Spring naar content

Vraag ochtendpols

Kort antwoord

In de literatuur is geen standaardprotocol voorhanden voor het meten van de ochtendpols als maat voor de rusthartfrequentie. Om toch een betrouwbaar beeld te krijgen van de ochtendpols is het belangrijk de meting zo goed mogelijk te standaardiseren. Meet dus altijd op een vast tijdstip na het ontwaken, in dezelfde omgeving, in dezelfde lichaamshouding, gebruik makend van dezelfde methode, en over een even lange periode.

Bij het interpreteren van de resultaten is het vervolgens belangrijk om eerst een duidelijk beeld te krijgen van de gemiddelde ochtendpols, en de dagelijkse variatie daarin. Vervolgens is aan de hand van specifieke statistiek te bepalen of een gemeten afwijking ten opzichte van het gemiddelde reden geeft om actie te ondernemen. Uiteraard is het belangrijk om de resultaten van één sporter alleen met zijn eigen gegevens te vergelijken. De hartslag hangt namelijk niet alleen af van de getraindheid van een sporter, maar heeft ook een aangeboren component.

Uitgebreid antwoord

Voor zover Topsport Topics kan overzien, bestaat er in de literatuur geen standaardprotocol voor het meten van de zogenoemde ochtendpols; de hartfrequentie direct na het ontwaken. Navraag leert dat sportartsen en embedded scientists ook niet allemaal volgens eenzelfde protocol werken. Desalniettemin meten tal van sporters hun ochtendpols als een maat voor de rusthartfrequentie. Grote afwijkingen ten opzichte van de gemiddelde ochtendpols kunnen namelijk wijzen op ziekte of overtraining [2-4].

Standaardiseren

Hoe kun je dan toch voor een zo betrouwbaar mogelijke meting van de ochtendpols zorgen? Kort gezegd is één aspect hierbij cruciaal; standaardiseren [3,5]. Aangezien meerdere factoren de ochtendpols beïnvloeden, is het de kunst om de meting altijd op dezelfde manier uit te voeren. Zodoende is de variabiliteit van de meting laag, de betrouwbaarheid hoog, en kunnen de resultaten met een gerust hart met elkaar vergeleken worden [3]. Hieronder staan de factoren weergegeven die gestandaardiseerd moeten worden:

Meetmoment

Meet bij voorkeur op hetzelfde tijdstip op de dag, maar zorg er in ieder geval voor dat de tijd tussen het ontwaken en het meten altijd hetzelfde is. Een periode van twee minuten tussen het ontwaken en de start van de meting volstaat waarschijnlijk om een eventuele stijging van de hartslag door het ontwaken te ondervangen.

Omgeving

Probeer de omgeving zo goed mogelijk te standaardiseren qua licht, temperatuur en geluid [1,5].

Lichaamshouding

Zorg ervoor dat de sporter de metingen altijd in dezelfde lichaamshouding uitvoert. Hierbij is er geen strikte voorkeur voor zitten of liggen. Zitten lijkt de meest logische keuze, aangezien de kans dat de sporter dan weer in slaap valt aanzienlijk kleiner is dan wanneer hij ligt [3]. De hartslag is in een zittende houding overigens één tot twee slagen per minuut hoger dan in een liggende houding [5].

Methode

Sporters kunnen een hartslagmeter gebruiken, maar ook hun hartslag aan een slagader in de pols of in de hals voelen. Welke methode gekozen wordt, lijkt de betrouwbaarheid van de meting niet te beïnvloeden, zolang het maar altijd dezelfde methode is [5].

Duur van de meting

Wanneer sporters hun ochtendpols handmatig meten, volstaat het om gedurende dertig seconden het aantal slagen te tellen, en dat met twee te vermenigvuldigen [5]. Wanneer met een hartslagmeter wordt gewerkt, kan gekozen worden om automatisch een minuut te meten. Hier geldt wederom, doe altijd hetzelfde.

Interpretatie

Bij het interpreteren van de resultaten is het belangrijk dat er eerst een duidelijk beeld bestaat van de gemiddelde ochtendpols van een sporter, en de dagelijkse variatie daarin. Deze variatie bedraagt onder gecontroleerde omstandigheden twee tot vier slagen per minuut [1]. Welke afwijking van het gemiddelde vervolgens aanleiding geeft om actie te ondernemen, is het beste te bepalen met behulp van de zogenoemde ‘magnitude based interferences’ (MBI) [3]. Voor dit antwoord gaat het te ver om deze specifieke statistiek te bespreken. Meer over deze methode is te lezen in een Nederlandstalig artikel van Van Hooren en Smit [6].

Uiteraard is het belangrijk om de resultaten van één sporter alleen met zijn eigen gegevens te vergelijken. De hartslag hangt namelijk niet alleen af van de getraindheid van een sporter, maar heeft ook een aangeboren component [3].

Tot slot

Door bovenstaande factoren te standaardiseren bij het meten van de ochtendpols, is een betrouwbaar resultaat te verkrijgen. Vaak is het echter niet mogelijk om alle factoren goed te standaardiseren, zoals bijvoorbeeld tijdens een trainingskamp of toernooien. Wanneer sporters niet in hun eigen bed slapen, nog last hebben van jetlag of reizigersvermoeidheid, of in een warmer klimaat zijn, beïnvloedt dat hun ochtendpols. Dat betekent niet dat de meting daardoor nutteloos wordt, maar wel dat hier rekening mee gehouden moet worden bij de interpretatie van het resultaat.

Bronnen

  1. Achten J, Jeukendrup AE (2003) Heart rate monitoring. Applications and limitations. Sports Med., 33: 517-538
  2. Bosquet L, Merkari S, Arvisais D, Aubert AE (2008) Is heart rate a convenient tool to monitor over-reaching? A systematic review of the literature. Br. J. Sports Med., 42: 709-14
  3. Buchheit M (2014) Monitoring training status with HR measures: Do all roads lead to Rome? Frontiers in Physiology, DOI: 10.3389/fphys.2014.00073.
  4. Dressendorfer RH, Wade CE, Scaff Jr JH (1985) Increased morning heart rate in runners: a valid sign of overtraining? The Physician and Sportsmedicine, 13: 77-86
  5. Palatini P, Benetos A, Grassi G, Julius S, Kjeldsen SE, Mancia G, Narkiewicz K, Parati G, Pessina AC, Ruilope LM, Zanchetti A (2006) Identification and management of the hypertensive patient with elevated heart rate: Statement of a European society of hypertension consensus meeting. J. Hyperten., 24: 603-610
  6. Van Hooren B, Smit A (2015) Statistisch significant of praktisch relevant? Een andere kijk op statistiek in de (sport)wetenschap. Sportgericht 69 (4): 42-48