook andere systemen geschikt zijn. Het is echter belangrijk niet alleen op het woord van de verkopers te vertrouwen, maar te kijken of er ook onafhankelijk goed onderzoek is uitgevoerd naar een systeem.

Bronnen

  1. Edwards T, Spiteri T, Piggott B, Bonhotal J, Haff GG, Joyce C (2018) Monitoring and managing fatigue in basketball. Sports, 27;6. pii: E19
  2. Figueira B, Gonçalves B, Folgado H, Masiulis N, Calleja-González J, Sampaio J (2018) Accuracy of a basketball indoor tracking system based on standard bluetooth low energy channels (NBN23®). Sensors, 14;18. pii: E1940
  3. Fox JL, Scanlan AT, Stanton R (2017) A review of player monitoring approaches in basketball: current trends and future directions. J. Strength Cond. Res., 31:2021-2029
  4. Roell M, Roecker K, Gehring D, Mahler H, Gollhofer A (2018) Player monitoring in indoor team Sports: concurrent validity of inertial measurement units to quantify average and peak acceleration values. Front Physiol., 9:141