Spring naar content

Vraag techniek trainen tennis

Kort antwoord

Een nieuwe techniek aanleren kan het best aan het begin van een training. Gedurende training treedt er door spiervermoeidheid namelijk krachtsverlies op. Dit zorgt voor een veranderde coördinatie en minder efficiënte techniek.

Naast vermoeidheid van spieren, kan ook een vermoeid gevoel, een afgenomen beslisvaardigheid en angst hun weerslag hebben op het aanleren van een techniek. Het is daarom belangrijk mentaal uitgerust te zijn tijdens een techniektraining.

Als een techniek eenmaal is aangeleerd, is het wel verstandig deze ook onder (mentale) vermoeidheid te trainen. Het is bij tennis bijvoorbeeld in de laatste set ook nog cruciaal een goede service af te kunnen leveren. Door ook onder vermoeidheid een service te trainen zijn topsporters in staat hun prestatie te behouden wanneer ze moe zijn.

Wat voor techniek aanleren geldt, gaat ook op voor andere trainingsaspecten, zoals kracht, tactiek enzovoort. Het is van zoveel factoren afhankelijk wanneer welke aspecten binnen een training aan bod moeten komen, dat er geen antwoord in algemene zin te geven is op de vraag hoe een training het best ingedeeld moet worden. Welke krachtvorm, in vermoeide staat of juist uitgerust zijn, beïnvloeden de keuze hoe en training ingericht moet worden. Over het algemeen geldt dat als de kwaliteit van het aanleren of verbeteren van een aspect belangrijk is, dit het best aan het begin van een training kan plaatsvinden.

Uitgebreid antwoord

Het is voor veel trainers een lastige puzzel: waar in de training train je bijvoorbeeld tactiek, kracht, techniek enzovoort. Wanneer in een training een bepaald onderdeel het best te trainen is hangt af van veel factoren. Moeten sporters een nieuwe techniek aanleren? Ligt de nadruk op presteren onder vermoeidheid? Dit zijn voorbeelden van vragen waar een trainer goed over na moet denken.

Aanleren van een nieuwe techniek

Als het doel van een training is om een nieuwe techniek aan te leren, is het verstandig hier goed uitgerust aan te beginnen. Vermoeidheid leidt namelijk tot krachtverlies en een veranderde coördinatie [3,4,6]. De coördinatie is de aansturing van de spieren die nodig is voor het uitoefenen van efficiënte en nauwkeurige bewegingen. Door het krachtverlies en de veranderde coördinatie is de techniek, de aangeleerde vaardigheid om een bepaalde beweging uit te voeren, onder vermoeidheid anders dan wanneer een sporter uitgerust is. Dit blijkt zo te zijn bij veel sporten waar techniek een belangrijke rol speelt, zoals bij tennis.

Uitgerust techniek trainen kan op twee manieren: ofwel voldoende rust tussen de oefeningen inplannen, ofwel techniek als eerste in een training aan bod laten komen. Hierbij geniet het de voorkeur om de nieuwe techniek aan het begin van een training aan te leren. Periodes van rust tussen de oefeningen door moeten namelijk minimaal vijf minuten duren om techniekverandering in bijvoorbeeld de slagtechniek van tennissers tegen te gaan [1]. Aangezien er in trainingen niet steeds tijd is om vijf minuten pauze te houden en de kans groot is dat sporters afkoelen, is het verstandiger een nieuwe techniek aan het begin van een training aan te leren.

Uiteindelijk gaat het om de prestatie die een sporter levert. Het blijkt dat topsporters beter in staat zijn prestatieverlies te minimaliseren dan amateurs. Ondanks de veranderde coördinatie veroorzaakt door de vermoeidheid, zijn zij nog steeds in staat relatief goed te blijven presteren [2,3].

Mentaal

Techniek verandert niet alleen door een fysieke vermoeidheidcomponent. Het mentale aspect speelt ook een belangrijke rol. Zo zijn motivatie, vermoeidheidsgevoel, angst, beslisvaardigheid en vertrouwen in eigen kunnen op minstens zo belangrijk [3,5]. Intensieve training kan een aantal van deze aspecten, zoals motivatie en vermoeidheidsgevoel, beïnvloeden [3]. Het is daarom belangrijk dat een sporter ook mentaal uitgerust is als er een techniektraining op de planning staat. Gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen en angst zijn voorbeelden die minder gelinkt zijn aan vermoeidheid, maar kunnen wel het aanleren van een nieuwe techniek hinderen [3]. Om de invloed van deze aspecten te minimaliseren zal er een trainingssfeer moeten zijn waarin een sporter geen angst heeft om fouten te maken, maar juist de mogelijkheid krijgt en het vertrouwen voelt een nieuwe techniek aan te leren [5].

Wat voor fysieke vermoeidheid geldt, gaat ook op voor het mentale aspect. Als een techniek eenmaal goed is aangeleerd, is het verstandig ook onder mentale stress techniektrainingen uit te voeren. Uiteindelijk zal onder zowel fysieke als mentale stress de techniek nog dermate goed moeten zijn dat de prestatie zo min mogelijk verslechtert.

Trainingsindeling

Een training kan uit allerlei verschillende componenten bestaan. Naast techniek, zijn dat onder andere kracht, uithoudingsvermogen, tactiek en mentaal. Voor elk component kan weer een ander doel van belang zijn, waardoor het moment van trainen in een training kan verschillen. Is het bijvoorbeeld belangrijk om onder vermoeidheid toch nog goede beslissingen te nemen, dan is het belangrijk dat oefeningen waarin dat getraind wordt aan het eind van een training plaatsvinden. Staat het verbeteren van de maximale spierkracht op het programma, dan is het wellicht handiger dit vroeg in een training te doen. Dit maakt dat er geen specifiek antwoord te geven is op de algemene vraag hoe een training het best ingedeeld kan worden.

Bronnen

  1. Ferrauti A, Pluim BM, Karl Weber K (2001) The effect of recovery duration on running speed and stroke quality during intermittent training drills in elite tennis players. J. Sports Sci., 19:235-242
  2. Girard O, Lattier G, Maffiuletti NA, Micallef JP, Millet GP (2008) Neuromuscular fatigue during a prolonged intermittent exercise: application to tennis. J. Electromyogr. Kinesiol., 18:1038-1046
  3. Knicker AJ, Renshaw I, Oldham AR, Cairns SP (2011) Interactive processes link the multiple symptoms of fatigue in sport competition. Sports Med., 41:307-328
  4. Rota S, Morel B, Saboul D, Rogowski I, Hautier C (2014) Influence of fatigue on upper limb muscle activity and performance in tennis. J. Electromyogr. Kinesiol., 24:90-97
  5. Trezise J, Bartlett R, Bussey M (2011) Coordination variability changes with fatigue in sprinters. Int. J. Sports Sci. Coach., 6:357-364
  6. Van den Tillaar R, Saeterbakken A (2014) Effect of fatigue upon performance and electromyographic activity in 6-RM bench press. J. Hum. Kinet., 40: 57-65