Spring naar content

Vraag squashsnelheid

Kort antwoord

Er zijn geen studies bekend waarin specifiek de effecten van verschillende trainingsvormen op de snelheid tijdens een squashwedstrijd zijn onderzocht. In het tennis is hier wel onderzoek naar gedaan. Beide sporten zijn niet identiek. De wedstrijdbelasting en looppatronen verschillen bijvoorbeeld. Toch zijn er studies uitgevoerd bij tennissers die ook nuttig kunnen zijn voor de squashpraktijk. Er zijn onderzoekers die naar de effecten van verschillende trainingsvormen op zowel links-rechtsverplaatsing als korte voorwaartse verplaatsing bij tennissers hebben gekeken. Dit zijn looppatronen die ook bij het squash veelvuldig voorkomen. Uit deze studies blijkt dat plyometrische oefeningen kunnen bijdragen aan het verbeteren van zowel voorwaartse als achterwaartse sprintsnelheid (4 meter) en reactietijd. Plyometrische training bevat oefeningen die snel worden uitgevoerd, waarbij de spieren eerst worden verlengd en daarna worden verkort. Daarnaast lijken plyometrische oefenvormen ook het afremmen te verbeteren, waardoor sneller gewend en gekeerd kan worden.

Of de resultaten uit deze studies direct leiden tot prestatieverbetering in de squashpraktijk is niet duidelijk, maar de oefeningen zouden wel een handvat kunnen bieden om de snelheid te verbeteren in een squashspecifieke omgeving.

Uitgebreid antwoord

Snelheid is essentieel in het internationale squash. Dit is de conclusie van zowel topcoaches als onderzoekers [5]. Squash kenmerkt zich door een grote verscheidenheid in looprichtingen. Squash vindt plaats op een relatief klein veld. De startsnelheid speelt een belangrijke rol, net als de mogelijkheid om snel van richting te veranderen. Een van de factoren om snel van richting te kunnen veranderen is de mogelijkheid om snel en gecontroleerd te remmen [2]. Het verbeteren hiervan kan leiden tot het toenemen van de verplaatsingssnelheid op de baan.

Voor zover bekend zijn er geen studies gedaan naar het effect van verschillende trainingsvormen bij squashers. Dit soort studies is schaars als het gaat om snelheidsverbetering bij racketsporten. Er is een aantal studies uitgevoerd bij tennissers. Tennis is op een aantal vlakken substantieel anders dan squash. Zo is de looprichting van tennis vooral gericht op zijdelings verplaatsen, terwijl bij squash het voor- en achterwaarts verplaatsen ook essentieel is. Daarnaast wordt een squashwedstrijd op een hogere intensiteit gespeeld dan een tenniswedstrijd [1]. Toch is er een aantal studies uitgevoerd bij tennissers waar het effect van training is onderzocht op looptaken die ook voor het squash van belang zijn. Een van de studies waarin deze taken zijn beschreven komt uit 2008 en is van Salonikidis en Zafeiridis [4]. In deze studie zijn drie trainingsvormen getest bij tennisspelers. De drie trainingsvormen die zijn onderzocht waren plyometrische oefeningen, tennisspecifieke oefeningen en een combinatie van deze twee trainingsvormen. De onderzoekers hebben het effect van deze trainingsvormen op onder andere de 4 meter sprinttijd (zijwaarts en voorwaarts) en de reactietijd van het zijwaarts uitstappen van één been onderzocht. De training duurde negen weken, waarbij drie keer per week werd getraind. De groep tennissers die de plyometrietraining heeft gevolgd liet een duidelijke verbetering zien in de sprinttijden en reactietijden. Deze verbetering was respectievelijk 9 en 26 procent. De oefeningen die tijdens de plyometrietraining zijn uitgevoerd waren onder andere eenbenig 20-40 centimeter hoog springen, een eenbenige ‘drop jump’ van 20-40 centimeter hoogte, het op één been staan en dit been in een sprong optrekken naar de knie en weer landen op hetzelfde been en het zijwaarts verplaatsen op één been over de breedte van het veld. Ondanks dat deze studie bij amateurtennissers is uitgevoerd en het effect misschien kleiner zal zijn bij zeer goed getrainde sporters, zou het wel kunnen bijdragen aan de snelheid op de baan. Dat het onderzoek is uitgevoerd bij tennissers betekent dat het niet direct te koppelen is aan squashers. De bewegingen die zijn geanalyseerd lijken echter erg op de bewegingen die er bij squash toe doen. De resultaten van deze sportspecifieke testen liggen in de lijn van eerdere studies die het effect van plyometrie op snelheid hebben onderzocht [3]. In deze literatuurstudie wordt aangetoond dat plyometrietraining kan bijdragen aan een verbeterde sprintsnelheid (niet specifiek voor het squash).

Zoals gezegd gaat het bij het squash niet alleen om versnellen, maar ook om snel van richting kunnen veranderen. Afremmen is essentieel om snel van richting te kunnen veranderen. Kovacs et al. geven algemene tips, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur, om het afremmen zo snel en gecontroleerd mogelijk uit te kunnen voeren [2]. De auteurs geven aan dat onder andere dynamische balans en excentrische kracht (de spier wordt verlengd tegen weerstand) goed ontwikkeld moeten zijn om snel te kunnen afremmen en keren. Ook hier lijkt plyometrietraining een goede trainingsvorm om zowel de excentrische kracht als de dynamische balans te laten toenemen. Er zal veel aandacht gericht moeten zijn op asymmetrische trainingsvormen (bijvoorbeeld eenbenige oefeningen), omdat deze het meest sportspecifiek zijn. Een voorbeeld van een plyometrische oefening waarbij zowel balans als excentrische kracht getraind kan worden is het maken van ‘uitvalspassen’ (lunges) waarbij de atleet een grote pas naar voren (of zijwaarts) maakt en doorzakt totdat de knie van het been waar de stap mee wordt gezet boven de voet van hetzelfde been uitkomt.

Ondanks dat er weinig goede literatuur beschikbaar is zijn er wel degelijk aanwijzingen dat plyometrische oefeningen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de bewegingssnelheid van squashspecifieke looptaken op de baan. Zeker spelers die hun snelheid minder goed hebben ontwikkeld zouden baat kunnen hebben bij een plyometrische trainingsvorm.

Bronnen

  1. Girard O, Chevalier R, Habrard M, Sciberras P, Hot P, Millet P (2007) Game analysis and energy requirements of elite squash. J. Str. Cond. Res., 21: 909-914.
  2. Kovacs MS, Roetert EP, Ellenbecker TS (2008) Efficient deceleration: the forgotten factor in tennis-specific training. Str. Cond. J., 30: 58-69.
  3. Saez de Villarreal E, Requena B, Cronin JB (2012) The effects of plyometric training on sprint performance: a meta analysis. J. Str. Cond. Res., 26: 575-584.
  4. Salonikidis K, Zafeiridis A (2008) The effects of plyometric, tennis-drills and combined training on reaction, lateral and linear speed, power and strength in novice tennis players. J. Str. Cond. Res., 22: 182-191.
  5. Wilkinson M, Cooke M, Murray S, Thompson KG, St. Clair Gibson A, Winter EM (2012) Physiological correlates of multiple-sprint ability and performance in international-standard squash players. J. Str. Cond. Res., 26: 540-547.