Spring naar content

Vraag voetbal op kunstgras

Op de vraag of de ondergrond waarop gevoetbald wordt invloed heeft op het spel, is bij ons geen literatuur bekend. Wel is het mogelijk om met behulp van de bestaande literatuur een aantal deelvragen (deels) te beantwoorden. Het blijkt dat de gevonden verschillen in eigenschappen tussen kunstgras en een “goede” grasmat kleiner zijn dan de variatie die kan optreden bij natuurlijk gras door bijvoorbeeld wisselende weersomstandigheden, onderhoud, en dergelijke. De richtlijnen van de overkoepelende verantwoordelijke bonden zouden er namelijk voor moeten zorgen dat op goedgekeurde kunstgrasvelden het rolpatroon en het stuiten van de bal vergelijkbaar zijn met die op een goede natuurlijke grasmat. Het gedrag van spelers is echter minder eenvoudig te meten. Hoewel voetballers hun bewegingspatroon aanpassen aan de eigenschappen van de ondergrond waarop zij spelen, lijken hun acties op verschillende soorten velden niet veel te verschillen. Er zijn slechts enkele kleine verschillen gevonden tussen spelen op kunstgras en op natuurlijk gras. Zo blijken voetballers iets sneller te kunnen sprinten op kunstgras, spelen zij iets aanvallender en maken zij kortere passes op kunstgras dan op natuurlijk gras. Het kleine aantal studies naar dit onderwerp en de minieme gevonden verschillen, maken het echter onmogelijk om duidelijke conclusies te trekken.

Kunstgras versus natuurlijk gras

Veel voetbalwedstrijden worden tegenwoordig gespeeld op kunstgras. In het verleden zijn er verschillen tussen de eerste generaties kunstgras (jaren ’80) en natuurlijk gras gevonden in de manier waarop de voetbal rolde en stuitte en de manier waarop voetballers sprintten [1]. De FIFA (Fédération Internationale de Football Association) en UEFA (Union of European Football Associations) hebben begin 2000 echter een uitgebreide set regels vastgesteld waaraan kunstgras moet voldoen [2]. Kunstgrasvelden moeten tegenwoordig onder andere getest worden op de hardheid (mate van schokabsorptie) van het veld, de hoogte van het stuiten van de bal, de vering van het veld (compliance), de wrijving tussen de bal en het veld, en de tractie (weerstand tegen het verplaatsen van de voet [4,9,11]. Hierbij geldt dat een kunstgrasveld dezelfde eigenschappen moet vertonen als gemeten bij een groot aantal natuurlijke grasvelden van hoge kwaliteit [2-4,9]. Desondanks zijn er verschillen tussen kunstgras en natuurlijk gras gemeten [4,9]. Deze zijn echter vaak klein vergeleken met de verschillen die kunnen optreden tussen verschillende natuurlijke grasmatten [6,9,10]. Hierbij spelen bijvoorbeeld de weersomstandigheden en het onderhoud een belangrijke rol [3,9]. Voor eenvoudig te meten eigenschappen van het veld zoals de stuithoogte en het doorrollen van de bal, zijn kunstgrasvelden daarom over het algemeen goed te vergelijken met velden van natuurlijk gras [4]. Deze mechanische metingen zijn echter niet voldoende om uitspraken te doen over de interactie tussen de speler en het veld [9].

Tractie en sprintprestatie

Voetbalvelden hebben verschillende eigenschappen, waarvan de hardheid en de tractie voor de acties van de spelers de belangrijkste zijn [9,11]. De hardheid bepaalt de mate van absorptie van schokken; bijvoorbeeld in het geval van een stuitende bal of een speler die landt tijdens een sprint. De tractie uit zich in weerstand tegen verandering van richting van een speler. Bij te weinig tractie kan een speler niet efficiënt afzetten en glijdt deze weg. Bij meer tractie kunnen spelers sneller sprinten, maar is ook de kans op blessures groter [11]. Voor voetballers is voldoende tractie nodig om het versnellen, afremmen, wenden en keren mogelijk te maken [11]. Ook de schietprestatie wordt beïnvloed door de eigenschappen van de ondergrond [7]. Uit gedegen onderzoek bij getrainde voetballers blijkt dat een hoge mate van tractie leidt tot de hardste schoten [6]. Dit verklaren de auteurs doordat de spelers dankzij een grote tractiecoëfficiënt de snelheid van hun lichaam in korte tijd zeer veel kunnen afremmen, en deze energie kunnen gebruiken om heel hard te schieten [6]

Vermoeidheid en fysiologie

Uit onderzoek blijkt dat de ondergrond waarop voetballers spelen, hun manier van bewegen beïnvloedt [11]. Zo is gevonden dat sporters onbewust de stijfheid van hun benen aanpassen om te compenseren voor de stijfheid van de ondergrond [5,7,11]. Voetballers geven zelf vaak aan dat zij spelen op kunstgras vermoeiender of zwaarder vinden dan op natuurlijk gras [9-11]. Uit onderzoek waarin spierschade of –vermoeidheid na vergelijkbare sprintprestaties op natuurlijk gras en op kunstgras is vergeleken, is echter vaak geen meetbaar verschil gebleken [7]. Wel bleken sporters soms sneller te sprinten op kunstgras [7,11], wat volgens de auteurs te verklaren is door een hogere loopeconomie dankzij een stijvere ondergrond [7]. Een hoge mate van tractie, zoals soms gevonden op kunstgras, kan nuttig zijn omdat voetballers dan snel kunnen wenden en keren [8]. In 1 studie is gevonden dat sprinten op kunstgras leidde tot een hogere concentratie melkzuur in het bloed en een hogere hartslag [10]. Het is dus mogelijk dat voetballen op kunstgras iets intensiever is dan op natuurlijk gras [10]. Volgens de meeste auteurs kunnen coaches er echter vanuit gaan dat spelen op kunstgras net zo intensief en vermoeiend is als op natuurlijk gras [7].  

Spelgedrag en tactiek

Hoewel voetballers op kunstgras minder vaak uit of door blijken te glijden, en vaker korte passes geven [7], is niet bekend of de voetbalspecifieke prestatie van spelers daadwerkelijk verandert bij verschillende soorten ondergrond [1]. In een recente studie bij 378 jonge Spaanse voetballers (tussen de 8 en 14 jaar) is onder andere gevonden dat de jonge voetballers op kunstgras meer aanvallen uitvoeren en vaker de bal krijgen toegespeeld dan op natuurlijk gras [3]. Of deze verschillen in spelgedrag ook voor (volwassen) topvoetballers relevant zijn, is echter niet te zeggen. Uit 1 studie bij volwassen spelers bleek alleen een klein effect van de ondergrond op de lengte van de passes die de spelers gaven en het aantal “sliding tackles” (2 keer zoveel op natuurlijk gras als op kunstgras) [1]. Verder waren er zeer weinig meetbare verschillen [1]. Sommige auteurs nemen aan dat de eigenschappen van de nieuwste kunstgrasvelden zouden kunnen leiden tot een meer aanvallende manier van spelen met een hoger speeltempo dan op natuurlijk gras [2,6]. Dit lijkt aannemelijk als kunstgrasvelden zorgen voor meer tractie en daarmee voor snellere sprints en wendingen [3,6]. In theorie zou een hogere mate van tractie echter ook het risico op blessures kunnen vergroten. Uit recente studies is echter gebleken dat voetballers niet vaker geblesseerd raken als zij op kunstgras spelen of trainen [5,8].

Conclusie

Uit de beschikbare literatuur blijkt dat, als er al verschillen gevonden zijn tussen kunstgras en natuurlijk gras, deze ook wat betreft spelgedrag, techniek en tactiek zeer klein zijn [1,2,6]. Er lijkt nog te weinig bekend over de interactie tussen de speler en de verschillende soorten ondergrond en de eigenschappen daarvan [6]. Wel blijkt een verschil in ondergrond tot iets andere beweegpatronen te leiden [6]. Dit heeft echter waarschijnlijk geen effect op de keuzes, acties en prestaties van spelers tijdens een wedstrijd [1].

Met medewerking van E. J. (Ernst Jan) Grift

Bronnen

  1. Andersson H, Ekblom B, Krustrup P (2008) Elite football on artificial turf versus natural grass: Movement patterns, technical standards, and player impressions. J. Sports Sci., 26: 113-122
  2. Fédération Internationale de Football Association (2013) FIFA quality concept for football turf. Zurich: FIFA Member Associations and Development, 41-45, https://football-technology.fifa.com/en/standards/football-turf/
  3. Garcia JDC, Román IR, Calleja-González J, Dellal A (2015) Comparison of tactical offensive variables in different playing surfaces in sided games in soccer. Int. J. Perf. Anal. Sport, 15: 297-314
  4. Lees A, Nolan L (1998) The biomechanics of soccer: a review. J. Sports Sci., 16: 211-234
  5. McGhie D, Ettema G (2013) Biomechanical analysis of traction at the shoe-surface interface on third-generation artificial turf. Sports Engin., 16: 71-80
  6. Potthast W, Verhelst R, Hughes M, Stone K, De Clercq D (2010) Football-specific evaluation of player–surface interaction on different football turf systems. Sports Techn., 3:, 5-12
  7. Sánchez-Sánchez, J, García-Unanue J, Jiménez-Reyes P, Gallardo A, Burillo P, Felipe L, Gallardo L (2014) Influence of the mechanical properties of third-generation artificial turf systems on soccer players’ physiological and physical performance and their perceptions. PLoS ONE 9: e111368
  8. Schrier NM, Wannop JW, Lewinson RT, Worobets J, Stefanyshyn D (2014) Shoe traction and surface compliance affect performance of soccer-related movements. Footwear Sci., 6: 69-80
  9. Stiles VH, James IT, Dixon SJ, Guisasola IN (2009) Natural turf surfaces. Sports Med., 39: 65-84
  10. Wright JM, Webner D (2010) Playing field issues in sports medicine. Curr. Sports Med. Rep., 9: 129-133
  11. Zanetti EM, Bignardi C, Franceschini G, Audenino AL (2013) Amateur football pitches: Mechanical properties of the natural ground and of different artificial turf infills and their biomechanical implications. J. Sports Sci., 31: 767-778

Bewaren