Spring naar content

Vraag prestatiebepalende kenmerken padel

Kort antwoord

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke literatuur lijken antropometrische kenmerken niet doorslaggevend voor een goede padelprestatie; elite spelers zijn net zo lang en even zwaar als sub-elite spelers. Ook fysieke kenmerken lijken niet doorslaggevend: handknijpkracht, lenigheid, snelheid, wendbaarheid en kracht van het boven- en onderlichaam verschillen niet tussen spelers van verschillende niveaus. Elite spelers hebben daarentegen wel meer isometrische kracht van de onderrug dan sub-elite spelers. Dit suggereert – in combinatie met het feit dat spelers veel romprotatie doormaken – het belang van rompstabiliteit voor padel. Technische en tactische kenmerken lijken meer prestatiebepalend in padel. Gevorderden slaan nauwkeuriger dan beginners, met name bij de bandeja en de groundstroke, zo blijkt uit de groundstroke padel accuracy (GPA) test.

Uitgebreid antwoord

Padel is een intervalsport met een hoog aantal acties (0.7–1.5 per seconde), middellange rallyduur (9–15 seconden) en middelmatige intensiteit (Work:Rest ratio [W:R] = 1:1.13–1:1.41).[1] Omdat padel een relatief jonge sport is, richt wetenschappelijke literatuur zich tot nu toe met name op wedstrijdanalyses van professionele spelers om meer inzicht te krijgen in de kenmerken van padel. Hoewel deze een algemeen beeld geven, verschillen kenmerken uiteraard per speler en wedstrijd. Hieronder volgt meer informatie – voor zover bekend – over de volgende prestatiebepalende kenmerken: antropometrie, fysiek, techniek en tactiek.

Antropometrische en fysieke kenmerken

Het lijkt erop dat antropometrische en fysieke kenmerken niet doorslaggevend zijn voor de padelprestatie.[1-3] Dit ontdekte een groep Spaanse onderzoekers die keek naar de antropometrische kenmerken van professionele spelers die meededen aan de Padel Pro Tour in 2012 (dit heet nu de World Padel Tour).[3] Hierbij onderzochten ze deelnemers in het hoofdschema, de zogeheten elite spelers, en deelnemers in de kwalificatierondes: de sub-elite spelers. Uit de analyse bleek dat de elite spelers ouder waren dan de sub-elite spelers (31 vs. 25 jaar) met meer trainingservaring (15 vs. 9 jaar). Ook hadden de elite spelers een lager vetpercentage en meer isometrische kracht van de onderrug dan de sub-elite spelers. Er waren echter geen verschillen in andere antropometrische kenmerken, zoals lengte, gewicht en BMI. Ook voor fysieke kenmerken, zoals de handknijpkracht, lenigheid en kracht van het onderlichaam, waren er geen verschillen tussen elite en sub-elite spelers.

Ook in een groep amateurs was er geen verschil in antropometrische kenmerken (lengte en gewicht) en fysieke kenmerken (kracht van het bovenlichaam, handknijpkracht, snelheid en wendbaarheid) tussen gevorderden en minder gevorderden.[1] Ook het uithoudingsvermogen verschilde niet, hoewel  gevorderden iets beter scoorden op een maat die aangeeft hoe goed spelers herstellen: de HRR 60s. Deze maat geeft het verschil aan in hartslag tijdens inspanning en na 60 seconden rust. Bovendien bestond er een relatie tussen de nauwkeurigheid van de padelslagen en de HRR 60s en HRR 120s. Dit betekent dat spelers die sneller herstellen, nauwkeuriger zijn. Tegen de verwachting in scoorden de minder-gevorderden beter op balansvaardigheden dan de gevorderden.

Eén studie keek naar de fysiologische kenmerken van zestienjarige topspelers tijdens een gesimuleerde wedstrijd.[4] Hieruit blijkt de gemiddelde zuurstofopname ongeveer 44 procent van de maximale zuurstofopname (gemiddelde VO2max: 56 ml kg-1 min-1). Dit is lager dan de zuurstofopname tijdens een tenniswedstrijd, die varieert tussen de 53 en 65 procent van de maximale zuurstofopname. Bij dezelfde groep is de gemiddelde hartslag (148 bpm) tijdens een wedstrijd ongeveer 74 procent van de maximale hartslag (200 bpm).

Technische en tactische kenmerken

In tegenstelling tot antropometrische en fysieke kenmerken lijken technische en tactische kenmerken meer prestatiebepalend in padel, althans bij amateurs.[1,5] Gevorderden slaan nauwkeuriger dan beginners, met name bij de bandeja en de groundstroke, maar niet bij de volley en bajada zo blijkt uit één studie.[1] Naast de nauwkeurigheid van de bal, hangt het succes van een smash af van de plek, richting en snelheid van de bal.

Hoe dichter spelers bij het net een bal slaan, des te groter de effectiviteit. Het paar dat erin slaagt om de meeste aanvallende acties uit te voeren tijdens een punt heeft de grootste kans om de wedstrijd te winnen. Dat bevestigen de resultaten uit een andere studie; spelers winnen meer dan 80 procent van de punten aan het net.[6] De winnaars van een wedstrijd spelen over het algemeen meer aanvallende slagen per punt en per game, hoewel 80 procent van de punten wordt gewonnen met minder dan drie aanvalsslagen. Ook het aantal ballen per type slag verschilt; winnaars slaan relatief meer smashes en bandeja’s dan verliezers, maar minder ballen via de zijkant, de zij- en achterkant en direct tegen de achterkant via het glas weer terug.[7] Ook de effectiviteit verschilt, winnaars slaan meer winners dan verliezers. Ook voor de richting zijn er verschillen; winners slaan vaker diagonaal en minder vaak rechtdoor dan verliezers.

Aan het net slaan professionele spelers ongeveer 65 procent van de ballen een volley, 23 procent een bandeja en 12 procent een smash.[6] Om de netpositie te veroveren slaan spelers vaak een lob – ook bij de return. Bij de return is ongeveer 40 procent een lob, en 60 procent vlak.[8] Dit percentage verschilt niet tussen mannen en vrouwen of spelers aan de linker- of rechterkant.

Het vermogen om te scoren in rally’s van meer dan 11 seconden, en het vermogen om onnodige fouten te voorkomen binnen de eerste 4 seconden, draagt bij aan rallywinst. Dat blijkt uit een analyse van 1527 rally’s van 10 wedstrijden van de Masters Finals bij de mannen van de World Padel Tour in 2013. Hieruit blijkt dat 40 procent van de onnodige fouten werd gemaakt in de eerste 4 seconden van een rally, terwijl meer dan 50 procent van de punten werd gemaakt tussen de 5 en 11 seconden. Van de gedwongen fouten ontstond 30 procent na 11 seconden in een rally.[5]

Vrouwen versus mannen

Bij vrouwen duren rally’s over het algemeen langer dan bij mannen.[9,10] Vrouwelijke profs slaan relatief meer bandeja’s, maar minder vlakke en topspin smashes dan mannelijke profs.[6]  Mannen scoren vaker met een vlakke smash dan vrouwen, terwijl ze relatief even vaak scoren met de bandeja, bajada en de topspin smash. Zowel mannen als vrouwen scoren het meest met de vlakke en topspin smash, terwijl de bandeja en bajada er vaker voor zorgen dat de bal in het spel blijft. Van alle geslagen bandeja’s blijft bijna 90 procent in het spel; het foutenpercentage bij deze slag is dus erg laag. Met een foutenpercentage tussen de 7 en 15 procent bij de bajada, is dit de smash met het hoogste risico.

De richting van de bandeja, bajada en topspin smash verschilt niet tussen mannelijke en vrouwelijke profs.[6]   Alleen voor de topspin smash verschilt de richting – mannen slaan de helft van de ballen diagonaal, terwijl vrouwen in ruim 80 procent van de ballen deze richting kiezen.[6] Dit verschil in tactische keuze komt waarschijnlijk doordat mannen over het algemeen meer lengte hebben en harder slaan. Hierdoor kiezen mannen vaker voor een harde smash rechtdoor zodat ze de bal via de achterkant van de tegenstander rechtstreeks naar de eigen kant spelen. Vrouwen kiezen juist vaker voor de diagonaal, zodat ze de bal via de achterkant over de zijkant van de kooi spelen. Als vrouwen een smash rechtdoor slaan, zonder voldoende power, is het een makkelijke prooi voor de tegenstander. Bij de bandeja slaan zowel mannen als vrouwen ongeveer de helft van de ballen rechtdoor en de andere helft diagonaal. Bij de bajada en de vlakke smash slaan mannen en vrouwen ongeveer tweederde van de ballen rechtdoor.

Ongeveer 60 procent van de ballen wordt geslagen in het midden van het veld (gezien vanaf de achterkant naar het net). Het lijkt erop dat vrouwen iets vaker ballen slaan in het midden van het veld, terwijl mannen juist iets vaker de bal slaan aan het net of in het achterveld. Hoe kleiner de afstand tot het net bij het slaan van de bal, des te groter de kans op een punt.[6] Aanvallende spelers staan dan namelijk beter in positie, waardoor de kans op fouten afneemt. Bovendien krijgen verdedigende spelers minder tijd om te reageren.

Ook de service en return verschillen tussen mannen en vrouwen.[8] Mannen slaan vaker de eerste service in en winnen ook meer punten op de service dan vrouwen. Vrouwen slaan meer backhand, crosscourt en lob returns dan mannen. Zowel mannen als vrouwen serveren ongeveer 60 procent richting het glas. Het serverende paar heeft voordeel in de rally en wint doorgaans de meeste punten. Vrouwen verliezen dit servicevoordeel na 8 slagen, mannen na 12 slagen.

Linker- en rechterkant

Er zijn verschillen tussen spelers aan de linkerkant en spelers aan de rechterkant, zo blijkt uit een analyse van negen profwedstrijden bij de mannen.[7] Spelers aan de linkerkant slaan meer ballen dan spelers aan de rechterkant. Ook het type slag verschilt; spelers aan de linkerkant slaan relatief meer smashes, bandeja’s, ballen via de zijkant en ballen via de achterkant dan spelers aan de rechterkant. Bovendien slaan spelers aan de linkerkant meer winners, spelen ze vaker diagonaal en minder vaak rechtdoor dan spelers aan de rechterkant.

Ook de richting van de service en return verschilt tussen de linker- en rechterkant.[8] Aan de rechterkant serveren spelers doorgaans vaker richting de ‘T’ en retourneren ze vaker rechtdoor dan aan de linkerkant. Het foutenpercentage van de return verschilt niet tussen links en rechts, en is met 3 tot 6 procent erg laag.

Prestatietesten

Voor zover bekend bestaat er één (ongevalideerde) sport-specifieke test voor padel: de groundstroke padel accuracy (GPA) test (zie Figuur 1).[11] Deze test brengt de nauwkeurigheid van spelers in kaart. Een coach speelt vier ballen achter elkaar aan, waarbij een speler de volgende ballen slaat:

  • P1: Bajada vanaf het rechterglas
  • P2: Forehand volley
  • P3: Bandeja
  • P4: Forehand groundstroke

Een serie duurt ongeveer 30 seconden. Na iedere serie hebben spelers 20 seconden rust. In totaal spelen ze 8 series van 4 ballen. De nauwkeurigheid wordt bepaald met vakken in de crosscourt. Spelers krijgen de meeste punten (x3) als ze diep in de diagonaal spelen of kort achter het net aan de zijkant. In de afbeelding hieronder staat hoeveel punten een speler krijgt bij welke nauwkeurigheid. Voor de slagen P1, P3 en P4 moeten spelers mikken op het achterveld, terwijl ze bij P2 – de volley – moeten mikken op de vakken aan het net.

Figuur 1. Overzicht van de testsituatie van de Groundstroke Padel Accuracy (GPA) test. Ontleend van Sánchez-Alcaraz en collega’s.[11]

Bronnen

  1. Courel-Ibáñez J, Herrera-Gálvez JJ. Fitness testing in padel: Performance differences according to players’ competitive level. Sci. Sports, 2020; 35(1), e11-e19.
  2. Müller CB, Del Vecchio FB. Physical fitness of amateur paddle players: comparisons between different competitive levels. Motricidade, 2018; 14(4), 42-51.
  3. Sánchez-Muñoz C, Muros JJ, Cañas J, Courel-Ibáñez J, Sánchez-Alcaraz BJ, Zabala M. Anthropometric and Physical Fitness Profiles of World-Class Male Padel Players. Int. J. Environ. Res. Public Health. 2020 Jan 13;17(2):508. doi: 10.3390/ijerph17020508.
  4. Carrasco L, Romero S, Sañudo B, De Hoyo M. Game analysis and energy requirements of paddle tennis competition. Sci. Sports, 2011; 26(6), 338-344.
  5. Courel-Ibáñez J, Sánchez-Alcaraz Martínez BJ, Cañas J. Game Performance and Length of Rally in Professional Padel Players. J Hum Kinet. 2017 Jan 30;55:161-169. doi: 10.1515/hukin-2016-0045.
  6. Sánchez-Alcaraz BJ, Perez-Puche DT, Pradas F, Ramón-Llín J, Sánchez-Pay A, Muñoz D. Analysis of performance parameters of the smash in male and female professional padel. Int. J. Environ. Res. Public Health., 2020 Sep 25;17(19):7027. doi: 10.3390/ijerph17197027.
  7. Ramón-Llin J, Guzmán J, Martínez-Gallego R, Muñoz D, Sánchez-Pay A, Sánchez-Alcaraz BJ. Stroke Analysis in Padel According to Match Outcome and Game Side on Court. Int. J. Environ. Res. Public Health., 2020 Oct 26;17(21):7838. doi: 10.3390/ijerph17217838.
  8. Sánchez-Alcaraz BJ, Muñoz D, Pradas F, Ramón-Llin J, Cañas J, Sánchez-Pay A. Analysis of serve and serve-return strategies in elite male and female padel. Appl. Sci., 2020; 10(19), 6693. doi:10.3390/app10196693.
  9. Lupo C, Condello G, Courèl-Ibáñez J, Gallo C, Conte D, Tessitore A. Effect of gender and match outcome on professional padel competition. RICYDE. Rev. Int. Cienc. Deporte., 2018; 14(51), 29-41.
  10. Sánchez-Alcaraz BJ. Game actions and temporal structure differences between male and female professional paddle players. Acción Motriz, 2014; 12, 17-35.
  11. Sánchez-Alcaraz BJ, Courel-Ibañez J, Cañas J. Valoración de la precisión del golpeo en jugadores de pádel en función de su nivel de juego. [Groundstroke accuracy assessment in padel players according to their level of play]. RICYDE. Rev. Int. Cienc. Deporte., 2016; 12(45), 324-333. doi: 10.5232/ricyde.