Spring naar content

Vraag meten schouderbelasting beachvolleybal

Voor zover bekend is over het meten van schouderbelasting bij beachvolleyballers met een systeem van Catapult geen wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd. Het is dus speculeren of het meest gebruikte systeem van Catapult, de OptimEye S5, geschikt is om schouderbelasting in kaart te brengen. Of deze sensor – die overigens betrouwbaar meet wat het hoort te meten – ook kan differentiëren tussen slagen bij beachvolleybal blijft dus gissen. De enige manier om hier achter te komen is om dit apparaatje – dat vastzit in een soort sportbeha tussen de schouderbladen, uit te proberen in de praktijk.

Over de OptimEye S5

Momenteel gebruiken veel professionele sportclubs de OptimEye om sporters en hun prestaties te monitoren. De OptimEye kan namelijk betrouwbaar en nauwkeurig meten hoeveel een speler sprint, hoe snel hij versnelt of afremt en hoe hoog hij springt [1, 2]. Deze uitkomstmaten registreert het systeem door de versnellingsmeters, gyroscopen en magnetometers die er in zitten [1]. Het systeem meet driedimensionaal: links-rechts, voor-achter en boven-beneden. Ook maakt de OptimEye gebruik van GPS-signalen om posities te bepalen. Dit is alleen bij sporten waar spelers vaak binnen trainen, zoals bij beachvolleybal, niet bruikbaar vanwege het slechte GPS-signaal [3].

Over de Xsens

Naast de OptimEye is het mogelijk om een shirt van Xsens te testen, waar verschillende sensoren in verwerkt zitten. Een Xsens shirt maakt – in tegenstelling tot de OptimEye – gebruik van meerdere bewegingssensoren op bijvoorbeeld de pols, elleboog en schouder. Omdat de sensoren in een shirt van Xsens ook op de arm zitten, is de verwachting dat dit systeem eerder onderscheid kan maken tussen verschillende slagen dan een enkele sensor die verder van de schouder af zit, zoals bij de OptimEye. Daarentegen meten de sensoren van Xsens op een lagere frequentie – 60 hertz – dan de sensor van de OptimEye: deze meet op een frequentie van 100 hertz. Wat de minimale frequentie is om verschillende slagen te onderscheiden behoeft nog onderzoek.

Hoewel de Xsens meer bewegingen – vanwege de verschillende sensoren – registreert dan de OptimEye, is de toepasbaarheid van het shirt mogelijk beperkter. Waar de sensoren van  Xsens op de arm bewegingen kunnen belemmeren, zit de enkele sensor van de OptimEye op de rug en daardoor waarschijnlijk minder in de weg.

Bronnen

  1. Van Iterson EH, Fitzgerald JS, Dietz CC, Snyder EM, Peterson, BJ (2017) Reliability of triaxial accelerometry for measuring load in men’s collegiate ice hockey. J. Strength Cond. Res., 31:1305-1312
  2. Luteberget LS, Holme BR, Spencer M (2017) Reliability of wearable inertial measurement units to measure physical activity in team handball. Int. J. Sport. Physiol. Perform., 13:467-473
  3. Roell M, Roecker K, Gehring D, Mahler H, Gollhofer A (2018) Player monitoring in indoor team Sports: concurrent validity of inertial measurement units to quantify average and peak acceleration values. Front Physiol., 9:141