Spring naar content

Vraag trainen met een stroboscoopbril

Kort antwoord

Trainen met een stroboscoopbril zorgt ervoor dat er minder visuele informatie beschikbaar is waardoor feitelijk onder (perceptueel) zwaardere omstandigheden wordt getraind. 

Als shorttrackers de bril vervolgens niet meer dragen, kunnen ze daardoor mogelijk een snellere en betere inschatting maken van diepte, positie en beweging (van teamgenoten, concurrenten en van zichzelf op de baan), en sneller reageren op wat er gebeurt.

Trainen met stroboscoopbril kan dus leiden tot een betere waarneming en verwerking van informatie, een hogere reactiesnelheid en een betere timing en coördinatie van bewegen.

De meest gebruikte frequentie van het stroboscoopeffect ligt tussen de 6 Hz (korte donkere flitsen) en 2 Hz (langere donkere intervallen). Vaak wordt een protocol met steeds langere donkere intervallen toegepast om gewenning te voorkomen.

Uitgebreid antwoord

Al sinds de jaren ‘00 werden er incidenteel studies uitgevoerd naar het effect van ‘intermittent vision’ tijdens motorische taken, maar het onderzoek nam pas echt een vlucht vanaf 2011. Nike ontwikkelde in dat jaar een stroboscoopbril en verstrekte beurzen aan verschillende wetenschappelijke instituten om de effecten van zogenaamde ‘stroboscopic visual training’ (SVT) in sportsituaties te onderzoeken [6].

Mechanismen

Bijna alle studies die sindsdien zijn uitgevoerd melden positieve effecten op prestaties tijdens motorische taken waarbij oog-handcoördinatie vereist is om te reageren op externe bewegende objecten zoals een bal of badmintonshuttle [1,2,7,8,11,16], of als proefpersonen moeten anticiperen op externe stimuli in hun omgeving [4,13]. Daarnaast is er ook veel anekdotisch bewijs in de vorm van (top)sporters die zeggen beter te presteren door het trainen met een stroboscoopbril [o.a. 3]. De aanname is dat er twee mechanismen zijn die ervoor kunnen zorgen dat SVT tot betere prestaties leidt [16]:

  1. De beperkte visuele input zorgt ervoor dat alle informatie die wél beschikbaar is, beter wordt waargenomen en verwerkt, waardoor handelingssnelheid en precisie toenemen;
  2. Doordat er minder visuele informatie beschikbaar is, wordt er een groter beroep gedaan op informatie verkregen met andere zintuigen – daarna is er zonder bril in absolute zin meer zintuiglijke informatie beschikbaar.

Waarneming en verwerking

Verreweg de meeste studies richten zich op het eerste mechanisme. Zo lijken de gevoeligheid van visuele waarneming en de grootte van het functionele blikveld toe te nemen door SVT [1]: sporters kunnen kleine bewegingen sneller ‘oppikken’ en een groter deel van wat ze zien gebruiken om daadwerkelijk informatie uit te halen. Ook het brein past zich aan: de capaciteit van het kortetermijngeheugen neemt toe en anticiperen gaat makkelijker [2,4,11,13]. Chirurgen in opleiding scoren na het toepassen van SVT bijvoorbeeld duidelijk lager op de NASA Task Load Index (ergo: na SVT nemen complexe taken minder ‘werkgeheugen’ in beslag) en sporters geven aan dat alles in slow motion lijkt te gebeuren [3,17]. Tot slot zorgt SVT voor een hogere reactiesnelheid, nauwkeurigheid en consistentie van bewegingen [7,8,14].

Topsporters

Het is ook interessant om te weten waar precies in dit proces voor topsporters de meeste winst te behalen is. Onderzoeken die topsporters met ‘normale’ personen vergelijken en kijken naar wat er precies voor zorgt dat de prestaties verbeteren, laten zien dat het verschil bij hen niet gemaakt wordt door de aansturing en snelheid van bewegen, maar door de betere gewaarwording en verwerking van visuele informatie [9,10].

Parameters

De meest gebruikte frequenties van het stroboscoopeffect liggen tussen de 6 en 2 Hz [1,2,4,5,11]. Vaak wordt een protocol gehanteerd dat begint bij 6 Hz (korte donkere flitsen) en opbouwt naar 2 Hz (langere donkere intervallen) [1,2]. Echter zijn er aanwijzingen dat de frequentie en de opbouw niet veel verschil maken en alle vormen van SVT uiteindelijk voor betere prestaties zorgen [14]. Wel lijkt het belangrijk wat de bril precies doet: trainen met een bril die het zicht niet geheel blokkeert maar alleen verstoort (afwisselt tussen normaal zicht en een zeer donkere zonnebril) lijkt tot betere resultaten te leiden dan trainen met een bril die het zicht wel volledig blokkeert (afwisselt tussen normaal zicht en geen zicht) [5].

Bij herhaaldelijke blootstelling lijken de effecten van SVT langere tijd aan te houden [7]. Een eenmalige kortdurende prikkel heeft naast acuut [8,13] ook 24 uur later nog effect [2]. Wel ervaren sporters SVT als inspannend en moet er ook rekening gehouden worden met tekenen van cognitieve vermoeidheid kort na de training [15]. Het is nog niet bekend wat de maximale duur van SVT is die door sporters goed verdragen wordt en of er bij lange sessies neveneffecten (duizeligheid, misselijkheid) optreden [4]. In de meeste studies wordt voor het toepassen van SVT uitgevraagd of proefpersonen wel eens last hebben gehad van lichtgevoeligheid, migraine en epilepsie – het is raadzaam om dit ook bij sporters te checken.

De verschillende protocollen die de onderzoeken gebruiken, maken het lastig om bruikbare adviezen te geven over de ideale frequentie en duur van SVT-sessies. Het aantal trainingssessies ligt meestal tussen de 5 en 15, met uitschieters naar onderen (2) en boven (20) en de duur van de trainingen varieert tussen 10 en 45 minuten [1,2,11,12,14,15]. Bovendien zetten verschillende studies korte prikkels (met een duur van 5 tot 7 minuten) in om een acuut effect uit te lokken [13–15]. Hieruit valt af te leiden dat er twee manieren zijn om SVT te implementeren, die naast elkaar gebruikt kunnen worden [13]:

  1. Regelmatig langere sessies als toevoeging aan normale trainingen om vaardigheden op de lange termijn te optimaliseren; en 
  2. Korte sessies van enkele minuten net voordat er een prestatie geleverd moet worden om de kortdurende effecten maximaal te benutten.

Conclusie

Terug naar de shorttrackers: situaties waarin de schaatser zijn/ haar eigen positie en de posities van concurrenten moet waarnemen, en hierop actie moet ondernemen door in het gat te duiken of (buitenom) te demarreren zouden zich lenen voor SVT. 

In dat geval verdient het de voorkeur om te beginnen met een stroboscoopeffect met een frequentie van 6 Hz. Zodra de schaatser hieraan gewend is, kan de frequentie verlaagd worden tot een ondergrens van 2 Hz. Door de grote variatie in onderzoeksprotocollen is het moeilijk om aanbevelingen te doen over het aantal, de frequentie en de duur van de trainingen. Meestal wordt een aantal van 5 tot 15 trainingen met een duur van 10 tot 45 minuten gehanteerd om langdurige effecten te bewerkstelligen; daarnaast kunnen kortere prikkels van 5 tot 7 minuten gebruikt worden om de acute effecten maximaal te benutten. Meer onderzoek is noodzakelijk om de optimale frequentie en duur van SVT vast te stellen.

Het trainen met een stroboscoopbril kan als vermoeiend ervaren worden en het is belangrijk om van tevoren goed uit te vragen of sporters ooit last hebben gehad van lichtgevoeligheid, migraine of epilepsie, en hier attent op te blijven tijdens de eerste trainingen met zo’n bril.

Dit antwoord is tot stand gekomen met dank aan Raôul Oudejans, bewegingswetenschapper en universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Bronnen

  1. Appelbaum LG, Schroeder JE, Cain MS, Mitroff SR (2011). Improved visual cognition through stroboscopic training. Front. Psychol., 2: 276.
  2. Appelbaum LG, Cain MS, Schroeder JE, Darling EF, Mitroff SR (2012). Stroboscopic visual training improves information encoding in short-term memory. Atten. Percept. Psychophys., 74: 1681-1691.
  3. AthleticRepublic (2011). NFL Players SEE SPORT BETTER with the Nike SPARQ Vapor Strobe. https://www.youtube.com/watch?v=A3Wir88Zvh8.
  4. Ballester R, Huertas F, Uji M, Bennett SJ (2017). Stroboscopic vision and sustained attention during coincidence-anticipation. Sci. Rep., 7: 17898.
  5. Bennett SJ, Hayes SJ, Uji M (2018). Stroboscopic vision when interacting with multiple moving objects: perturbation is not the same as elimination. Front. Psychol., 9: 1290.
  6. Duke Institute for Brain Sciences (2012, 23-07). Strobe eyewear training improves visual memory. https: //dibs.duke.edu/news/press-releases/2012/07/23/strobe-eyewear-training-improves-visual-memory.
  7. Ellison P, Jones C, Sparks SA, Murphy PN, Page RM, Carnegie E et al. (2020). The effect of stroboscopic visual training on eye-hand coordination. Sport Sci. Health, ahead of print.
  8. Holliday J (2013). Effect of stroboscopic vision training on dynamic visual acuity scores: Nike Vapor Strobe eyewear (Master thesis). https://digitalcommons.usu.edu/gradreports/262.
  9. Hülsdünker T, Strüder HK, Mierau A (2018). The athletes’ visuomotor system – Cortical processes contributing to faster visuomotor reactions. Eur. J. Sport Sci., 18: 955-964.
  10. Hülsdünker T, Strüder HK, Mierau A (2018). Visual but not motor processes predict simple visuomotor reaction time of badminton players. Eur. J. Sport Sci., 18: 190-200.
  11. Hülsdünker T, Rentz C, Ruhnow D, Käsbauer H, Strüder HK, Mierau A (2019). The effect of a 4-week stroboscopic training on visual function and sport-specific visuomotor performance in top level badminton players. Int. J. Sports Physiol. Perform., 14: 343-350.
  12. Mitroff SR, Friesen P, Bennett D, Yoo H, Reichow AW (2013). Enhancing ice hockey skills through stroboscopic visual training – a pilot study. Athl. Train. Sports Health Care, 5: 261-264.
  13. Smith TQ, Mitroff SR (2012). Stroboscopic training enhances anticipatory timing. Int. J. Exerc. Sci., 5: 344-353.
  14. Wilkins L, Gray R (2015). Effects of stroboscopic visual training on visual attention, motor perception, and catching performance. Percept. Mot. Skills, 121: 57-79.
  15. Wilkins L, Nelson C, Tweddle S (2018). Stroboscopic visual training: a pilot study with three elite youth football goalkeepers. J. Cogn. Enhanc., 2: 3-11.
  16. Wilkins L, Appelbaum LG (2019). An early review of stroboscopic visual training: insights, challenges and accomplishments to guide future studies. Int. Rev. Sport Exerc. Psychol., ahead of print.
  17. Zavlin D, Chegireddy V, Nguyen-Lee JJ, Shih L, Nia AM, Friedman JD et al. (2019). Training effects of visual stroboscopic impairment on surgical performance: a randomized-controlled trial. J. Surg. Educ., 76: 560-5.