Vraag sprongbelasting volleybal
Peesklachten bij volleybal
Kniepeesklachten, zoals patella tendinopathie (ook bekend als ‘jumpers knee’), zijn een veelvoorkomende overbelastingsblessure bij volleyballers. Uit onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat gemiddeld 40 tot 50 procent van de volleyballers op hoog niveau patella tendinopathie klachten heeft 1,2. Hoewel er meerdere factoren bijdragen aan het ontstaan van tendinopathie, is de mechanische belasting op pezen één van de belangrijkste oorzaken 3-5. Deze mechanische belasting zorgt namelijk voor rek en dit leidt tot microscopische schade. Bij herhaalde belasting stapelt deze microscopische schade op, en ontstaan er knieklachten. Wanneer voldoende hersteltijd wordt gegeven kan de pees deze schade echter herstellen en vinden adaptaties plaats die de pees sterker zullen maken in voorbereiding op een volgende belasting.
Opbouw en afbraak van collageen
Pezen bestaan grotendeels uit collageenvezels. Belasting van een pees (bijvoorbeeld door sprongvormen) resulteert in een acute toename van collageenexpressie (signalen die ervoor zorgen dat er meer en sterkere collageenvezels worden gemaakt) en in een verhoogde collageeneiwitsynthese 4. De balans tussen de opbouw en afbraak van collageen zorgt ervoor dat er een netto afbraak is in de eerste 18-36 uur (waarbij de tijd korter is bij beter getrainde atleten, en minder zware inspanning), en een netto opbouw is tot 72 uur na inspanning (Figuur 1) 4.
Figuur 1. Afbraak, opbouw en netto balans tussen afbraak en opbouw van collageen na inspanning. Overgenomen van 4
Wanneer er na inspanning onvoldoende rust wordt gegeven (minder dan 18-36 uur) stapelt de afbraak van collageen dus meer op dan de opbouw. Hierdoor kan de pees kwetsbaar kan worden voor blessures. Tendinopathie ontstaat daarom mogelijk als gevolg van een disbalans tussen de synthese en de afbraak van onder andere collageen 4. De meest optimale strategie met betrekking tot de indeling van de trainingen hangt naast het aantal sprongen per training echter ook af van de intensiteit van de sprongen.
Aantal sprongen versus intensiteit van sprongen
Hoewel het aantal sprongen een belangrijke indicatie kan geven van de belasting op pezen, is de intensiteit van deze sprongen een nog belangrijkere factor om mee te nemen in de planning. De hoeveelheid rek die op een pees komt heeft namelijk de sterkste relatie met de hoeveelheid schade en kans op een blessure zoals tendinopathie 6,7. Ter illustratie: de achillespees scheurt gemiddeld na 1400 keren rekken wanneer deze wordt uitgerekt tot 6 procent, terwijl uitrekking tot de helft van de rekgrootte (3 procent) leidt tot een toename van 6600 procent in de levensduur (scheuren trad op na 93.000 keren rekken!) 7. Met andere woorden, het uitvoeren van 40 intensieve en hoge sprongen leidt tot veel meer schade op een pees dan het uitvoeren van bijvoorbeeld 400 lagere sprongen. Als op een dag met weinig sprongen dus wel heel intensief gesprongen wordt is het verstandig hier ook rekening mee te houden in de rustperiode tot de volgende training.
Conclusie
Er bestaat geen eenduidig antwoord over de optimale strategie om de sprongbelasting in te delen. Belangrijk is om minimaal 18 uur rust te plannen tussen trainingen, en liefst nog meer rust (bijv 36 uur) wanneer de training intensief was. Praktisch zou dit kunnen inhouden dat een programma van twee dagen trainen, dan een rustdag en dan weer twee dagen trainen een lichte voorkeur heeft om pezen voldoende hersteltijd te geven na een periode van intensievere inspanning. Bij 90 sprongen per dag of een dagelijks wisselend schema is het namelijk mogelijk dat de hersteltijd tussen de inspanningen niet voldoende is.
Bronnen
1. Ferretti A, Puddu G, Mariani PP, Neri M. Jumper’s knee: an epidemiological study of volleyball players. The physician and sportsmedicine. 1984;12(10):97-106.
2. Lian Ø, Holen K, Engebretsen L, Bahr R. Relationship between symptoms of jumper’s knee and the ultrasound characteristics of the patellar tendon among high level male volleyball players. Scand J Med Sci Sports. 1996;6(5):291-296.
3. Edwards WB. Modeling overuse injuries in sport as a mechanical fatigue phenomenon. Exerc Sport Sci Rev. 2018;46(4):224-231.
4. Magnusson SP, Langberg H, Kjaer M. The pathogenesis of tendinopathy: balancing the response to loading. Nature Reviews Rheumatology. 2010;6(5):262-268.
5. Mersmann F, Bohm S, Arampatzis A. Imbalances in the Development of Muscle and Tendon as Risk Factor for Tendinopathies in Youth Athletes: A Review of Current Evidence and Concepts of Prevention. Review. Front Physiol. 2017-December-01 2017;8(987)doi:10.3389/fphys.2017.00987
6. Firminger CR, Edwards WB. Effects of cyclic loading on the mechanical properties and failure of human patellar tendon. J Biomech. May 7 2021;120:110345. doi:10.1016/j.jbiomech.2021.110345
7. Wren TA, Lindsey DP, Beaupre GS, Carter DR. Effects of creep and cyclic loading on the mechanical properties and failure of human Achilles tendons. Ann Biomed Eng. Jun 2003;31(6):710-7. doi:10.1114/1.1569267