Spring naar content

Vraag zweetreductie

Het is mogelijk om door middel van botuline toxine, kortweg botox, de zweetproductie lokaal te verminderen of zelfs totaal uit te schakelen. Door botox in de zweetkliertjes te spuiten werken deze 3 tot 8 maanden minder goed en zal de zweetproductie aanzienlijk minder zijn. Dit is vooral aangetoond in onderzoek naar zweetreductie van de handpalmen. Er zijn slechts enkele studies bekend waarin het effect van het injecteren van botox op de zweetproductie van een stomp is onderzocht. Dit onderzoek is echter alleen bij kleine aantallen proefpersonen uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de proefpersonen 3 tot 8 maanden geen last meer hadden van zweten en dat zij hun protheses gedurende de dag langer konden dragen. Er is geen garantie dat het inspuiten van zweetklieren met botox leidt tot het volledig stilleggen van de zweetproductie, maar het is wel aannemelijk dat de zweetproductie aanzienlijk zal afnemen.

Navraag bij de Technische Universiteit Delft leert dat het ook mechanisch mogelijk is om zweet af te voeren, zonder verlies van het vacuüm, om zo geen last te hebben van het afglijden van de prothese. Dit kan bijvoorbeeld door een kamer in het vacuüm gedeelte van de prothese te maken en die te vullen met vocht-absorberend materiaal zodat het vocht niet tussen de prothese zelf en de huid gaat zitten en glijden veroorzaakt. Voor zover bekend is het afvoeren van het zweet naar buiten de prothese lastig dan wel onmogelijk.

Zweetrespons

In een prothese is nauwelijks warmteafvoer mogelijk en dus neemt de warmteproductie toe. Hierdoor zal het dragen van een prothese leiden tot een toename in de zweetproductie van de stomp. Dit kan als nadelig gevolg hebben dat de prothese afglijdt en dat is, zeker tijdens het sporten, uiteraard niet wenselijk. Het blijkt dat het verminderen van de zweetrespons of het absorberen van zweet door middel van bijvoorbeeld talkpoeder of kamferspiritus in de praktijk geen oplossing is voor dit probleem. Daarnaast blijkt dat alle middelen die een sporter op de stomp smeert kunnen leiden tot blaren en wondjes. Ook het afvoeren van het zweet door middel van gaatjes in de sleef en koker van de prothese is niet mogelijk aangezien het vacuüm (feitelijk onderdruk) dan wegvalt en de prothese hoe dan ook niet blijft zitten.

Botox

Botuline toxine, kortweg botox, is een eiwit dat de zenuwrespons (tijdelijk) kan platleggen. Dat is de reden dat artsen het soms inzetten bij mensen die spastisch zijn om zo de spasticiteit van spieren te verminderen (zie antwoord “vraag botox”). Botox-injecties zijn ook te gebruiken om zweten tegen te gaan. Door botox in te spuiten is het mogelijk zweetkliertjes minder tot niet meer te laten werken [6]. Artsen gebruiken botox soms bij mensen die last hebben van een overmatige zweetproductie, vaak aan de handen of in de oksels. Uit onderzoek blijkt dat botox de zweetproductie aanzienlijk kan verminderen of zelfs geheel kan stoppen [1-3]. Dit effect kan 3-8 maanden in stand blijven. De vraag is of dit ook werkt voor een stomp. Voor zover bekend zijn er slechts enkele “case-“en “pilot-studies” gepubliceerd waarin het effect van botox op de zweetproductie van een stomp is onderzocht [4,5]. Dit betekent dat er in deze studies slechts een klein aantal proefpersonen is onderzocht. Uit een recente literatuurstudie en eerder gepubliceerd onderzoek blijkt dat de zweetproductie tot 8 maanden lang te verminderen is en dat de proefpersonen hun onderbeenprothese langer en veiliger konden dragen na behandeling met botox [4,7]. Helaas is er tot zover bekend nog geen grote interventiestudie gepubliceerd waarin deze methode is bestudeerd. Hoewel er dus relatief weinig onderzoek naar zweetreductie van een stomp gedaan is, lijkt het op basis van het beschikbare en aanverwante onderzoek (bij handen en oksels) wel voor de hand te liggen dat een behandeling met botox de zweetproductie in een stomp zal verminderen. Het spreekt voor zich dat een eventuele behandeling in goed overleg met een gespecialiseerde arts moet gebeuren.

Mechanische aanpassing

Een mechanische aanpassing aan een prothese om het zweet af te voeren is praktisch gezien lastig omdat elk gat in de prothese leidt tot verlies van de noodzakelijke onderdruk om de prothese “vast” te laten zitten. Navraag bij medewerkers van de Technische Universiteit Delft leert dat het in theorie mogelijk moet zijn om vocht af te voeren zonder dat dit ten koste gaat van de onderdruk. Het vocht kan niet naar buiten worden afgevoerd doordat de onderdruk (het vacuüm) in de prothese de afvoer naar buiten tegenwerkt. Verder zijn er geen membranen bekend die bij een dergelijke onderdruk wel water afvoeren maar geen lucht doorlaten. Het is wel mogelijk de koker te voorzien van een kamertje met vochtabsorberend materiaal zodat afvoeren van het vocht naar het kamertje mogelijk is. Hierdoor komt het zweet niet tussen de huis en de prothese te zitten waardoor de prothese zou kunnen afglijden. Dit is echter nog theoretisch en is voor zover bekend nog niet in de praktijk onderzocht. Als een sporter liever geen behandeling met een botox-injectie wil is het wellicht te overwegen een mechanische oplossing verder te onderzoeken. Binnen welke termijn deze oplossing praktisch toepasbaar is is onduidelijk, maar dit zal hoe dan ook langer duren dan het injecteren van botox.

Tot slot

Of de WADA het injecteren van botox accepteert vanwege de “no needle policy” is bij ons niet bekend.

Bronnen

  1. Basciani M, Di Rienzo F, Bizzarrini M, Zanchi M, Copetti M, Intiso D (2014) Efficacy of botulinum toxin type B for the treatment of primary palmar hyperhidrosis: a prospective, open, single-blind, multi-centre study. Arch. Dermatol. Res., 306: 497-503
  2. Campanati A, Giuliodori K, Martina E, Giuliano A, Ganzetti G, Offidani A (2014) Onabotulinumtoxin type A (Botox(®)) versus Incobotulinumtoxin type A (Xeomin(®)) in the treatment of focal idiopathic palmar hyperhidrosis: results of a comparative double-blind clinical trial. J. Neural. Transm., 121: 21-26
  3. Güleç AT (2012) Dilution of botulinum toxin A in lidocaine vs. in normal saline for the treatment of primary axillary hyperhidrosis: a double-blind, randomized, comparative preliminary study. J. Eur. Acad. Dermatol. Venereol., 26: 314-318
  4. Kern U, Martin C, Scheicher S, Müller H (2004) Does botulinum toxin A make prosthesis use easier for amputees? J. Rehabil. Med., 36: 238-239
  5. Kern U, Kohl M, Seifert U, Schlereth T (2011) Botulinum toxin type B in the treatment of residual limb hyperhidrosis for lower limb amputees: a pilot study. Am. J. Phys. Med. Rehabil., 90: 321-329
  6. Kreyden OP, Scheidegger EP (2004) Anatomy of the sweat glands, pharmacology of botulinum toxin, and distinctive syndromes associated with hyperhidrosis. Clin. Dermatol., 22: 40-44
  7. Lezanski-Gujda A, Bingham JL, Logemann NF (2015) Botulinum toxin: An effective treatment for prosthesis-related hyperhidrosis in patients with traumatic amputations. Indian Dermatol. Online J., 6: 1-3