Vraag risicofactoren achillespeesblessures
Er bestaat geen onderzoek naar het ontstaan van achillespeesblessures expliciet bij turnsters maar er blijken in de literatuur wel meerdere factoren beschreven te zijn die invloed hebben op het blessurerisico bij sporters.
Om te beginnen zijn snelle en grote veranderingen in de trainingsbelasting gevaarlijk, vooral na terugkeer van een blessure of na een rustperiode. Pezen passen zich namelijk minder snel door training aan dan spieren. Daarentegen neemt de belastbaarheid van pezen sneller af dan die van spieren wanneer niet wordt getraind.
Ook tijdens de groeispurt kan een niet geleidelijk opgebouwde trainingsbelasting gevaarlijk zijn. Tijdens de groeispurt neemt de spanning op de achillespees namelijk met ongeveer zeven procent toe. Dit komt doordat de dwarsdoorsnede van de pees afneemt als gevolg van de lengtegroei.
Verder blijkt dat de pezen van meisjes die in de puberteit zijn zich minder goed aanpassen aan de opgelegde belasting dan die van jongens. Dit komt door het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen. Dit hormoon zit ook in de anticonceptiepil en heeft daarmee een vergelijkbaar effect.
Omdat pezen voornamelijk uit het eiwit collageen bestaan, is het belangrijk dat turnsters voldoende eiwitten innemen. Hiervoor geldt hetzelfde advies als voor een optimale spieropbouw: na de training of wedstrijd 20 gram eiwit met een totale dagelijkse eiwitinname van 1,4 tot 1,7 gram per kilogram lichaamsgewicht.
Een laatste factor die van grote invloed is op de belasting van de achillespees is de ondergrond waarop wordt geturnd. De krachten rond het enkelgewricht kunnen tijdens landingen oplopen tot 17,5 keer het lichaamsgewicht. Het is daarom aan te raden om gedurende trainingen ook af en toe te landen op extra dikke matten of in een schuimbak.
Pezen
Pezen verbinden de spieren met de botten. Daarmee dragen zij de krachten die de spieren leveren over aan de botten waardoor bewegingen mogelijk zijn. Andersom dragen pezen krachten die van buitenaf op het lichaam inwerken over op de spieren, zoals tijdens een landing.
Het belangrijkste bestandsdeel van het peesweefsel is het eiwit collageen [6]. Deze collageenvezels liggen in verschillende bundels in de lengterichting van de pees. Hierdoor zijn ze in staat om de krachten die de spieren leveren op te vangen. Door de onderverdeling in verschillende bundels kan de pees meer kracht opvangen dan wanneer deze uit één bundel zou bestaan. Daarnaast werkt de onderverdeling beschermend omdat een eventuele beschadiging in één bundel zich niet naar andere bundels zal uitbreiden [4].
Achillespeesblessures
Hoewel pezen grote krachten kunnen weerstaan, treden er in de sport desondanks veel peesblessures op, waaronder van de achillespees. Ook bij het turnen komen achillespeesblessures regelmatig voor. Exacte cijfers van Nederlandse turnsters en turnsters ontbreken, maar in Groot-Brittannië blijkt dat 30-40 procent van de topturnsters ooit te maken heeft gehad met achillespeesklachten [3].
Vaak wordt bij achillespeesklachten een relatie gelegd met overbelasting. Hoewel dat wellicht voor de hand ligt, blijkt de oorzaak van een peesblessure vaak minder duidelijk dan gedacht. Dit heeft onder andere te maken met de vele verschillende peesblessure die er zijn. Zo is in sommige gevallen de structuur van de pees veranderd, terwijl in andere gevallen de buitenzijde van de pees beschadigd raakt doordat de pees over bot heen en weer schuift.
Ondanks dat de precieze oorzaak van een achillespeesblessure niet altijd even duidelijk is, blijken er meerdere factoren van invloed te zijn op de kwaliteit en belastbaarheid van de achillespees. Deze verschillende factoren komen hieronder aan bod.
Trainingsbelasting
De trainingsbelasting dient geleidelijk opgebouwd te worden, helemaal direct na een blessure of na een rustperiode. De aanpassing na training verloopt bij peesweefsel namelijk een stuk trager dan bij spierweefsel [8]. Het kan tot enkele maanden duren voordat waarneembare verschillen optreden in de belaste pezen, als deze überhaupt optreden [2,6,7]. Aan de andere kant verloopt de afbraak van peesweefsel sneller dan die van spierweefsel wanneer de belasting ineens daalt [7]. Al binnen een maand is een aanzienlijke afname van het peesweefsel waar te nemen.
Na een training of wedstrijd neemt de aanmaak van collageen in de pees gedurende twee tot drie dagen toe met twee tot drie procent [5,6]. Het lijkt er hierbij op dat het niet uitmaakt of er kracht- of duurtraining heeft plaatsgevonden. Na beide trainingsvormen is de aanmaak van collageen namelijk in gelijke mate gestimuleerd.
Hoewel fysieke belasting de aanmaak van collageen stimuleert, is het maar de vraag of dit ook resulteert in waarneembare veranderingen in bijvoorbeeld de omvang en het functioneren van pezen [5]. Dit komt onder andere doordat het tot op heden niet goed mogelijk is om te bepalen hoeveel collageen er wordt afgebroken in peesweefsel als gevolg van de fysieke belasting. Daarnaast wordt vaak geen verschil gevonden in de structuur en het functioneren van een pees na een trainingsperiode [2,5]. Daarentegen blijkt wel dat de dwarsdoorsnede van de achillespees van topturnsters groter is dan die van niet sportende mensen [3]. Of dat door het turnen komt is dus niet met zekerheid te zeggen.
Groei
Op het moment dat kinderen het snelst groeien, ook wel aangeduid met de groeispurt, neemt de spanning op de achillespees tijdens het buigen van de enkel met bijna zeven procent toe [9]. Dit komt doordat de dwarsdoorsnede van de pees met bijna zes procent afneemt. Naarmate kinderen uitgegroeid raken neemt de dwarsdoorsnede van de achillespees overigens weer toe.
Verder blijkt dat de spanning op de pees rond de groeispurt meer toeneemt naarmate kinderen meer sporten. Mogelijk komt dit doordat kinderen die meer sporten, sterkere kuitspieren hebben. Hierdoor neemt de kracht op de achillespees toe [9]. Of hierdoor het blessurerisico toeneemt is echter niet bekend. Rondom de groeispurt dient de trainingsbelasting en vooral de opbouw daarvan dus goed in de gaten gehouden te worden.
Geslacht
Zowel in rust als na een training of wedstrijd blijkt de aanmaak van collageen bij vrouwen minder groot te zijn dan bij mannen [6]. Dit heeft vermoedelijk te maken met het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen. Oestrogeen onderdrukt namelijk de aanmaak van collageen. Of dit direct gebeurt of indirect via de onderdrukking van groeifactor IGF-1, een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij herstelprocessen, is overigens nog onduidelijk [4,6].
Ook het gebruik van de pil onderdrukt de aanmaak van collageen [4]. Waarschijnlijk komt dit doordat het innemen van de pil tot hogere oestrogeenconcentraties in het bloed leidt.
Voeding
De voeding van de turnsters moet voldoende eiwitrijk zijn. Pezen bestaan immers grotendeels uit het eiwit collageen. Voor een optimale opbouw en/of herstel van pezen geldt voor de eiwitinname hetzelfde advies als voor spieren; direct na de training of wedstrijd 20 gram eiwit innemen [10]. Sporters die intensief trainen zouden 1,4 – 1,7 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht moeten innemen. Meer over het effect van het innemen van eiwit op het herstel van peesblessures is te lezen in het antwoord op de vraag van Victor Anfiloff.
Naast voldoende eiwit is het ook belangrijk dat turnsters voldoende vitamine C binnenkrijgen. Vitamine C speelt namelijk een belangrijke rol bij de aanmaak van collageen. Tot nu toe bestaat er echter alleen onderzoek bij proefdieren waaruit blijkt dat het innemen van extra vitamine C tot een sneller herstel leidt van een geblesseerde achillespees. Of dat bij mensen ook het geval zal zijn is onbekend [1].
Ondergrond
Tijdens landingen krijgt een turnster te maken met krachten rond het enkelgewricht die kunnen oplopen tot 17,5 keer het eigen lichaamsgewicht [11]. Deze hoge reactiekrachten zijn onder andere te wijten aan de vloer waarop wordt geturnd. Deze is zo ontworpen dat turnsters hoger kunnen springen tijdens bijvoorbeeld een vloeroefening en daardoor meer tijd hebben om vluchtelementen uit te voeren. De impact tijdens de landing en daarmee de belasting op de achillespees neemt hierdoor echter aanzienlijk toe.
Een andere factor die bijdraagt aan de hoge belasting tijdens de landingen, is dat turnsters vaak niet perfect landen waardoor ze hun enkel ver moeten buigen. Dit veroorzaakt een hoge spanning in de achillespees [11].
Hoewel de belasting op de achillespees tijdens wedstrijden niet te manipuleren is, kan dat tijdens trainingen uiteraard wel. Zo kunnen turnsters de belasting op hun achillespees verminderen door tijdens trainingen te landen op extra dikke matten of in een schuimbak. Ook kunnen ze gebruik maken van elastieken die de snelheid voorafgaand aan de landing al remmen.
Tot slot
Naast de hierboven beschreven factoren bestaan er nog enkele lichamelijke ‘afwijkingen’ die maken dat de spanning in de achillespees sowieso verhoogd is, zoals een holle voet en een beenlengteverschil [5].
Bronnen
- Curtis L (2016) Nutritional research may be useful in treating tendon injuries. Nutr., 32: 617-619
- Docking SI, Rosengarten SD, Cook J (2016) Achilles tendon structure improves on UCT imaging over a 5-month pre-season in elite Australian football players. Scand. J. Med. Sci. Sports, 26: 557-563
- Emerson C, Morrissey D, Perry M, Jalan R (2010) Ultrasonographically detected changes in Achilles tendons and self reported symptoms in elite gymnasts compared with controls – An observational study. Manual Therapy, 15: 37-42
- Hansen M, Kjaer M (2014) Influence of sex and estrogen on musculotendinous protein turnover at rest and after exercise. Exerc. Sport Sci. Rev., 42: 183-192
- Kjaer M (2004) Role of extracellular matrix in adaptation of tendon and skeletal muscle to mechanical loading. Physiol. Rev., 84: 649-698
- Kjaer M, Langberg H, Heinemeier K, Bayer ML, Hansen M, Holm L, Doessing S, Kongsgaard M, Krogsgaard MR, Magnusson SP (2009) From mechanical loading to collagen synthesis, structural changes and function in human tendon. Scand. J. Med. Sci. Sports, 19: 500-510
- Kubo K, Ikebukuro T, Maki A, Yata H, Tsunoda N (2012) Time course of changes in the human Achilles tendon properties and metabolism during training and detraining in vivo. Eur. J. Appl. Physiol., 112: 2679-2691
- Kubo K, Ikebukuro T, Yata H, Tsunoda N, Kanehisa H (2010) Time course of changes in muscle and tendon properties during strength training and detraining. J. Strength Cond. Res., 24: 322-331
- Neugebauer JM, Hawkins DA (2012) Identifying factors related to Achilles tendon stress, strain, and stiffness before and after 6 months of growth in youth 10-14 years of age. J. Biomech., 45: 2457-2461
- Rodriquez NR, Di Marco NM, Langley S (2009) American college of sports medicine position stand. Nutrition and athletic performance. Med. Sci. Sports Exerc., 41: 709-731
- Wertz J, Galli M, Borchers JR (2012) Achilles tendon rupture: risks assessment for aerial and ground athletes. Sports Health, 5: 407-409