Vraag negatief effect muziek op prestatie
Kort antwoord
Of het luisteren naar muziek tijdens schaatswedstrijden kan leiden tot slechtere prestaties is op basis van de wetenschappelijke literatuur moeilijk te zeggen. Veruit de meeste studies zijn namelijk gericht op de mogelijke positieve in plaats van de negatieve effecten van muziek. Het is sowieso moeilijk een algemeen antwoord te geven op deze vraag. Het effect van muziek is namelijk sterk afhankelijk van de persoonlijkheid van een atleet en zijn persoonlijke voorkeuren ten aanzien van muziek. De emotionele respons op een bepaald nummer, en daarmee het effect op de motivatie, kan dan ook enorm verschillen tussen schaatsers. Hierbij geldt natuurlijk wel de veronderstelling dat de atleet ook daadwerkelijk naar de muziek luistert die in het stadion te horen is. Of een volledig op de taak gefocuste atleet zich af laat leiden door muziek is maar de vraag. Indien dat toch het geval is, dan is dus niet zozeer de muziek op zich het probleem van de schaatser, dan wel het vermogen om de aandacht op het juiste aspect te richten: in dit geval het uitvoeren van de sportspecifieke taak.
Uitgebreid antwoord
In 1998 zou Haile Gebrselassie het wereldrecord op de 2000 meter indoor hebben verbroken door zijn pasfrequentie aan te passen aan het ritme van het nummer ‘Scatman’. Hoewel het nooit met zekerheid te zeggen is of de muziek voor dat beetje extra heeft gezorgd, is het op zijn minst opvallend dat Gebrselassie zijn pasfrequentie precies aanpaste aan het ritme van het nummer. Het aanpassen van het bewegingsritme aan het ritme van de muziek is inderdaad één van verklaringen waarom muziek een positief effect heeft op de prestatie [2].
De in Engeland werkzame Costas Karageorghis heeft veel onderzoek verricht naar de positieve effecten van het luisteren naar muziek tijdens de sportprestatie. Recentelijk heeft hij naast een tweeluik over het effect van muziek [2,3] ook een expert statement geschreven [4]. Hierin geeft hij een aantal aanbevelingen waaraan muziek zou moeten voldoen om een prestatiebevorderend effect te hebben [4]. Om te beginnen stelt hij dat het effect van muziek sterk afhankelijk is van de persoonlijkheid van een atleet en zijn of haar persoonlijke voorkeuren ten aanzien van muziek [4]. De emotionele respons op een bepaald nummer, en daarmee het effect op de motivatie, kan dan ook enorm verschillen [1]. Voor het gebruiken van muziek als prestatieverhogend middel geldt dan ook het advies dat de muziek aan moet sluiten bij de persoonlijke voorkeur van een atleet [4]. Daarnaast zou het ritme van de muziek, net als bij Gebrselassie, overeen moeten komen met het bewegingspatroon [4]. Overigens stelt Karageorghis dat de prestatiebevorderende effecten van muziek bij goedgetrainde atleten minder groot zijn dan bij recreanten [3]. Dit zou te verklaren zijn uit het verschil in motivatie tussen de atleten en de intensiteit waarmee de inspanning plaatsvindt [3].
In plaats van muziek als prestatiebevorderend middel gaat de huidige vraagstelling echter specifiek over de mogelijke negatieve effecten van muziek. Helaas is er weinig onderzoek verricht op dit gebied. Er is één studie uitgevoerd waarbij de proefpersonen tijdens een uitputtingstest naar muziek moesten luisteren die ze niet leuk vonden [5]. Dit bleek op deze test inderdaad te leiden tot een verslechtering van de prestatie in vergelijking met het luisteren naar muziek die ze wel leuk vonden. Het nadeel van dit onderzoek is dat het effect is onderzocht tijdens een uitputtingstest. Van dit soort testen is bekend dat het resultaat sterk afhankelijk is van de motivatie en dat het niet wedstrijdgerelateerd is. De resultaten laten dus vooral zien dat indien een atleet luistert naar muziek die hij niet leuk vindt, dit een negatief effect heeft op de motivatie.
Daniel Bishop, auteur van het artikel ‘‘Boom Boom How’ optimising performance with music’ blijkt er bij navraag van overtuigd dat muziek naast een positief, ook een negatief effect kan hebben. Hij stelt dat het selecteren van de ‘verkeerde muziek’ atleten kan afleiden van de prestatie. Verder stelt hij dat het, gezien de individuele voorkeur ten aanzien van muziek, onmogelijk is om meerdere atleten tevreden te stellen met hetzelfde nummer.
Of het luisteren naar muziek tijdens schaatswedstrijden kan leiden tot slechtere prestaties blijkt op basis van de wetenschappelijke literatuur moeilijk te zeggen. Veruit de meeste studies zijn namelijk uitgevoerd en geschreven vanuit de insteek dat muziek een positief effect kan hebben op de prestatie. Een ander punt dat het lastig maakt een algemeen antwoord te geven op deze vraag is het feit dat het effect van muziek sterk afhankelijk is van de persoonlijkheid van een atleet en zijn persoonlijke voorkeuren ten aanzien van muziek. In hoeverre muziek een negatief effect heeft op de prestatie is dus afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van een atleet en de associaties die hij bij de gedraaide muziek heeft. In bovenstaande uitleg geldt natuurlijk wel de veronderstelling dat de atleet ook daadwerkelijk naar de muziek luistert die in het stadion te horen is. Of een volledig op de taak gefocuste topatleet zich uit zijn concentratie laat brengen door muziek is echter maar de vraag. Indien dat toch het geval is dan is dus niet zozeer de muziek op zich het probleem van de atleet, dan wel het vermogen om de aandacht op het juiste aspect te richten: in dit geval het uitvoeren van de sportspecifieke taak.
Bronnen
- Bishop D. (2010) ‘Boom Boom How’: Optimising performance with music. Sport Exerc. Psych. Rev. 6: 35-47
- Karageorghis CI, D-L Priest (2012) Music in the exercise domain: a review and synthesis (part 1). Int. Rev. Sport Exerc. Psychol., 5: 44-66
- Karageorghis CI, D-L Priest (2012) Music in the exercise domain: a review and synthesis (part 2). Int. Rev. Sport Exerc. Psychol., 5: 67-84
- Karageorghis CI, Terry PC, Lane AM, Bishop DT, Priest D-L (2012) The BASES expert statement on use of music in exercise. J. Sports Sci., 30: 953-956
- Nakamura PM, Pereira G, Papini CB, Nakamura FY, Kokobun E (2012) Effects of preferred and nonpreferred music on continuous cycling exercise performance.Percept. Mot. Skills., 110: 257-264