Spring naar content

Vraag vroege specialisatie in de klimsport

Antwoord

Voor zover bij ons bekend is er geen literatuur beschikbaar over vroeg of laat specialiseren in de klimsport. Daarom gaat dit antwoord kort in op de voor- en nadelen van vroeg specialiseren in de sport in het algemeen. Daarna focust dit antwoord op de specifieke eisen en eigenschappen die klimmen op topniveau met zich meebrengt en of vroege specialisatie mogelijk kan bijdragen aan het ontwikkelen van die kenmerken.

Vroeg specialiseren

Vroeg specialiseren verwijst in de sportcontext naar het op jonge leeftijd trainen in één enkele sport[1]. Uit onderzoek blijkt dat vroeg specialiseren minder vaak leidt tot succes dan laat specialiseren. Daarnaast brengt vroege specialisatie risico’s met zich mee. Zo raken vroeg gespecialiseerde sporters vaker geblesseerd en stoppen ze vaker met sport dan sporters die op jonge leeftijd meerdere sporten beoefenen. Daarnaast hebben vroege specialisten vaker last van mentale druk[2].

Er zijn enkele uitzonderingen: in sommige sporten is vroege specialisatie wel noodzakelijk voor succes. Dit geldt met name bij sporten die een jonge prestatieleeftijd kennen. Turnen is hier het bekendste voorbeeld van: bij het vrouwenturnen is de gemiddelde leeftijd op de Olympische Spelen ongeveer negentien jaar[3]. Om aan het aantal benodigde trainingsjaren te komen om turnvaardigheden op het hoogste niveau te beheersen moeten turners op jonge leeftijd beginnen. Daarom specialiseren turnsters gemiddeld met negen jaar[1].

Hoewel uit onderzoek blijkt dat vroeg specialiseren geen recept is voor sportsucces, zijn er toch coaches die geloven in vroeg specialiseren. Coaches die vroeg specialiseren aanmoedigen redeneren vaak dat technische vaardigheden op jonge leeftijd aangeleerd moeten worden. Deelname aan andere sporten zou het aanleren van deze vaardigheden belemmeren. Bij teamsporten is er wel een zekere overdracht van vaardigheden tussen verschillende sporten, zoals spelinzicht en balgevoel. Bij individuele sporten zoals klimmen is dat vaak niet het geval. Daarnaast wordt vaak gedacht dat vroege specialisatie gunstig is voor sporten waarin een klein postuur en laag lichaamsgewicht gunstig is, omdat de puberteit gepaard gaat met een toename in lichaamsgewicht, lengte en kracht. Dit geldt bijvoorbeeld ook in het vrouwenturnen. Voor beide theorieën is echter geen bewijs in de literatuur te vinden[1,4].

Vereisten klimprestatie

Uit onderzoek blijkt dat de volgende eigenschappen noodzakelijk zijn voor topprestaties in de klimsport:

  • Technische vaardigheden[5]
  • Groot spiervolume, duurvermogen en vermogen om zuurstof op te nemen in de onderarmen[6]
  • Vermogen in het bovenlichaam[7]
  • Laag vetpercentage[6]
  • Hoge gripkracht in verhouding tot het lichaamsgewicht[6]

Om deze eigenschappen te ontwikkelen is een flink aantal trainingsuren nodig, en daarom worden trainingsuren en -jaren ook gelinkt aan betere klimprestaties[7]. Dat wil echter niet zeggen dat deze uren per se op zeer jonge leeftijd moeten worden gemaakt. Voor geen van deze vaardigheden is wetenschappelijk bewijs te vinden dat die op jonge leeftijd moeten worden getraind.

Lenigheid

Hoewel lenigheid of mobiliteit niet genoemd wordt in de literatuur, geeft de vraagsteller aan dat dit ook een belangrijk aspect van de klimprestatie is. Klimmers moeten immers erg sterk zijn in het uiterste bereik van de ledematen.

Voor lenigheid is wel enige – vooral theoretische – onderbouwing te vinden waarom dit op jonge leeftijd ontwikkeld zou moeten worden[8]. Zo nemen spierstijfheid en de gevoeligheid van spierspoeltjes (die de spierlengte controleren) toe vanaf een leeftijd van zeven jaar. Ten tijde van de groeispurt kan de lenigheid afnemen, mogelijk omdat de groei van de botten vooruitloopt op de verlenging van de spieren. Daarom wordt gesuggereerd dat lenigheid zich het beste ontwikkelt in de leeftijd van zes tot elf jaar[8]. Er is echter niet aangetoond dat de mate van lenigheid die de klimsport vereist niet op latere leeftijd nog ontwikkeld kan worden.

Conclusie

Vroege specialisatie is meestal niet gunstig voor sportprestaties, tenzij er sprake is van een jonge prestatieleeftijd. Daarnaast brengt het risico’s voor het welzijn van sporters mee. Uitgezonderd enige onderbouwing voor de ontwikkeling van lenigheid, is er geen wetenschappelijke onderbouwing voor het nut van vroeg specialiseren in de klimsport.

Bronnen

  1. Pasulka J, Jayanthi N, McCann A, Dugas LR, LaBella C. Specialization patterns across various youth sports and relationship to injury risk. Phys Sportsmed 2017;45(3):344–52.
  2. Myer GD, Jayanthi N, Difiori JP, Faigenbaum AD, Kiefer AW, Logerstedt D, et al. Sport specialization, part I: Does early sports specialization increase negative outcomes and reduce the opportunity for success in young athletes? Sports Health. 2015;7(5):437–42.
  3. Malina RM, Baxter-Jones ADG, Armstrong N, Beunen GP, Caine D, Daly RM, et al. Role of intensive training in the growth and maturation of artistic gymnasts. Sport Med. 2013;43(9):783–802.
  4. Feeley BT, Agel J, Laprade RF. When is it too early for single sport specialization? Am J Sports Med. 2016;44(1):234–41.
  5. Sanchez X, Torregrossa M, Woodman T, Jones G, Llewellyn DJ. Identification of parameters that predict sport climbing performance. Front Psychol. 2019;10:1–10.
  6. Saul D, Steinmetz G, Lehmann W, Schilling AF. Determinants for success in climbing: A systematic review. J Exerc Sci Fit 2019;17(3):91–100.
  7. Giles D, Barnes K, Taylor N, Chidley C, Chidley J, Mitchell J, et al. Anthropometry and performance characteristics of recreational advanced to elite female rock climbers. J Sports Sci 2021;39(1):48–56.
  8. Sands WA, McNeal JR, Penitente G, Murray SR, Nassar L, Jemni M, et al. Stretching the spines of gymnasts: a review. Sport Med. 2016;46(3):315–27.